Hoi, ik was dus in Lissabon vorige week (voelt alsof er al een maand voorbij is..) en na een goede maaltijd aan het einde van het vorige deel was het tijd om even avondkleren aan te doen in het pensionnetje en daarna een stukje per voorstadstrein te gaan :) We schrijven nog steeds woensdag 14 september.
Eerst nog maar de kaart voor de oriëntatie in de spoilert:
- Spoiler: show
Het is inmmiddels kwart over 8, achterin de schemering. Treinstation Rossio is fraai verlicht. Het gebouw komt uit 1887 en het kopstation is het begin van de spoorlijn naar Sintra, en wordt nu uitsluitend door voorstadstreinen aangedaan van CP-Lisboa. In de bogen rond de toegangen staat (moeilijk te lezen op de foto) 'Estação Central', het ligt van de drie Lissabonse kopstation het dichtst echt in het centrum. Het Rossioplein ligt wel vlakbij, links op de foto buiten beeld.
Op station Campolide stapte ik over op de Fertagus naar de overkant van de Taag. Op station Pragal ging ik er weer uit om per tram naar de bootterminal Cacilhas te gaan. Aan deze kant van de Taag ligt een klein tramnetwerk op vrije baan: de Metro Sul do Tejo. De trams klinken erg bekend, het is de opvolger van de Combino en de voorganger van de Avenio. Een kudtfoto omdat het al donker was, later in de week zien we ze beter. Het was een vertrouwd geluid ver weg van huis..
En het werd nog leuker, want toen ik bij Cacilhas aan de waterkant naar Lissabon zat te kijken klonk achter me ineens een wel heel bekend busgeluid... Amba?
Na een leuk boottochtje ging ik naar station Baixa-Chiado, hét metro-overstapstation in de binnenstad. Geen lekker overstapstation trouwens, de lijnen liggen naast elkaar, alleen de verbinding Rossio -> Restauradores is cross-platform (waar ik niks aan had want ik huisde precies tussen die twee in haha) en zoals op wel meer stations ontbreken er roltrappen naar de stationshal.
Het station is vernoemd naar het 'lage centrum' (Baixa) en de hogere wijk Chiado. Uitgang Baixa is slechts twee roltrapjes omhoog uit de hal, de uitgang aan de Chiado-kant is maar liefst VIER lange roltrappen en een gewone trap omhoog.
Ik heb het uitgaansbuurtje een beetje verkend en ben een biertje gaan drinken op een uitzichtpunt, het miradouro São Pedro de Alcântara en daar ben ik later in de week nog vaker heen geweest :) Naast dit uitzichtpunt ligt de hoge halte van één van de drie funiculaires die Lissabon heeft. Het is de Elevador da Gloria. Alle drie de funiculaires hebben twee treintjes die elkaar in evenwicht houden. Ze rijden op strengelspoor en zitten aan een kabel. In het midden wijken de sporen uit elkaar en kunnen de treintjes elkaar kruisen. De treintjes van deze funiculaire staan buiten de openingsuren gewoon buiten, ze worden in het midden naast elkaar gezet en zijn zo een geliefde prooi voor graffitikunstenaars ondanks dat er altijd wel mensen zijn en de lichten aanblijven. Schoonmaken is vechten tegen de bierkaai.
En toen was mijn verjaardag alweer voorbij! Beetje bijtijds naar bedje, volgende morgen weer fris eruit voor een nieuwe lange dag. Na de eerste twee dagen de stad verkend te hebben werd het nu tijd de stad te verlaten. Op het Praça de Figueira, het plein náást het Rossioplein waar wél metrostation Rossio ligt, ben ik de tram ingestapt voor een kort ritje naar station Cais do Sodré. Tram 15 is de enige tramlijn waar wél moderne trams rijden zoals we hier zien op het genoemde station.
Daar kwam ook weer zo'n rood toeristentrammetje langs..
En vooruit, ook een bus
Station Cais do Sodré is een belangrijk knooppunt. De Linha Verde van de metro eindigt hier, er is een bootterminal voor veerdiensten naar Cacilhas, Seixal en Montijo, en het is het beginpunt van de voorstadsspoorlijn naar Cascais. Dat is de enige spoorlijn in Portugal die is geëlektrificeerd met 1500 volt, de rest van de lijnen hebben 25kV. De spoorlijn is aan de rest van het spoorwegnet verbonden met een ongeëlektrificeerd verbindingsspoor tussen de stations Alcântara-Mar en Alcântara-Terra.
Drie treinen op station Cais do Sodré, vanwaaruit elke 20 minuten een trein naar Cascais vertrekt (weekend+avond elke 30, spits elke 12 een sneldienst tot Cascais en elke 12 een stopdienst tot Oeiras).
In Cascais heb ik een fiets gehuurd en ben ik gaan fietsen naar de Cabo da Roca, het meest westelijke puntje van het Euraziatische continent. Ik weet dat er bussen gaan (lijn 403), maar ik wilde avontuur in plaats van in een volgepakte toeristenbus zitten! Het is 16 km waarvan de eerste 12 volledig heuvelop. In de verte Malveira da Serra dat halverwege ligt. Erachter op de heuvel ligt een kerkje waar ik nog naartoe had gewild, maar niet aan toe ben gekomen.. volgende keer!
Na een flinke tocht kwam ik aan bij Cabo da Roca. Het barstte van de toeristen (veel Japanners ook, goeiendag!) maar het is toch leuk om hier te zijn geweest, het einde van de wereld!
Toch vond ik het al snel wel best en ik ben van de gebaande toeristenpaden afgeweken. Ik had op koekelmeps gezien dat er een prachtig strand vlakbij is..
Hier de kaap van een afstandje, 140 meter hoog.
En op naar Praia da Ursa. Mooiste plekje ter wereld Er komen amper toeristen en de weg ernaartoe is zwaar. Smalle paadjes, rotsen, flink afdalen.. heerlijk! En zoals ik later las is het volgens de Michelingids (toch niet de minste) één van de mooiste stranden ter wereld.
Ik heb er een paar uurtjes fijn zitten genieten. Wat is er heerlijker dan na flink fietsen en bergbeklimmen een duik in de oceaan te nemen? Of ja, duik.. de golven waren flink, manshoog soms! Toen het weer een beetje begon te betrekken ging ik weer terug naar de kaap. Bordje+rijwiel. Knaloranje maar ik was blij dat ik een tientje had betaald voor een mountainbike, op de gratis stadsfietsjes van het kaliber 'boodschappenkarretje' had ik het écht niet gered hier te geraken.
De klim naar Azioa, het dorpje hier ging nog droog, maar daarna ging het regenen. 12 kilometer afdalen in de regen door scherpe bochten, geen fuck geven dat je nat wordt, fietsskillz van een echte Hollander, de terugweg ging drie keer sneller dan de heenweg. Fiets weer ingeleverd en weer naar het station van Cascais.
Met een avondspits-sneldienst weer terug naar Lissabon. Na een hapje eten en een welverdiende douche weer de deur uit. Rossio bij avond..
Ik ging per metro naar station Roma, waar je kunt 'overstappen' naar voorstadsstation Roma-Areeiro (uitspraak éré-eiro). Tussen aanhalingstekens, want het is nog een eind lopen. Metrostation Areeiro ligt ook niet lekker dichtbij.
Fertagus eindigt hier.
De voorstadsspoorlijn Alcântara=Terra - Castanheira do Ribatejo wordt met dubbeldekkers gereden.
Ik ben naar Reboleira gegaan. Daar ligt het nieuwste station van de Lissabonse metro, geopend op 13 april.
Het was rustig dus ik kon een metro-interieurplaatje schieten..
En na een omzwervinkje weer naar de miradouro! De funiculaire was er net mee gestopt en ze zijn net samengezet in het midden.
De volgende ochtend weer op pad :) Per metro naar Cais do Sodré, ontbijtje scoren, en dan met tram 15 naar Belém. En die zat VOL! Blij dat ik eruitkon in Belém, een tussen-eindpunt.
Hiernaast ligt het Jeremietenklooster (mosteiro dos Jeronimos), waar je met zijn duizenden tegelijk een rondje doorheen kunt schuifelen.
Daarna wandelde ik naar Torre de Belém (zie die Railaway-aflevering uit het vorige deel). Onderweg stak ik de spoorlijn naar Cascais over waar ik een mooi fotootje kon maken :)
Torre de Belém is ook al een toeristenmagneet, mooi om te zien maar ik ben er dus niet in geweest. Je wordt bij elke toeristenmagneet ook ondersteboven gelopen door vage figuren die selfie-sticks verkopen, trap er niet in!
Hierna liep ik nog een eindje door naar Algès-Jardim, het eindpunt van tram 15. Wat het woord Obras precies betekent weet ik niet maar ik heb rond die tijden wel buslijnen 15 gezien..
Na lang wachten kwam er een gewone tram aan én een oud trammetje dat een versterkingsrit reed... dus je snapt waar ik ben ingestapt
Ik ben uitgestapt nabij station Alcântara-Terra, waar het tramspoor het verbindingsspoor naar de Linha de Cascais kruist. Let op het breedteverschil, 900mm tramspoor versus 1668mm Iberisch breedspoor..
Station Alcântara-Terra, waar elke half uur een dubbeldeks voorstadstrein vertrekt naar Castanheira do Ribatejo. Een leuk stationnetje :)
Ik ging naar Campolide, waar vlakbij het Aqueduto das Aguas Livres ligt. Een gigantisch aquaduct uit 1748, dat water uit het gebergte van Sintra naar de stad bracht. De hoogste boog is maar liefst 65 meter hoog.
Voor drie euro mag je erop, dat vond ik geen geld ervoor dus die kans liet ik niet schieten :) Je hebt een mooi uitzicht over het Alcântara-dal, met hier beneden station Campolide.
Na een kilometer heen en een kilometer terug te zijn gelopen ging ik per bus naar Marquês de Pombal. Het vinden van de juiste lijn is nog een hele klus op de niet heel duidelijke kaart die vaak ook nog erg ontkleurd is.
Marquês de Pombal is een groot en belangrijk verkeersplein met een groot beeld erop van de beste man. Ik dacht dat onder hem de stad weer werd opgebouwd na de aardbeving van 1755 maar ik lees ook andere verhalen..
De metro-M is een ouwetje, tegenwoordig wordt een nieuw logo gebruikt maar deze M zie je zo hier en daar nog.
De linha Azul en de linha Amarela kruisen elkaar hier en het is een belangrijk overstapstation. Eén station verder op de linha Amarela ligt Picoas. Daar vlakbij ziet de metro héél even daglicht, het gaat dwars door een viaduct uit 1900.
Station Picoas heeft in 2009 een cadeautje gekregen van Parijs bij het 50-jarig bestaan van de Lissabonse metro, een echte Parijse toegang!
Zo, en nu zijn mijn vingers afgesleten van het tikken. Tot in het volgende deel en Wij danken U voor de aandacht! :)