Sophie gaat naar Denemarken (44f) #2
Geplaatst: vr 16 apr 2021, 21:19
Omdat ik door de coronacrisis al 3 weken niet in het buitenland geweest ben, zat ik een beetje door oude foto’s te kijken, en realiseerde me dat ik nog wel wat in elkaar kan flanzen. Omdat ik over het algemeen onvoorbereid en ongepland op reis ga, heb ik heel veel foto’s en niet zo heel veel te vertellen, en alle foto’s zijn nog met mijn telefoon genomen ook.
In december 2019 zou de Eurocity København – Hamburg niet meer via de veerboot Rødby – Puttgarden gaan, maar via de route over land. Omdat ik weinig zin had om helemaal naar zuid-Italië af te reizen om nog een veerboot te doen per trein, werd het tijd om een reisje te gaan boeken. N een dagje plannen en een vriend zo gek te krijgen om mee te reizen (veel gezelliger, en het maakt een hotel veel betaalbaarder :’) ), stonden we op 29 juni op station Breda. Omdat we pas ’s avonds laat aan zouden komen, hebben we eerst een hamburger gegeten, alvorens ons naar de trein te begeven die ons naar Eindhoven zou brengen. Een foto van de trein heb ik niet, maar wel van de stationskat.
De stationskat van Breda
In Eindhoven aangekomen ging het eerst even naar de Albert Heijn voor wat snacks, want Denemarken is duur, en vliegvelden zijn nog veel duurder. Daarna snel terug naar het station voor de bus naar het vliegveld, want we hadden uiteraard alles veel te krap gepland. De busrit verliep gelukkig vrij vlot.
Lijn 401 die ons naar het vliegveld zal brengen.
Eenmaal op het vliegveld aangekomen was er helemaal niemand bij de baggagecheck, dus het leek alsnog een eeuwigheid. Mijn reisgenoot moest wel even zijn koffer openmaken. Openmaken was zo gedaan, hem daarna weer dichtdoen was meer het probleem. Neem dan ook niet zo achterlijk veel mee voor een tripje van 3 dagen. Na er met zijn volle gewicht op te gaan zitten ging hij dan eindelijk dicht. Ik had alleen een rugzakje bij me, die nog niet eens groot genoeg om in het baggagerek te moeten.
Vliegen met een budgetmaatschappij is altijd genieten omdat het vaak een gezellige puinzooi is, maar als je eenmaal een paar keer gevlogen hebt wordt je er wel handiger in. Deel van de strategie is om een beetje rond de balie te hangen tot je als laatste door de gate gaat, zodat je in het vliegtuig zelf gewoon een plekje uit kan zoeken. Vaak is er gewoon een rij stoelen vrij terwijl jij naast een vreemde wordt gezet.
Stiekem is dit veel leuker dan zo’n slurf op Schiphol, zeker met mooi weer zoals vandaag.
Maar dit is toch wel een goede reden om met de trein te reizen… Auw.
De Storebæltsbroen, die Sjælland met Funen verbind.
Om 20:45 landen we in Denemarken op de luchthaven van København. Vanaf hier is het nog een stukje met de metro naar ons hotel, wat recht naast de metro staat bij halte Amager Strand. Na onze tassen gedumpt te hebben gaan we meteen weer naar buiten, want er is nog een beetje licht en we willen het maximale uit deze paar dagen halen. Eerst zijn we naar het strand gelopen om even met onze voeten in het water te staan, wat hier toch nog verdomde koud was, en daarna zijn we met de metro naar het centrum gegaan om een kebab te eten. Om middernacht waren we weer terug in ons hotel.
Het blijft leuk, voorin zitten
Metrohalte Øresund
De volgende ochtend waren we alweer vroeg op pad, want we moesten eerst langs het plaatselijke toeristenkantoor voor een Öresund Rundt-ticket. Voor zo’n 30 euro kan je twee dagen lang reizen in de regio København en Skåne. Voorwaarde is dat je een keer over de brug reist en 1 keer met de veerboot. Wij gingen eerst naar Helsingør, om daar de veerboot naar Zweden te pakken, en daar zagen we dan wel weer. Uiteindelijk werd het een turbo-stadswandeling in Helsingborg van iets meer dan een uur om vervolgens weer door te reizen. Zo veel te zien, zo weinig tijd.
Station Helsingør. Rechts de trein waarmee we zijn aan gekomen, links de trein naar Gilleleje.
Helsingør vanaf de veerboot
Kasteel Kronborg
Helsingborg is een leuk stadje om doorheen te lopen, maar er lijkt niet superveel te doen te zijn. Wel bijzonder zijn de Terrasstrapporna, de trappen die van het centrum omhoog leiden naar het park Slotthagen, waar vroeger een kasteel heeft gestaan. Tegenwoordig is hier alleen nog maar een toren van over.
Helsingborg vanaf de veerboot
Terrasstrapporna
Het uitzicht over de stad vanaf bovenaan de trappen(Klik voor grote versie)
De wachtruimte van busstation Helsingborg
Na onze korte wandeling ging het terug naar het centraal station van Helsingborg, waar we met de bus verder gingen. Het busstation hier is overdekt, met een grote wachtruimte waaromheen de busperrons zijn. Qua temperatuur erg prettig, maar het is wel een erg donker geheel.
Vanaf hier ging het per bus naar Höganäs, om daar over te stappen op een streekbus naar Mölle, waar we vervolgens weer overstapte op een bus naar natuurpark Kullaberg. Dit is een schiereiland met hoge kliffen, opmerkelijk in het verder aardig platte zuiden van Zweden. Ik ben hier een paar jaar eerder geweest op zomervakantie met mijn ouders, en wilde hier wel weer eens terug. Er stond een sterke wind, dus het was genieten van de golven die op de kliffen slaan. Hier hebben we ook weer anderhalf uur doorgebracht, om vervolgens weer verder te reizen.
In de jaren 80 werd er door een kunstenaar een stel houten sculpturen gebouwd op Kullaberg. De lokale overheid wilde ze weghalen, met een rechtzaak tot gevolg. In 1996 is daarom door dezelfde kunstenaar de microstaat Ladonia opgericht, die nog steeds bestaat.
Het gemeentehuis van Höganäs, waar je door snel achter een personeelslid aan te lopen door de met keycardlezer beveiligde deur komt, zodat je even naar de wc kan.
De vuurtoren bij de Kullaberg
De bus bij het eindpunt op de Kullaberg, welke ons weer terug naar Mölle zou brengen.
Op de terugweg stapten we weer uit in Höganäs, waar we vervolgens even rondkeken en weer direct dezelfde bus terug in stapten, blijkbaar rijden de bussen uit Mölle soms door als snelbus terug naar Helsingborg. In Helsingborg ging het per trein naar Lund, waar we weer een stadswandelingetje maakte door het centrum. Daarna ging het per snelbus naar Sjöbo, en per streekbus naar Ystad.
Lund is een leuk stadje, waar door de grote studentenpopulatie een stuk meer gebeurd dan je zou verwachten van een middelgroot provinciestadje. Zo is er een nieuwe tramlijn naar de campus, en er is ook een komen en gaan van bussen naar zowat heel Skåne. Ook is er in het centrum veel leven.
De streekbussen in Zweden zijn geel, de stadsbussen zijn groen. Saai, maar wel duidelijk.
De eindeloze leegte van zuid-Zweden vanuit de bus.
Eenmaal in Ystad aangekomen was het tijd voor weer een wandeling en wat avondeten. Ystad is een klein plaatsje met een grote haven, wat het een bijzondere sfeer geeft. Het centrum heeft niet heel veel qua bijzondere gebouwen, maar de algehele architectuur is wel bijzonder sfeervol. Tijdens een schoolexcursie zijn we naar een nieuwe wijk in Malmö geweest omdat deze zo goed ontworpen zou zijn, maar Ystad was naar mijn mening toch een stuk mooier. Wel is het station opvallend klein. Ik had meer verwacht van zo’n havenstad met internationale veerboten.
Ook hebben we hier typisch Zweeds gegeten, namelijk bij de Maxburger.
Deze schattige knalpaarse treintjes zijn de stoptreinen in Skåne, bekend als de Pågatågen, Påg betekent zoiets als jongen. Niet dat dat wat met treinen te maken heeft, maar het is een woord uit het lokale dialect en dat is dus uitermate geschikt voor lokale treinen. Overigens hebben deze treinen een bijzonder interieur:
Alle stoelen in deze trein zijn klapstoelen. Ik vraag me af wat de meerwaarde hiervan is, want het zit voor geen meter. Zitten deze treinen soms echt zo vol dat er zelfs hier mensen moeten staan? De sterrenhemel is wel een leuke toevoeging. Na twee veel te krappe overstappen en anderhalf uur zijn we weer terug in de hotelkamer.
De volgende dag was het tijd voor de terugreis, maar eerst gingen we nog wat rondhangen in Denemarken. Eerst ging het met de S-tog naar Hillerød. Deels omdat daar een mooi kasteel staat, maar eigenlijk vooral omdat het het verste is wat we met ons ticket konden komen. Het kasteel in Hillerød is tegenwoordig een museum, en daar hadden we uiteraard geen tijd voor. Na geluncht te hebben tussen de eenden ging het weer terug naar het station.
Terug in København zijn we vanaf station Nørreport het centrum ingelopen, om uiteindelijk bij het Centraal station uit te komen. Helaas waren er werkzaamheden, waardoor we per vervangbus naar Rødby moesten. Het was heet, druk en de chauffeur was pas een minuut voor vertrektijd bij de bus, waardoor we lekker een half uur hebben zitten bakken bij de bushalte.
En dan nu eindelijk de reden waarvoor we überhaupt naar Denemarken afgereisd zijn: De trein die bij Rødby de veerboot op reist. Het is een bijzondere ervaring, maar ik snap wel waarom ze er vanaf wilde. De boot doet maar liefst een uur over de overtocht van zo’n 13 kilometer.
Station Rødby Færge is een voor Deense begrippen behoorlijk triest station, dat duidelijk aan belangrijkheid heeft ingeboet sinds de opening van de brug naar Funen. Er liggen twee ongebruikte eilandperrons en een compleet begroeit rangeerterrein, waar zo te zien al jaren niks meer gebeurd is. Het overgebleven perron heeft slechts een bushokje en een amper leesbaar scherm waar de treinen op staan aangekondigd.
Lage Zwaluwe is er niets bij…
Eenmaal op de boot werd het al niet veel beter. Er was alleen een winkeltje, het restaurant was dicht, en het waaide verdomde hard buiten. Maar goed, de temperatuur was aangenaam, dus we hebben buiten tegen een muurtje uit de wind gezeten, waar we ons meegebrachte avondeten nuttigden.
Leuk detail, het andreaskruis onderaan de trap richting het autodek.
Eenmaal in Duitsland ging het ook direct op zijn Duits. We waren op tijd de boot afgereden, maar vervolgens stonden we drie kwartier stil langs het perron in Puttgarden. Eerst omdat er wat buitenlanders uit de trein werden gehaald door de douane, en daarna de machinist de radio niet werkend kreeg, aldus de omroep. Maar daarna gingen we gelukkig toch door naar Hamburg, waar we met 40 minuten vertraging aankwamen. Maar DB zou DB niet zijn als hun intercity niet flink te laat was zonder duidelijke reden, dus onze overstap van min 20 minuten hebben we ruimschoots gehaald.
Deze intercity bracht ons naar Osnabrück, waar het kutste deel van de reis begon. Iets na 1 uur stapten we hier uit, en onze volgende trein ging om 05:24.
Onze redder in nood: De 24/7 McDonald’s tegenover het station, waar we 4,5 uur koffie hebben gedronken en hebben gekaart. De nacht was lang, en ik ben nog nooit zo blij geweest om in een trein te stappen. Ik kreeg nog wel een shoutout in een video van Juliën hierdoor.
Vanaf hier ging het naar huis met overstappen in Oldenzaal en Zutphen, maar ik heb de hele reis alleen maar geslapen en geen foto’s meer genomen. De terugreis zou ik niet nog een keer zo doen, maar het was de enige Sparpreis van 40 euro die nog beschikbaar was, en het scheelde ook weer een hotelovernachting.
In december 2019 zou de Eurocity København – Hamburg niet meer via de veerboot Rødby – Puttgarden gaan, maar via de route over land. Omdat ik weinig zin had om helemaal naar zuid-Italië af te reizen om nog een veerboot te doen per trein, werd het tijd om een reisje te gaan boeken. N een dagje plannen en een vriend zo gek te krijgen om mee te reizen (veel gezelliger, en het maakt een hotel veel betaalbaarder :’) ), stonden we op 29 juni op station Breda. Omdat we pas ’s avonds laat aan zouden komen, hebben we eerst een hamburger gegeten, alvorens ons naar de trein te begeven die ons naar Eindhoven zou brengen. Een foto van de trein heb ik niet, maar wel van de stationskat.
De stationskat van Breda
In Eindhoven aangekomen ging het eerst even naar de Albert Heijn voor wat snacks, want Denemarken is duur, en vliegvelden zijn nog veel duurder. Daarna snel terug naar het station voor de bus naar het vliegveld, want we hadden uiteraard alles veel te krap gepland. De busrit verliep gelukkig vrij vlot.
Lijn 401 die ons naar het vliegveld zal brengen.
Eenmaal op het vliegveld aangekomen was er helemaal niemand bij de baggagecheck, dus het leek alsnog een eeuwigheid. Mijn reisgenoot moest wel even zijn koffer openmaken. Openmaken was zo gedaan, hem daarna weer dichtdoen was meer het probleem. Neem dan ook niet zo achterlijk veel mee voor een tripje van 3 dagen. Na er met zijn volle gewicht op te gaan zitten ging hij dan eindelijk dicht. Ik had alleen een rugzakje bij me, die nog niet eens groot genoeg om in het baggagerek te moeten.
Vliegen met een budgetmaatschappij is altijd genieten omdat het vaak een gezellige puinzooi is, maar als je eenmaal een paar keer gevlogen hebt wordt je er wel handiger in. Deel van de strategie is om een beetje rond de balie te hangen tot je als laatste door de gate gaat, zodat je in het vliegtuig zelf gewoon een plekje uit kan zoeken. Vaak is er gewoon een rij stoelen vrij terwijl jij naast een vreemde wordt gezet.
Stiekem is dit veel leuker dan zo’n slurf op Schiphol, zeker met mooi weer zoals vandaag.
Maar dit is toch wel een goede reden om met de trein te reizen… Auw.
De Storebæltsbroen, die Sjælland met Funen verbind.
Om 20:45 landen we in Denemarken op de luchthaven van København. Vanaf hier is het nog een stukje met de metro naar ons hotel, wat recht naast de metro staat bij halte Amager Strand. Na onze tassen gedumpt te hebben gaan we meteen weer naar buiten, want er is nog een beetje licht en we willen het maximale uit deze paar dagen halen. Eerst zijn we naar het strand gelopen om even met onze voeten in het water te staan, wat hier toch nog verdomde koud was, en daarna zijn we met de metro naar het centrum gegaan om een kebab te eten. Om middernacht waren we weer terug in ons hotel.
Het blijft leuk, voorin zitten
Metrohalte Øresund
De volgende ochtend waren we alweer vroeg op pad, want we moesten eerst langs het plaatselijke toeristenkantoor voor een Öresund Rundt-ticket. Voor zo’n 30 euro kan je twee dagen lang reizen in de regio København en Skåne. Voorwaarde is dat je een keer over de brug reist en 1 keer met de veerboot. Wij gingen eerst naar Helsingør, om daar de veerboot naar Zweden te pakken, en daar zagen we dan wel weer. Uiteindelijk werd het een turbo-stadswandeling in Helsingborg van iets meer dan een uur om vervolgens weer door te reizen. Zo veel te zien, zo weinig tijd.
Station Helsingør. Rechts de trein waarmee we zijn aan gekomen, links de trein naar Gilleleje.
Helsingør vanaf de veerboot
Kasteel Kronborg
Helsingborg is een leuk stadje om doorheen te lopen, maar er lijkt niet superveel te doen te zijn. Wel bijzonder zijn de Terrasstrapporna, de trappen die van het centrum omhoog leiden naar het park Slotthagen, waar vroeger een kasteel heeft gestaan. Tegenwoordig is hier alleen nog maar een toren van over.
Helsingborg vanaf de veerboot
Terrasstrapporna
Het uitzicht over de stad vanaf bovenaan de trappen(Klik voor grote versie)
De wachtruimte van busstation Helsingborg
Na onze korte wandeling ging het terug naar het centraal station van Helsingborg, waar we met de bus verder gingen. Het busstation hier is overdekt, met een grote wachtruimte waaromheen de busperrons zijn. Qua temperatuur erg prettig, maar het is wel een erg donker geheel.
Vanaf hier ging het per bus naar Höganäs, om daar over te stappen op een streekbus naar Mölle, waar we vervolgens weer overstapte op een bus naar natuurpark Kullaberg. Dit is een schiereiland met hoge kliffen, opmerkelijk in het verder aardig platte zuiden van Zweden. Ik ben hier een paar jaar eerder geweest op zomervakantie met mijn ouders, en wilde hier wel weer eens terug. Er stond een sterke wind, dus het was genieten van de golven die op de kliffen slaan. Hier hebben we ook weer anderhalf uur doorgebracht, om vervolgens weer verder te reizen.
In de jaren 80 werd er door een kunstenaar een stel houten sculpturen gebouwd op Kullaberg. De lokale overheid wilde ze weghalen, met een rechtzaak tot gevolg. In 1996 is daarom door dezelfde kunstenaar de microstaat Ladonia opgericht, die nog steeds bestaat.
Het gemeentehuis van Höganäs, waar je door snel achter een personeelslid aan te lopen door de met keycardlezer beveiligde deur komt, zodat je even naar de wc kan.
De vuurtoren bij de Kullaberg
De bus bij het eindpunt op de Kullaberg, welke ons weer terug naar Mölle zou brengen.
Op de terugweg stapten we weer uit in Höganäs, waar we vervolgens even rondkeken en weer direct dezelfde bus terug in stapten, blijkbaar rijden de bussen uit Mölle soms door als snelbus terug naar Helsingborg. In Helsingborg ging het per trein naar Lund, waar we weer een stadswandelingetje maakte door het centrum. Daarna ging het per snelbus naar Sjöbo, en per streekbus naar Ystad.
Lund is een leuk stadje, waar door de grote studentenpopulatie een stuk meer gebeurd dan je zou verwachten van een middelgroot provinciestadje. Zo is er een nieuwe tramlijn naar de campus, en er is ook een komen en gaan van bussen naar zowat heel Skåne. Ook is er in het centrum veel leven.
De streekbussen in Zweden zijn geel, de stadsbussen zijn groen. Saai, maar wel duidelijk.
De eindeloze leegte van zuid-Zweden vanuit de bus.
Eenmaal in Ystad aangekomen was het tijd voor weer een wandeling en wat avondeten. Ystad is een klein plaatsje met een grote haven, wat het een bijzondere sfeer geeft. Het centrum heeft niet heel veel qua bijzondere gebouwen, maar de algehele architectuur is wel bijzonder sfeervol. Tijdens een schoolexcursie zijn we naar een nieuwe wijk in Malmö geweest omdat deze zo goed ontworpen zou zijn, maar Ystad was naar mijn mening toch een stuk mooier. Wel is het station opvallend klein. Ik had meer verwacht van zo’n havenstad met internationale veerboten.
Ook hebben we hier typisch Zweeds gegeten, namelijk bij de Maxburger.
Deze schattige knalpaarse treintjes zijn de stoptreinen in Skåne, bekend als de Pågatågen, Påg betekent zoiets als jongen. Niet dat dat wat met treinen te maken heeft, maar het is een woord uit het lokale dialect en dat is dus uitermate geschikt voor lokale treinen. Overigens hebben deze treinen een bijzonder interieur:
Alle stoelen in deze trein zijn klapstoelen. Ik vraag me af wat de meerwaarde hiervan is, want het zit voor geen meter. Zitten deze treinen soms echt zo vol dat er zelfs hier mensen moeten staan? De sterrenhemel is wel een leuke toevoeging. Na twee veel te krappe overstappen en anderhalf uur zijn we weer terug in de hotelkamer.
De volgende dag was het tijd voor de terugreis, maar eerst gingen we nog wat rondhangen in Denemarken. Eerst ging het met de S-tog naar Hillerød. Deels omdat daar een mooi kasteel staat, maar eigenlijk vooral omdat het het verste is wat we met ons ticket konden komen. Het kasteel in Hillerød is tegenwoordig een museum, en daar hadden we uiteraard geen tijd voor. Na geluncht te hebben tussen de eenden ging het weer terug naar het station.
Terug in København zijn we vanaf station Nørreport het centrum ingelopen, om uiteindelijk bij het Centraal station uit te komen. Helaas waren er werkzaamheden, waardoor we per vervangbus naar Rødby moesten. Het was heet, druk en de chauffeur was pas een minuut voor vertrektijd bij de bus, waardoor we lekker een half uur hebben zitten bakken bij de bushalte.
En dan nu eindelijk de reden waarvoor we überhaupt naar Denemarken afgereisd zijn: De trein die bij Rødby de veerboot op reist. Het is een bijzondere ervaring, maar ik snap wel waarom ze er vanaf wilde. De boot doet maar liefst een uur over de overtocht van zo’n 13 kilometer.
Station Rødby Færge is een voor Deense begrippen behoorlijk triest station, dat duidelijk aan belangrijkheid heeft ingeboet sinds de opening van de brug naar Funen. Er liggen twee ongebruikte eilandperrons en een compleet begroeit rangeerterrein, waar zo te zien al jaren niks meer gebeurd is. Het overgebleven perron heeft slechts een bushokje en een amper leesbaar scherm waar de treinen op staan aangekondigd.
Lage Zwaluwe is er niets bij…
Eenmaal op de boot werd het al niet veel beter. Er was alleen een winkeltje, het restaurant was dicht, en het waaide verdomde hard buiten. Maar goed, de temperatuur was aangenaam, dus we hebben buiten tegen een muurtje uit de wind gezeten, waar we ons meegebrachte avondeten nuttigden.
Leuk detail, het andreaskruis onderaan de trap richting het autodek.
Eenmaal in Duitsland ging het ook direct op zijn Duits. We waren op tijd de boot afgereden, maar vervolgens stonden we drie kwartier stil langs het perron in Puttgarden. Eerst omdat er wat buitenlanders uit de trein werden gehaald door de douane, en daarna de machinist de radio niet werkend kreeg, aldus de omroep. Maar daarna gingen we gelukkig toch door naar Hamburg, waar we met 40 minuten vertraging aankwamen. Maar DB zou DB niet zijn als hun intercity niet flink te laat was zonder duidelijke reden, dus onze overstap van min 20 minuten hebben we ruimschoots gehaald.
Deze intercity bracht ons naar Osnabrück, waar het kutste deel van de reis begon. Iets na 1 uur stapten we hier uit, en onze volgende trein ging om 05:24.
Onze redder in nood: De 24/7 McDonald’s tegenover het station, waar we 4,5 uur koffie hebben gedronken en hebben gekaart. De nacht was lang, en ik ben nog nooit zo blij geweest om in een trein te stappen. Ik kreeg nog wel een shoutout in een video van Juliën hierdoor.
Vanaf hier ging het naar huis met overstappen in Oldenzaal en Zutphen, maar ik heb de hele reis alleen maar geslapen en geen foto’s meer genomen. De terugreis zou ik niet nog een keer zo doen, maar het was de enige Sparpreis van 40 euro die nog beschikbaar was, en het scheelde ook weer een hotelovernachting.