#8 Sophie gaat overwinteren (30f)
Geplaatst: zo 16 jan 2022, 22:11
Tijdens het opschonen van mijn PC kwam ik erachter dat ik een bijna een jaar geleden een mapje foto's had uitgezocht van een dagtochtje! Goed excuus om weer wat te schrijven natuurlijk.
Het is midden in de winter van 2021, en het grauwe weer en de regen waren mijn vriendin en ik eigenlijk wel even zat. Tijd om een warmer oord op te zoeken dus, en als we dan toch bezig zijn kunnen we meteen even wat spoorlijntjes afstrepen. Helaas zijn de foto's met de telefoon gemaakt, dus als je het nog mooier wilt zien, zul je er zelf heen moeten.
Afijn, op 23 februari 2021 staan we om 08:40 op het station van Lausanne om de IR15 van 08:44 naar Luzern te nemen, een rit van een ruime 2 uur. Deze rit is verder niet heel spannend, alleen het stukje omhoog van Lausanne naar Puidoux is mooi, langs het Lac Léman. Mijn foto's daarvan zijn op andere dagen een stuk beter gelukt, dus die houden jullie tegoed.
In de trein check ik even snel of alle treinen nog rijden, wat gelukkig nog zo is. Wel zie ik dit:
Dat belooft veel goeds wat betreft die warmere oorden. Gelukkig was er uiteindelijk niets aan de hand, alleen Oost-Zwitserland heeft een flink pak sneeuw gekregen.
2 uur later zijn we in Luzern, waar we overstappen op de Treno Gottardo van de SudOstBahn. Sinds de opening van de Gotthard-Basistunnel rijden de intercities niet meer over de oude Gotthardroute, maar zijn daar een tweetal interregios ingelegd, die Basel en Zürich allebei elk uur verbinden met Locarno. Ze hebben ongelooflijk trage paden, maar ach. Deze trein vanuit Zürich heeft ook 16 minuten stil gestaan op Luzern.
Waarom de SudOstBahn nou eigenlijk zo heet snap ik niet, want het is allemaal gewoon SBB, en deze treinen komen ook in Basel en Bern, wat nou niet bepaald zuidelijk of oostelijk is. Wel zijn er automaten aan boord, waarin ze hun eigen merk bier en wijn verkopen, maar ook een ongekookte paddestoelenrisotto van 9.80. Er zal wel vraag naar zijn…
Vanaf Luzern wordt de route langzaam maar zeker een stuk mooier, want we rijden op hoog tempo (Op die lange stop op Arth-Goldau na dan…) richting de bergen.
De Gotthardspoorlijn draait een paar keer rond, via keertunnels en haarspeldbochten, zo kunnen we hier zien waar we een paar minuten eerder reden:
Als je dacht dat de 13 minuten stop in Luzern lang was, dan kan het nog veel erger. Op Airolo staan we maar liefst 19 minuten stil, ogenschijnlijk zonder enige reden, want tegentreinen zijn er niet. Dan maar even een rondje lopen en naar de lokale Coop.
Sneeuw! Dat was niet de bedoeling! Airolo ligt op 1175 meter hoogte, dus het is een stuk kouder dan in Lausanne, met 1 graad boven 0. Voor Nederlanders zal dit dorp vooral bekend zijn van de verkeersinformatie, het ligt namelijk aan bij het zuidportaal van de Gotthardtunnels.
Naar de Coop is het gelukkig maar een klein stukje lopen, gewoon even de straat uit en de trap op…
Omlopen dus.
Bij de Coop hebben we lunch gekocht, een stokbroodje met paté en de lokale frisdrank. Dan maar weer terug naar het station, waar dezelfde trein nog steeds staat te wachten. Ook is er inmiddels een postbus verschenen, hoewel de chauffeur nergens te bekennen was.
Het straatbeeld is ook vrij deprimerend hier. Er is qua wintersport wel wat te beleven, maar het is allemaal zo grauw helaas. Gelukkig is de stationstunnel heel kleurrijk, hoewel ik enige betekenis van de artiest schuldig moet blijven. Wie het weet mag het zeggen.
De rest van de rit blijven we zitten naar Locarno, vanaf waar we gaan lopen naar Ascona, wat een toeristisch plaatsje aan het Lago Maggiore is. Onderweg komen we langs een groot winkelcentrum en de rivier de Maggia, die hier rechtgetrokken is:
…om in het centrum van Ascona aan te komen, aan het meer:
Er is helaas niet veel te doen in hartje winter, want 's zomers kan je hier nog net niet over de hoofden lopen. Wat er wel loopt spreekt dan weer overwegend Duits, half Zürich komt hier overwinteren. Ik kan ze geen ongelijk geven, het is hier een heerlijke 19 graden en volop zonnig. Maar ja, als je een half uurtje doorrijdt ben je in Italië, waar alles de helft kost…
In Ascono koop ik wat lokaal bier en wat pasta, en vervolgens lopen we terug naar Locarno, een tochtje door woonwijken van een kilometer of 3, waar ik onderweg nog wat bussen tegen kom. Het lokale OV wordt uitgevoerd door Ferrovie autolinee regionali ticinesi, oftwel FART ( ), wat met blauwe en witte bussen rondrijdt.
Locarno is ook een aardig plaatsje, waar helaas niet gek veel te doen is. Het centrum bestaat uit een groot plein, waar je via steegjes en trappetjes omhoog kan naar de straatjes erachter. Daar kom je vaak teleurstellend snel weer nieuwbouw tegen, maar het ziet er vanaf onderaan leuk uit. Hier haal ik avondeten nog meer lokaal bier bij de Aldi.
Ook liggen hier wat tramrails, vroeger heeft er een tram gereden tussen het centrum en het station. Deze is in 1960 echter opgeheven. Tot 1988 was er nog een kopstation aan de andere kant van het centrum, en sinds 1990 rijden de FART-treinen met een tunnel door tot aan het SBB-station. Het oude station is helaas gesloopt.
Ook rijdt Postauto hier met schattige kleine busjes:
Na dit wandelingetje was het alweer tijd om terug naar het station te gaan. Door de coronamaatregelen in Italië rijdt de Centovallitrein naar Domodossola maar 2 keer per dag, en wij nemen de middagtrein.
Het stationsgebouw van Locarno is best aardig, alleen wat saai. Voor de FART-treinen naar Italië moeten we echter naar de kelder. Bovenaan wordt echter nog afgeteld naar het moment waarop van noord naar zuid reizen in Zwitserland nog saaier zal worden.
Onze trein staat al op ons te wachten, als RE naar Camedo, en wat een heerlijk treinstel is het toch. Jaren 70-interieur, heerlijke stoelen en raampjes die open kunnen.
De Centovalliroute is zeker aan te raden, maar doe het niet zoals ik. Ga in de zomer en niet bij zonsondergang.
In Camedo moeten we vanwege de coronaregels overstappen op een of ander krakkemikkig treintje. De overstap is 1 minuut, en in die tijd moeten we ons coronaformulier laten zien, en wordt onze temperatuur gemeten. Ik had braaf het Engelstalige formulier ingevuld, maar dat konden ze niet lezen, waarna ik in de trein het formulier in het Italiaans in moest vullen. Dat ik dat niet kon lezen was niet hun probleem. De rest van de rit is helaas al donker, alleen halverwege worden we gepasseerd door een overvolle tegentrein die binnen Italië rijdt.
In Domodossola komen we ook aan op een ondergronds spoortje, waar we de enige passagiers blijven te zijn. Geen wonder dat deze trein zo weinig reed. Hier hebben we helaas een vrij lange overstap, en alles is al dicht, dus na een rondje om het gebouw gaan we maar koukleumen op het perron, waar we per RE naar Brig reizen en dan met de IR90 naar huis. Het was weer een lange dag, maar ik heb weer wat leuke lijntjes af kunnen strepen.
Moet alleen nog wel helemaal terug voor Göschenen – Andermatt….
Het is midden in de winter van 2021, en het grauwe weer en de regen waren mijn vriendin en ik eigenlijk wel even zat. Tijd om een warmer oord op te zoeken dus, en als we dan toch bezig zijn kunnen we meteen even wat spoorlijntjes afstrepen. Helaas zijn de foto's met de telefoon gemaakt, dus als je het nog mooier wilt zien, zul je er zelf heen moeten.
Afijn, op 23 februari 2021 staan we om 08:40 op het station van Lausanne om de IR15 van 08:44 naar Luzern te nemen, een rit van een ruime 2 uur. Deze rit is verder niet heel spannend, alleen het stukje omhoog van Lausanne naar Puidoux is mooi, langs het Lac Léman. Mijn foto's daarvan zijn op andere dagen een stuk beter gelukt, dus die houden jullie tegoed.
In de trein check ik even snel of alle treinen nog rijden, wat gelukkig nog zo is. Wel zie ik dit:
Dat belooft veel goeds wat betreft die warmere oorden. Gelukkig was er uiteindelijk niets aan de hand, alleen Oost-Zwitserland heeft een flink pak sneeuw gekregen.
2 uur later zijn we in Luzern, waar we overstappen op de Treno Gottardo van de SudOstBahn. Sinds de opening van de Gotthard-Basistunnel rijden de intercities niet meer over de oude Gotthardroute, maar zijn daar een tweetal interregios ingelegd, die Basel en Zürich allebei elk uur verbinden met Locarno. Ze hebben ongelooflijk trage paden, maar ach. Deze trein vanuit Zürich heeft ook 16 minuten stil gestaan op Luzern.
Waarom de SudOstBahn nou eigenlijk zo heet snap ik niet, want het is allemaal gewoon SBB, en deze treinen komen ook in Basel en Bern, wat nou niet bepaald zuidelijk of oostelijk is. Wel zijn er automaten aan boord, waarin ze hun eigen merk bier en wijn verkopen, maar ook een ongekookte paddestoelenrisotto van 9.80. Er zal wel vraag naar zijn…
Vanaf Luzern wordt de route langzaam maar zeker een stuk mooier, want we rijden op hoog tempo (Op die lange stop op Arth-Goldau na dan…) richting de bergen.
De Gotthardspoorlijn draait een paar keer rond, via keertunnels en haarspeldbochten, zo kunnen we hier zien waar we een paar minuten eerder reden:
Als je dacht dat de 13 minuten stop in Luzern lang was, dan kan het nog veel erger. Op Airolo staan we maar liefst 19 minuten stil, ogenschijnlijk zonder enige reden, want tegentreinen zijn er niet. Dan maar even een rondje lopen en naar de lokale Coop.
Sneeuw! Dat was niet de bedoeling! Airolo ligt op 1175 meter hoogte, dus het is een stuk kouder dan in Lausanne, met 1 graad boven 0. Voor Nederlanders zal dit dorp vooral bekend zijn van de verkeersinformatie, het ligt namelijk aan bij het zuidportaal van de Gotthardtunnels.
Naar de Coop is het gelukkig maar een klein stukje lopen, gewoon even de straat uit en de trap op…
Omlopen dus.
Bij de Coop hebben we lunch gekocht, een stokbroodje met paté en de lokale frisdrank. Dan maar weer terug naar het station, waar dezelfde trein nog steeds staat te wachten. Ook is er inmiddels een postbus verschenen, hoewel de chauffeur nergens te bekennen was.
Het straatbeeld is ook vrij deprimerend hier. Er is qua wintersport wel wat te beleven, maar het is allemaal zo grauw helaas. Gelukkig is de stationstunnel heel kleurrijk, hoewel ik enige betekenis van de artiest schuldig moet blijven. Wie het weet mag het zeggen.
De rest van de rit blijven we zitten naar Locarno, vanaf waar we gaan lopen naar Ascona, wat een toeristisch plaatsje aan het Lago Maggiore is. Onderweg komen we langs een groot winkelcentrum en de rivier de Maggia, die hier rechtgetrokken is:
…om in het centrum van Ascona aan te komen, aan het meer:
Er is helaas niet veel te doen in hartje winter, want 's zomers kan je hier nog net niet over de hoofden lopen. Wat er wel loopt spreekt dan weer overwegend Duits, half Zürich komt hier overwinteren. Ik kan ze geen ongelijk geven, het is hier een heerlijke 19 graden en volop zonnig. Maar ja, als je een half uurtje doorrijdt ben je in Italië, waar alles de helft kost…
In Ascono koop ik wat lokaal bier en wat pasta, en vervolgens lopen we terug naar Locarno, een tochtje door woonwijken van een kilometer of 3, waar ik onderweg nog wat bussen tegen kom. Het lokale OV wordt uitgevoerd door Ferrovie autolinee regionali ticinesi, oftwel FART ( ), wat met blauwe en witte bussen rondrijdt.
Locarno is ook een aardig plaatsje, waar helaas niet gek veel te doen is. Het centrum bestaat uit een groot plein, waar je via steegjes en trappetjes omhoog kan naar de straatjes erachter. Daar kom je vaak teleurstellend snel weer nieuwbouw tegen, maar het ziet er vanaf onderaan leuk uit. Hier haal ik avondeten nog meer lokaal bier bij de Aldi.
Ook liggen hier wat tramrails, vroeger heeft er een tram gereden tussen het centrum en het station. Deze is in 1960 echter opgeheven. Tot 1988 was er nog een kopstation aan de andere kant van het centrum, en sinds 1990 rijden de FART-treinen met een tunnel door tot aan het SBB-station. Het oude station is helaas gesloopt.
Ook rijdt Postauto hier met schattige kleine busjes:
Na dit wandelingetje was het alweer tijd om terug naar het station te gaan. Door de coronamaatregelen in Italië rijdt de Centovallitrein naar Domodossola maar 2 keer per dag, en wij nemen de middagtrein.
Het stationsgebouw van Locarno is best aardig, alleen wat saai. Voor de FART-treinen naar Italië moeten we echter naar de kelder. Bovenaan wordt echter nog afgeteld naar het moment waarop van noord naar zuid reizen in Zwitserland nog saaier zal worden.
Onze trein staat al op ons te wachten, als RE naar Camedo, en wat een heerlijk treinstel is het toch. Jaren 70-interieur, heerlijke stoelen en raampjes die open kunnen.
De Centovalliroute is zeker aan te raden, maar doe het niet zoals ik. Ga in de zomer en niet bij zonsondergang.
In Camedo moeten we vanwege de coronaregels overstappen op een of ander krakkemikkig treintje. De overstap is 1 minuut, en in die tijd moeten we ons coronaformulier laten zien, en wordt onze temperatuur gemeten. Ik had braaf het Engelstalige formulier ingevuld, maar dat konden ze niet lezen, waarna ik in de trein het formulier in het Italiaans in moest vullen. Dat ik dat niet kon lezen was niet hun probleem. De rest van de rit is helaas al donker, alleen halverwege worden we gepasseerd door een overvolle tegentrein die binnen Italië rijdt.
In Domodossola komen we ook aan op een ondergronds spoortje, waar we de enige passagiers blijven te zijn. Geen wonder dat deze trein zo weinig reed. Hier hebben we helaas een vrij lange overstap, en alles is al dicht, dus na een rondje om het gebouw gaan we maar koukleumen op het perron, waar we per RE naar Brig reizen en dan met de IR90 naar huis. Het was weer een lange dag, maar ik heb weer wat leuke lijntjes af kunnen strepen.
Moet alleen nog wel helemaal terug voor Göschenen – Andermatt….