Interrail 2019 deel 1: Oostwaarts met oud materieel (57f)
Geplaatst: wo 09 mar 2022, 17:50
De afgelopen jaren heb ik een sterke interesse in treinen en bussen ontwikkeld. Het begon in 2016 met (bus)reizen van 1 dag binnen Noord-Brabant, vervolgens ook een keer België en (dankzij mijn studenten-ov) de rest van Nederland. Op mijn eerste meerdaagse ov-reis met overnachting maakte ik het niet zo moeilijk: 2 dagen Duitsland op een VRR 48-uursticket, al verliep het nogal chaotisch, net als een soortgelijke reis 3 maanden later. Desondanks wilde ik hogerop: verder Europa in. En zo geschiedde: ik schafte een Interrail-pas aan voor 10 dagen in 2 maanden en heb deze afgelopen zomer gebruikt.
Vanwege mijn autisme (ik zal wel lang niet de enige zijn hier) heb ik nog wat moeite met zelfstandigheid, maar het reizen zelf verliep goed, ook al ging het een paar keer behoorlijk mis, daarover later meer. Mijn moeder wilde dan ook absolute zekerheid vooraf en heeft zich ook onderweg nog behoorlijk ermee bemoeid. Soms een beetje vervelend, maar uiteindelijk toch wel nuttig. Al gingen er toch nog een aantal dingen mis...
Bij mijn reis heb ik de focus gelegd op mooie spoortrajecten en (oud) treinmaterieel; toeristische dingen heb ik zo goed als niet gedaan. Qua foto’s valt er geen topkwaliteit te verwachten: vooraf had ik nog nauwelijks fotografie-ervaring en ik heb een eenvoudige camera gebruikt. Wel heb ik een hoop zitten uitproberen met de instellingen (ik heb kort voor de reis een basiscursus fotografie gevolgd), er zullen dus wat foto’s bij zitten die waarschijnlijk met nogal verkeerde instellingen zijn gemaakt.
Het is inmiddels 2022, we zijn een hoop wereldproblemen verder en ik heb wat andere interesses ontwikkeld. Ik heb echter nog steeds wel enthousiasme voor het OV. Daarom nu na lange tijd daadwerkelijk het verslag, waaraan met wat lange onderbrekingen zo’n 2,5 jaar aan gewerkt is.
Maandag 1 juli 2019, de laatste dag voor vertrek. In de ochtend heb ik nog een tentamen aan de TU/e (ik woon thuis in Eindhoven), waarna ik lunch haal in de kantine, om alvast in de stemming te komen. Ik heb geluk: (de meeste van) mijn jaargenoten hebben op vrijdag nog een tentamen, maar het betreffende vak heb ik met een jaar uitgesteld. Eenmaal thuis wordt er intensief ingepakt, ik leen een backpack van mijn zus (die eigenlijk niet heel geschikt is voor mij; inmiddels heb ik in 2020 voor mijn verjaardag een betere backpack gekregen). Tegen het eind van de avond is alles ingepakt, het reisplan is afgemaakt en ik ben klaar voor vertrek. De volgende ochtend sta ik vroeg op om nog thuis te ontbijten, daarna kan de reis beginnen. De eerste rit van lijn 18 haal ik niet, gelukkig gaat vijf minuten later lijn 319. Deze biedt nog steeds aansluiting op de trein naar Heerlen.
1. De IC naar Heerlen, vlak voor vertrek. Nogal een paniekshot, ik bedenk me pas vlak voor vertrek dat ik nog een foto wil maken.

De rit naar Heerlen verloopt zonder problemen. Het gaat alleen mis bij aankomst: station Heerlen is op dat moment nog in verbouwing. Ik ben in de veronderstelling dat ik voorin moet zitten om in Heerlen niet bij het hek uit te stappen, maar dit blijkt juist niet te kloppen. Vervolgens loop ik ook nog de verkeerde kant op na het uitstappen. Ik mis de overstap van 2 minuten, dus zit ik nog een uur vast in Heerlen: omdat ik met een Interrail reis, moet ik per trein de grens over. Hierdoor kan ik ook niet per ICE van Aachen naar Köln.
2. De RE18 naar Aachen op station Heerlen.

Het lijkt op het eerste gezicht nog erger te worden: vanwege werkzaamheden rijdt de RE9 enkele minuten eerder, waardoor ik mijn overstap niet kan halen. Na aankomst op Aachen Hbf vraag ik aan het personeel van een trein die er staat of de RE9 al weg is. Dat blijkt niet zo te zijn: 20 minuten vertraging. Welkom in Duitsland :’) Gelukkig werkt de vertraging in mijn voordeel. De RE9 rijdt met Dosto-rijtugein in combinatie met een 146-loc (geen goede foto’s helaas).
Vanuit Köln reis ik verder in de richting van Koblenz. Als ik een uur eerder in Köln was geweest, had ik een trein gehad met ongemoderniseerde rijtuigen; de eerste trein richting Koblenz die nu komt rijdt met vrijwel uitsluitend gemoderniseerd materieel. Normaal dan, want op de vertrekstaat verschijnt ‘geänderte Wagenreihung’. Er blijkt namelijk een Ersatzzug ingezet te worden, volledig met oude rijtuigen! Ik stap in een gedeclasseerd eersteklasrijtuig (Bpwmz) met stoelen in 2+1-opstelling. Het zit goed, maar ik wil toch ook de rest van de trein zien. Daar blijken rijtuigen van het type Bimz te zitten (het type dat in Nederland als ICL reed, zelf alleen nooit meegemaakt). Deze rijden al bijna niet meer rond in Duitsland, dus heb ik enorm geluk. Het comfort is best goed, en belangrijker: het raam kan open! Dit levert wat mooie beelden langs de Rijn op. De exacte locatie van de meeste foto’s weet ik niet.
3. Het stationsgebouw van Köln Hauptbahnhof.

4. Een onbekend dorp aan de oostkant van de Rijn, vanuit de trein gezien.

5. Langs de Rijn zijn er veel wijngaarden, zoals hier.

Ik stap uit op Koblenz Hbf. Ik had natuurlijk een unieke kans om de rest van de Rheinstrecke uit het open raam te kunnen zien, maar ik wilde niet te lang wachten met de lunch, die ik bij een bakkerij op het station haal. Vanaf Koblenz neem ik later een IC naar Mainz die vanaf daar verder rijdt richting Stuttgart, deze rijdt met moderne rijtuigen. Het traject langs de Rijn is uiteraard zeer mooi, ook als het raam niet open kan.
6. IC 2013 Dortmund – Oberstdorf bij aankomst in Koblenz Hbf.

7. Het dorp Kamp-Bornhofen, gelegen op de heuvels langs de Rijn.

8. Een kasteel aan de oostkant van de Rijn.

9. Meer wijngaarden.

Zodra ik in Mainz aankom, besluit ik om zo snel mogelijk naar mijn overnachting te gaan, het is een best zware eerste reisdag. Ik ben overigens totaal niet van het uitgaan, de avonden gebruik ik om bij te komen van het reizen. Fernverkehr richting Frankfurt rijdt er niet op dit moment, dus wordt het een RE die wegens werkzaamheden is ingekort tot Frankfurt-Höchst. De RE wordt gereden door DB Regio met een FLIRT in de SÜWEX-huisstijl. Ik vind deze persoonlijk een van de mooiste moderne treinen waar ik ooit in heb gezeten: goede stoelen, houten tafels in de eerste en tweede klas. Zo zouden meer stoptreinen mogen zijn. In Frankfurt-Höchst blijkt dat enkele andere treinen wel naar Frankfurt Hbf doorrijden. Er staat al een trein aangekondigd, maar enkele minuten eerder vertrekt er al een andere trein die pas bij binnenkomst op de borden komt te staan. Hierdoor moet ik nog op het laatste moment naar een ander perron, maar ik haal de trein wel. Het is de RB21, deze rijdt met dubbeldeksrijtuigen.
10. De RE4 bij aankomst in Frankfurt-Höchst.

11. Een regionale trein in Frankfurt Hbf, gereden met een diesel-TRAXX en dubbeldeksrijtuigen.

Frankfurt Hbf is een groot kopstation, met meer dan 20 sporen. Bovendien is er nog het ondergrondse station Frankfurt Hbf (tief), waar de S-Bahn stopt. Na wat rond te hebben gekeken op het station neem ik de S-Bahn richting mijn plaats van overnachting, Mühlheim (Main). Deze voorstad van Frankfurt heeft een stadsbus bestaande uit een enkele lijn, ik ga echter lopend naar mijn accommodatie. Hier aangekomen gaat het niet helemaal goed: voor de deur heb ik een toegangscode nodig. Er zitten wat anderen buiten, het lijken geen Duitsers te zijn. Mijn pension doet dus blijkbaar ook dienst als gastarbeiderswoning :’) Als later de eigenaar binnenkomt, blijkt dat ik de code allang had kunnen hebben, aangezien die in de middag per e-mail is verstuurd. Ik had op dat moment alleen wat problemen met e-mail op mijn smartphone (die ik achteraf gezien had kunnen omzeilen). Bovendien wist ik al wel van het pension van een dag later dat ik een toegangscode nodig zou hebben. Hoe dan ook, ik ben binnen. De eigenaar is een vermoedelijk Bulgaarse vrouw (ze heeft een behoorlijk Oost-Europees accent en het boekje met de huisregels is o. a. in het Bulgaars), ze spreekt niet geweldig goed Duits maar genoeg om alles geregeld te krijgen. Uiteindelijk is alles geregeld en haal ik een pizza bij een Italiaans restaurant in het dorp. Verder doe ik die dag niet veel bijzonders meer.
Het pension biedt geen ontbijt aan, maar daar heb ik een oplossing voor: een ontbijt in de trein! Om een uur of 8 neem ik de S-Bahn naar Hanau, waar ik overstap op de ICE richting Wenen. Ik blijf vandaag echter binnen Duitsland en neem deze trein tot Würzburg. Ik stap gelijk in bij het Bordrestaurant, hier koop ik een ontbijt. Kost wel wat geld (5 euro exclusief drinken), maar het is ook de ervaring die telt. In elk geval is het voor mij genieten, dit is treincultuur
Na het eten maak ik een kleine fout door te blijven zitten, wachtend tot mijn bord wordt opgehaald. Zo werkt het echter niet, het is de bedoeling dat je na de afrekening gewoon weggaat uit het restauratierijtuig. In Würzburg stap ik uit, al had ik ook tot in Nürnberg kunnen blijven zitten gegeven mijn reisplan. De trein komt op tijd aan, mijn aansluitende trein is echter later waardoor ik nu wat langer in Würzburg zal moeten wachten.
12. De S8 richting Hanau, in Mühlheim (Main).

13. De ICE Dortmund – Wien bij vertrek uit Würzburg.

De volgende trein die ik neem is de RE naar Bamberg. Deze rijdt met een Talent 2, een treintype waarover de meningen verdeeld zijn. In dit geval is het goed uit te houden, het interieur is comfortabel genoeg (vind ik dan). De vertraging is meer dan 15 minuten, ik zie dan al op de DB-website dat mijn aansluitende trein ook vertraagd is. Dit is een vrij bijzondere trein: de IC 2063 (Karlsruhe – Leipzig). Deze rijdt over de klassieke lijn tussen Nürnberg en Leipzig, in plaats van de hogesnelheidslijn via Erfurt, en is daarmee de enige trein van het Fernverkehr op die lijn. Andere IC’s uit Karlsruhe rijden slechts tot Nürnberg. Het materieel is een IC2, de dubbeldekkers die niet bepaald een goed imago hebben: zeer onbetrouwbaar en geen restauratierijtuig aanwezig, in plaats daarvan is er railcatering die langsloopt, zoals in Nederland. De trein is nauwelijks druk bezet. Er blijken nog andere Nederlanders in de trein te zitten, ik houd me echter van hen afzijdig (mij zul je niet zo snel een gesprek met een vreemde zien aangaan). De trein rijdt door een mooi landschap, alleen zijn de ramen van de trein nogal vies (net als bij een VIRM...). Toch heb ik enkele landschapsfoto’s kunnen nemen. Onderweg komt de trein ook nog langs Probstzella, waar vroeger de grens tussen West- en Oost-Duitsland lag. Tegenwoordig rijdt men er op volle snelheid doorheen (helaas geen foto).
14. De IC Karlsruhe – Leipzig, bij binnenkomst in Bamberg.

15. Bossen langs het spoor, ergens tussen Kronach en Saalfeld.

16. Heuvels in het Frankenwald.

17. De Saale, nabij Kaulsdorf.

De heuvels eindigen ongeveer bij Jena, vanaf hier is het nog een uur tot in Leipzig. De trein rijdt goed door: de vertraging was meer dan 20 minuten bij vertrek uit Bamberg, in Leipzig zijn hiervan nog maar 7 minuten over. Leipzig Hbf is een mooi station, maar ik blijf er maar kort en heb ook geen foto’s gemaakt. Het lijkt veel op Frankfurt Hbf: een zeer groot kopstation, in combinatie met ondergrondse S-Bahnsporen. Ik haal de aansluiting op mijn volgende trein: de RE6 naar Chemnitz, mijn eindbestemming. Deze trein is ook bijzonder, maar dan qua materieel. De spoorlijn Leipzig – Chemnitz is niet geëlektrificeerd, dus rijden er dieseltreinen. De RE6 wordt door de Mitteldeutsche Regiobahn geëxploiteerd. Aangezien zij geen geschikte dieseltreinstellen hebben, wordt er gereden met tweedehands rijtuigen en een dieselloc. Voor deze rijtuigen ben ik hier, want het zijn vrijwel de laatste rijtuigen in Duitsland afkomstig van de Deutsche Reichsbahn (DR), de vroegere spoorwegmaatschappij van Oost-Duitsland, die hun originele interieur nog hebben. Alleen de bekleding is veranderd. Verder is alles nog helemaal Oost-Duits: 8-persoons coupés met klassieke banken, en ramen die open kunnen. De trein vertrekt, de rijtuigen zijn echt rammelbakken, het rijcomfort is niet bepaald dat van een modern treinstel. Deze rijtuigen zijn nog in dienst tot 2023, voor wie ze nog wil meemaken. De locomotief is echter wel modern, al was in augustus 2019 de Ostalgie-factor tijdelijk nog groter toen er een BR 232 als reserveloc werd ingezet, een voormalig Oost-Duitse loc gebouwd in de Sovjet-Unie. Hier een video (niet van mij, uiteraard). En dan kom ik onderweg dit tegen:
18. Een stukje geschiedenis.

Alsof de Muur nooit gevallen is... Ik ben blij dat dit shot gelukt is, de trein stond er maar kort stil. Verdere DDR-restanten heb ik niet aangetroffen. De trein eindigt wegens werkzaamheden in Chemnitz Küchwald. Vanaf daar is het nog een kort stuk met treinvervangend vervoer, hiervoor worden twee gelede stadsbussen ingezet.
19. RE6 Leipzig – Chemnitz na aankomst in Chemnitz Küchwald. Het stuurstandrijtuig op deze foto is ook van Oost-Duitse oorsprong, alleen is deze wat meer gemoderniseerd van binnen.

In Chemnitz moet ik nog een stuk met de tram naar mijn pension, hier gaat alles goed en kan ik gaan eten, vlakbij zit een Grieks restaurant dus ga ik daar maar heen. Het eten valt me niet tegen. Op aanraden van mijn moeder ga ik vlak voor sluitingstijd nog langs een supermarkt om broodjes te halen voor het ontbijt van morgen, want ik vertrek zeer vroeg.
Het is dag 3 van mijn reis, ik sta al om 5:20 uur op, want om 6 uur wil ik bij het pension zijn uitgecheckt (vroeger kan niet). Dit gaat goed, maar dan komt het probleem: ik wil de tram nemen naar Chemnitz Hbf, maar er is geen mogelijkheid om aan boord tickets te kopen, en evenmin bij de onbeduidende halte waar ik sta. Hier kom ik pas achter zodra ik in de tram zit. Zwartrijden is toch iets te sterk tegen mijn principes, zelfs om een trein te halen die cruciaal is voor mijn reisplan, dus stap ik na 1 halte uit. Ik had dit kunnen weten, en de dag van tevoren een ticket kunnen kopen (toen heb ik de automaat op Chemnitz Hbf gebruikt) of een e-ticket kunnen kopen (in de DB Navigator-app, maar dan moet je ook maar weer uitvinden hoe je daarin betaalt als buitenlander). Daarmee valt heel mijn reisplan uit elkaar, want ik wil een trein nemen die maar enkele keren per dag rijdt. Ongeveer tegelijk met de tram had er ook een streekbus moeten gaan, maar deze is vertraagd. Uiteindelijk ga ik lopend naar station Chemnitz Mitte om daar de RB richting Zwickau te nemen, in plaats van de eerdere RE vanaf Chemnitz Hbf. Na een behoorlijk stuk lopen (met een volle rugzak) bereik ik het station, het laatste stuk is zelfs nog tegen een heuvel op. Ik kom gelukkig nog op tijd aan.
De trein naar Zwickau is op tijd, net als de RE6 wordt de RB45 gereden door de Mitteldeutsche Regiobahn. Dit keer echter veel moderner materieel, een Alstom Coradia Continental (BR 1440). Deze trein heeft uitklaptafels, wat niet altijd vanzelfsprekend is in een stoptrein. Voor mij een groot voordeel, want ik moet nog eten. Zonder vertraging wordt Zwickau bereikt. Mijn plan was om de trein naar Johanngeorgenstadt te nemen, een Duitse plaats op de grens met Tsjechië, en dan verder richting Karlovy Vary. Een mooie spoorlijn, alleen rijden er op het Tsjechische trajectdeel maar 6 treinen per dag. Daardoor loop ik in één keer 3 uur uit. In Zwickau heb ik ongeveer een half uur wachttijd tot de trein naar Johanngeorgenstadt vertrekt. Het is een (diesel-)Desiro met S-Bahninterieur, niet echt geweldig comfortabel dus. De rit verloopt verder probleemloos, foto’s heb ik echter niet gemaakt wegens vieze ramen, al is het traject toch best mooi.
20. RB45 Chemnitz – Zwickau na aankomst in Zwickau Hbf.

21. RB95 Zwickau – Johanngeorgenstadt.

Het station van Johanngeorgenstadt stelt weinig voor, dus besluit ik om in het uur dat ik nog heb naar Potůcký te lopen, het dorp aan de Tsjechische kant van de grens. Onderweg kom ik nog een kleine waterval tegen. Er zijn ook geen winkels en als ik de grens oversteek blijkt waarom: Potůcký zit vol met winkels, waar de prijzen natuurlijk lager liggen dan in Duitsland. Echt geschikte dingen weet ik niet te vinden (er is nergens vers brood), dus koop ik er niets. Vanaf Potůcký neem ik 3 uur later dan gepland de trein naar Karlovy Vary. Ik had gehoopt op een RegioNova, een tweedelig treinstel van de ČD omgebouwd uit oude railbussen (daarover later meer), maar er komt een Pesa Link voorrijden, het nieuwste dieselmaterieel van de ČD. Geen open ramen dus. Wel is de trein van alle moderne gemakken voorzien, dus kan ik mijn telefoon opladen. Verder is de geheugenkaart van mijn camera vol (deels met foto’s van mijn vader, van wie ik de camera geleend heb), dus moet ik eerst de foto’s naar mijn laptop overzetten. Nadat ik weer ruimte op de camera heb, kan ik nog wat landschapsfoto’s nemen. Onderweg komt er toevallig nog een oude Karosa-bus langsrijden bij een overweg, helaas heb ik daarvan geen foto gemaakt (dit was nadat ik de foto’s had overgezet).
22. Waterval in Johanngeorgenstadt.

23. Het stationsgebouw van Potůcký.

24. Bomen op de heuvels aan de spoorlijn Johanngeorgenstadt – Karlovy Vary.

25. Een rivier in het bos.

In Karlovy Vary wil ik eerst geld wisselen, maar er zijn op het station geen geldautomaten te vinden. Is ook eigenlijk niet nodig, pinnen kan overal en ik blijf nu maar 1 dag in Tsjechië. Wel staat er zo’n oude railbus: reeks 810, onder Duitse treinliefhebbers bekend als “Brotbüchse” (broodtrommel). In de oude kleurstelling zelfs. Oorspronkelijk wilde ik via nevenlijntjes, waarop deze railbussen rijden, naar Praag, maar daar is nu geen tijd meer voor. Mijn moeder begint erop aan te dringen dat ik zo snel mogelijk richting Praag moet, en onderweg nog iets te eten koop (en bij voorkeur ook brood voor morgen, waarbij het haar niet duidelijk is dat bij de nachttrein ontbijt is bijgeleverd), en vooral géén geld moet wisselen. Ik neem uiteindelijk een trein die richting Praag rijdt, maar stap onderweg nog uit in Ústí nad Labem. Hier haal ik dan wel geld uit de automaat. Bij een winkel haal ik een Snickers, zodat ik in elk geval nog iets gegeten heb, maar daarbij laat ik per ongeluk mijn biljet van 500 Tsjechische kronen (ongeveer 25 euro) liggen. Karma is a bitch. Vanaf dat moment wordt mijn insteek om alleen wanneer het niet anders kan contant geld te gebruiken. Gefrustreerd neem ik dan maar de eerste trein naar Praag, waar ik dan nog altijd meer dan 3 uur heb tot mijn nachttrein gaat. De trein naar Praag komt aan vanuit Děčín en rijdt deels met oude coupérijtuigen, gemaakt in Oost-Duitsland. Deze zijn toch best comfortabel – van de oude bankjes is ook hier alleen de bekleding vernieuwd – en de ramen kunnen open. Wel moet ik mijn coupé met anderen delen, dus gaat het raam niet helemaal open. Ik heb ook niet echt zin om nog foto’s te maken. Bij aankomst in Praag weet ik even niet meer wat ik moet doen. Uiteindelijk besluit ik een pizza te halen in een kleine pizzeria, in de buurt van station Praha-Masarykovo. Op de terugweg raak ik een beetje verdwaald, tot ik het station weer zie. Ik kom echter uit bij de ingang van de autolaadplaats, van waaruit ik semi-legaal naar het hoofdgedeelte van het station terugloop. Ik kwam ermee weg en heb verder niemand gezien die het ook deed, maar zal vast niet de eerste verdwaalde reiziger zijn geweest die deze route neemt.
26. ČD 810-railbus in Karlovy Vary hl.n.

Na het eten kijk ik nog wat naar de treinen die er staan. Wat mij als eerste opvalt is de trein van de private vervoerder Leo Express. Dit is een nachttrein tussen Praag en Košice, gereden met een FLIRT :’) Een soort Slowaakse private nacht-IC dus. Ook de andere private vervoerder van Tsjechië, Regiojet, baat een nachttrein naar Košice uit, met vermoedelijk ex-Belgische I6-couchetterijtuigen (ik weet niet of die daar nog worden ingezet). Kort daarna staat mijn trein, de EN 443 “Slovakia” klaar, met een combinatie van Tsjechische en Slowaakse rijtuigen. Dit is de eerste nachttrein ooit die ik zelfstandig neem, op zeer jonge leeftijd heb ik wel ooit nog met de autoslaaptrein gereisd (toen die nog reed). Daarvan kan ik me alleen nog vaag de nachttrein herinneren, de vakantie zelf al niet meer. De nachttrein die ik nu neem, rijdt tussen Praag en Humenné, waarbij ik tot Košice meereis. Ik ben in een Tsjechisch slaaprijtuig ingedeeld, waar ik een bovenbed in een tweepersoons coupé heb (wel is enigszins opvallend het middelste bed opengeklapt in plaats van het bovenste). Ik deel deze met een oudere man, die geen Duits of Engels spreekt, contact blijft dus uit. Hij reist mee tot in Spišská Nová Ves, zo blijkt uit de reservering die hij laat zien, Het rijtuig rijdt echter door tot Humenné, waardoor mijn coupé op dat traject leeg zal zijn.
27. De coupé in het ČD-slaaprijtuig.

De nachttrein bevalt mij zeer goed, ik heb weinig last van het geluid en slapen in een ruimte met airco blijkt zowat een openbaring. Toch wil ik op mijn volgende Interrail-reis een slaaprijtuig met arko proberen, voordat dat niet meer kan in Europa
. De volgende ochtend stapt mijn coupégenoot uit in Spisska Nová Ves, daarvandaan is het nog ongeveer een uur tot Košice. Ik krijg ook mijn nachttreinontbijt, dat ik onderweg en op station Košice opeet. Ik bewaar nog het broodbeleg dat ik over heb, dat kan ik goed gebruiken tijdens de rest van mijn reis. In Košice zijn vast wel wat toeristische dingen te zien, alleen blijf ik in de buurt van het station. Ik loop nog onder andere naar het busstation voor de langeafstandsbussen, waar veel touringcars staan. Ook ga ik nog de stad in op zoek naar een supermarkt, er is alleen één probleem: het is 5 juli, wat in Slowakije een feestdag is (Sint-Cyrillus- en Sint-Methodiusdag). Juist op deze feestdag zijn alle supermarkten dicht, terwijl ze normaal ook op zondag open zijn. Dan ga ik maar voor lunch naar de McDonald’s, ik neem echter alleen friet want ik hoef nu niet zo veel te eten. Later blijkt dat de bakkerij in het station ook open is, daar haal ik dus nog iets zodat ik al met al toch redelijk heb kunnen lunchen.
28. De nachttrein bij aankomst in Košice. De rijtuigen die slechts tot Košice rijden zijn al weggerangeerd en er is een dieselloc aangekoppeld voor het laatste stuk naar Humenné.

De trein links in beeld is ook interessant, dat is namelijk de nieuwe treinverbinding tussen Košice en Mukachevo (Oekraïne). Er zijn enkele fotografen die hem van dichtbij bekijken.
Na het eten ga ik weer naar het station, om mijn volgende trein te nemen richting Margecany. Hiermee ga ik dus eigenlijk terug over het traject dat ik met de nachttrein heb afgelegd, alleen had ik toen minder goed zicht. De trein is een stoptrein naar Poprad-Tatry en vertrekt vanaf spoor 3A. Om daar te komen moet je enkele onbeveiligde overwegen over, dit kan probleemloos omdat alle treinen hier stoppen (behalve goederentreinen). Ik had het liefst een iets eerdere trein gehad, waar een oud treinstel (reeks 460) op rijdt, alleen heb ik deze gemist. Ik heb echter geluk: normaal rijden er moderne rijtuigen op deze trein, maar nu zijn de achterste twee rijtuigen ineens van een ouder type (Bdmtee). Een daarvan valt van buiten op door de kleurstelling (groen-oranje). Dit rijtuigtype wordt bovendien op dit moment gemoderniseerd (naschrift 2022: een deel is geheel vernieuwd, de rest heeft nieuwe bekleding gekregen), en deze twee exemplaren zijn van binnen nog volledig origineel. Dit betekent oude bankjes en ramen die open kunnen (wel klapramen, dus iets lastiger foto’s maken)
Ik ga helemaal achterin zitten, zodat ik ook door het achterraam foto’s kan maken. Niemand anders zit er, want wie wil er nou in zulke ouwe meuk zitten als er ook moderne rijtuigen met airco, wifi en stopcontacten in dezelfde trein aanwezig zijn? Nou, één gekke Nederlander dus
. Wat ook bijzonder is, is dat de bakovergangen bestaan uit ‘gewone’ deuren met een deurklink, in plaats van schuifdeuren zoals in de meeste treinen. Ik geniet er elke seconde van, hier een greep uit de foto’s die onderweg naar Margecany zijn gemaakt.
29. De stoptrein Košice – Poprad-Tatry voor vertrek. Het is moeilijk te zien, maar het vierde rijtuig is lichtgroen en een van de twee oude rijtuigen.

30. Een treinstel van reeks 460.

31. De banken van mijn Bdmtee-rijtuig, nog origineel bekleed.

32. Het zicht uit het achterraam van de trein.

33. Deze prullenbak heeft nog het logo van de ČSD, de spoorwegmaatschappij van voormalig Tsjechoslowakije. Andere prullenbakken zijn al wel vervangen.

34. Station Velká Lodina.

35. Een seinhuis, waarschijnlijk niet meer in gebruik.

36. Een stuwdam in de Hornád-rivier.

37. Een metalen spoorbrug. Dit soort beelden krijg je alleen uit het achterraam van een getrokken trein.

38. Nog een 460-treinstel. Eigenlijk zijn het treinstammen, ik heb ook exemplaren gezien met rode en groene bakken door elkaar.

39+40. Het zeer brede stationsgebouw van Margecany, in 2 foto’s (mijn excuses voor het onvolledige stationsbordje).


In Margecany heb ik ongeveer 40 minuten overstap op mijn volgende trein, de sneltrein naar Banská Bystrica. Deze rijdt 3 keer per dag en vormt op een deel van het traject de enige verbinding. Ik mag hem dus absoluut niet missen, maar dat gebeurt ook niet want hij staat er al. Het materieel is echter opvallend: normaal zou er een diesellocomotief met oude rijtuigen ingezet worden, alleen staan er dit keer twee oude Brotbüchsen klaar, die in Slowakije als reeks 812 genummerd zijn. Ik hoor al iemand het woord ‘rýchlik’ verbaasd uitspreken, dus ongebruikelijke materieelinzet is het zeker
Een feestdag zorgt schijnbaar voor gekke materieelomlopen.
41. R 822 Margecany – Banská Bystrica, voor vertrek in Margecany.

Het interieur bestaat uit banken in 3+2 opstelling die op zich best goed zitten, ik heb gelukkig een voorwaartse plaats in een vierzitter aan het raam. Op een gegeven moment komt er schuin tegenover mij een man van in de 20 zitten, met een nogal patriottisch ogend Russisch T-shirt :’) Bij vertrek zit in elk geval het eerste ‘treinstel’ vol, in het andere treindeel heb ik niet kunnen kijken. De oude railbussen blijken verschrikkelijke rammelbakken te zijn, die gewoon met 100 km/u over een infrequent gebruikte spoorlijn worden gejakkerd, het voelt nog erger dan de Oost-Duitse rijtuigen. Er zijn veel Slowaakse families in de trein aanwezig, bij mij zit behalve de Rus verder niemand. Onderweg houdt de Rus (vermoedelijk zal hij dat wel zijn) zich vooral bezig met zijn smartphone, terwijl ik uit het raam foto’s maak. Ondertussen hebben de Slowaken het heel gezellig, op een gegeven moment deelt er zelfs iemand wodka (of iets vergelijkbaars) uit, die ik beleefd afsla. De Rus neemt het wel aan. Mijn reis begint steeds meer een Timon91-gevoel te krijgen... Halverwege blijkt waarom de trein zo vol zit: in Dedinky stapt bijna iedereen uit, hier zit namelijk een meer waar veel Slowaken op vakantie gaan, zeker nu het een feestdag is.
42. Een bergtop in de Tatra.

43. Dit zie je niet in Nederland: een houtzagerij aan het spoor, inclusief houtwagons.

44. Groene heuvels.

45. Een mysterieuze foto: zijn deze huizen verlaten, of wonen er (arme) mensen? Gezien nabij Nálepkovo.

46. Station Mlynky.

47. Dedinky, een populair recreatieoord.

Het traject loopt veel door de bergen. Helaas is wederom de geheugenkaart van mijn camera bijna vol, dus verwijder ik wat mislukte foto’s. Van de spiraal bij Telgárt heb ik dus helaas geen beelden, al was de rest van het traject door de bergen net zo mooi. In Polomka wordt iedereen de trein uit gezet; men wordt overgeplaatst naar het materieel dat er eigenlijk al had moeten rijden, een dieselloc met 4 rijtuigen. De loc moet omlopen, iets wat in Nederland niet meer gebeurt. Ik neem plaats in een coupé, waar onder andere een meisje van ongeveer 18 zit. Ze blijkt Nederlands te zijn, haar naam heb ik niet gevraagd. Op een gegeven moment is er kaartcontrole, waarbij blijkt dat zij de materieelwissel niet heeft meegekregen: ze laat een enkeltje Banská Bystrica – Košice zien, de conductrice (die alleen Slowaaks spreekt) weet niet wat ze ermee moet. Gelukkig schieten drie Slowaakse meiden uit de coupé ernaast te hulp voor vertaling. Uiteindelijk krijgen het Nederlandse meisje en haar moeder het advies om via Zvoleň om te reizen om zo Košice te bereiken, want vanuit Banská Bystrica gaat er geen tegentrein meer naar Margecany. Ze krijgen ook dispensatie hiervoor om met het ticket dat ze nu hebben zo te reizen.
48. Steile rotswanden.

49. Ook hier groene heuvels.

50. De Hron-rivier.

Ik kom aan in Banská Bystrica. De stad maakt een vrij uitgestorven indruk, het is dan ook een feestdag. Banská Bystrica heeft een vrij goed netwerk aan stadsbussen, inclusief trolleybussen. Alleen stopt nabij mijn pension alleen lijn 100, die ‘s avonds niet rijdt. Daarom ga ik maar te voet, het is ongeveer 20 minuten lopen, wel nog een behoorlijk stuk de heuvel op. Onderweg kijk ik of ik een restaurant kan vinden, maar alles is gesloten. Ik kom aan bij het pension, dat wordt geleid door een vrij strenge Slowaakse dame. Ze spreekt vrij gebrekkig Engels, maar de check-in is geregeld, nadat ik op en neer heb moeten lopen naar een geldautomaat. Die bevindt zich gelukkig dicht bij het pension, op het centrale plein van de stad (Námestie SNP).
Hier is veel meer bedrijvigheid dan in de straten waar ik onderweg over liep. Er zijn ook meerdere restaurants open, dus ik kom gelukkig niet zonder eten te zitten. Ik kies voor restaurant Cechová, wat zeker qua prijs-kwaliteitsverhouding een aanrader is. Binnen staat de tv aan, afgesteld op een Bulgaarse videoclipzender, wat het Timon91-gehalte behoorlijk opdrijft. Het is duidelijk, ik bevind me in een Slavisch land
Na het eten loop ik terug naar het pension, ik rust nog een beetje uit voordat ik naar bed ga.
Na een goede nacht sta ik op, om iets na achten ben ik buiten de deur van het pension. Er was gemeld dat er ontbijt aanwezig zou zijn, in het naastgelegen restaurant. Dit blijkt echter op vrijdag pas om 9 uur te kunnen, en dan moet ik al in de trein zitten. Onderweg naar het station kom ik langs een buurtsuper, waar ik wat brood haal voor mijn ontbijt. Iets verderop zit een grotere supermarkt (Billa) waar ik nog iets meer haal. Ik heb ontbijt, de reis kan beginnen.
51. R 344 Banská Bystrica – Ostrava.

De trein die ik neem heeft als eindbestemming Ostrava, behalve het laatste rijtuig, dat tot Žilina meegaat. Waarom speciaal hiervoor gerangeerd wordt is mij onduidelijk. Ik neem in dit rijtuig plaats. De spoorlijn tussen Banská Bystrica en Vrútky is mooi, doordat ik aan het eten ben zie ik er helaas weinig van. In Žilina heb ik een kwartier overstap op mijn volgende trein, die mij naar Bratislava gaat brengen. Deze Rýchlik (sneltrein) met het nummer 604 zit behoorlijk vol, ik moet aanvankelijk staan. Gelukkig heb ik een plaats aan de rechterkant bij het raam, zodat ik het mooie uitzicht op de Váh nabij Považská Bystrica niet hoef te missen. Na enige tijd krijg ik alsnog een zitplaats aangeboden.
52. Een stuwdam in de Váh.

53. Uitzicht op het water. De rivier is hier breder, nabij Milochov.

54. Een strand langs de rivier.

55. Slowaaks heuvellandschap.

Dit soort uitzichten zijn voor mij echter niet de voornaamste reden om met deze trein naar Bratislava te reizen. Er is namelijk ook een restauratierijtuig aan boord, en het is net middag als ik in deze trein zit. Slowakije is een van de laatste landen in Europa waar het eten in de restauratierijtuigen nog vers wordt bereid. Ik bestel een omelet, deze bevalt me goed. Een aanrader dus, voor wie nog eens in Slowakije komt.
Nadat ik gegeten heb, is het al iets rustiger in de trein, tegen mijn verwachting in. Ik heb tot in Bratislava een zitplaats. Na aankomst heb ik iets minder dan 3 uur de tijd tot de laatst mogelijke trein naar Břeclav vertrekt. Het is warm weer, dus heb ik niet echt zin om Bratislava in te gaan, dus ik kijk wat rond op het station en naar de treinen. Na enige tijd besluit ik om wat eten en drinken te halen, dit echter niet op het station maar bij een winkel niet ver ervandaan. Ik ben op tijd terug voor de trein naar Břeclav, dit is de Eurocity ‘Metropolitan’ die tussen Budapest en Praag rijdt. Ik neem plaats in een van de coupérijtuigen, deze zijn in de Eurofima-stijl uitgevoerd.
Ik kom aan in Břeclav, waar ik naar mijn pension toe loop dat zich vrijwel op het stationsterrein bevindt. Het inchecken is nog problematisch, want ik heb geen Tsjechische kronen contant bij me. De receptioniste geeft mij de mogelijkheid te betalen in euro, waarbij ik het wisselgeld in kronen terugkrijg. De vrees om afgezet te worden is er, maar uiteindelijk is het slechts 50 eurocent in mijn nadeel. En ik heb nu Tsjechische kronen om de volgende dag mee door te komen.
56. Slechte foto, maar wel bijzonder: een bagagerijtuig. De ČD heeft ook rijtuigen die voor de helft bagagerijtuig zijn en de helft tweede klas, maar deze is volledig voor bagage en fietsen.

57. Een regionale trein op station Břeclav.

Zodra ik op mijn kamer ben, slaat het noodlot echter toe. Ik heb mijn toilettas niet bij me, waarin ook mijn medicatie zit. Deze heb ik ofwel in het pension in Banská Bystrica laten liggen, ofwel in de trein tussen Bratislava en Břeclav, waar ik nog mijn laptop uit de rugzak heb gehaald. In elk geval is hij weg. Ik informeer meteen mijn moeder, zij vindt na enige tijd een oplossing: over twee dagen ben ik in Luzern (Zwitserland) waar op het station een medische spoedpost en een apotheek aanwezig zijn, waar ik dan mijn medicatie kan krijgen.
Břeclav is een vrij sfeerloos dorp, het station is in verbouwing dus daar is weinig te doen. Ik ga eten bij een Italiaans restaurant, de bediening hier spreekt geen Engels en beperkt Duits, waardoor ik niet uitgelegd krijg dat ik de rest van mijn hoofdgerecht niet meer hoef, maar nog wel een dessert wil. Dan maar geen dessert.
Hierbij eindigt deel 1 van het verslag, in het tweede deel verlaat ik het voormalige Oostblok en ga ik door naar Oostenrijk en Zwitserland. Ik hoop dat jullie dit een goed verslag vonden.
Vanwege mijn autisme (ik zal wel lang niet de enige zijn hier) heb ik nog wat moeite met zelfstandigheid, maar het reizen zelf verliep goed, ook al ging het een paar keer behoorlijk mis, daarover later meer. Mijn moeder wilde dan ook absolute zekerheid vooraf en heeft zich ook onderweg nog behoorlijk ermee bemoeid. Soms een beetje vervelend, maar uiteindelijk toch wel nuttig. Al gingen er toch nog een aantal dingen mis...
Bij mijn reis heb ik de focus gelegd op mooie spoortrajecten en (oud) treinmaterieel; toeristische dingen heb ik zo goed als niet gedaan. Qua foto’s valt er geen topkwaliteit te verwachten: vooraf had ik nog nauwelijks fotografie-ervaring en ik heb een eenvoudige camera gebruikt. Wel heb ik een hoop zitten uitproberen met de instellingen (ik heb kort voor de reis een basiscursus fotografie gevolgd), er zullen dus wat foto’s bij zitten die waarschijnlijk met nogal verkeerde instellingen zijn gemaakt.
Het is inmiddels 2022, we zijn een hoop wereldproblemen verder en ik heb wat andere interesses ontwikkeld. Ik heb echter nog steeds wel enthousiasme voor het OV. Daarom nu na lange tijd daadwerkelijk het verslag, waaraan met wat lange onderbrekingen zo’n 2,5 jaar aan gewerkt is.
Maandag 1 juli 2019, de laatste dag voor vertrek. In de ochtend heb ik nog een tentamen aan de TU/e (ik woon thuis in Eindhoven), waarna ik lunch haal in de kantine, om alvast in de stemming te komen. Ik heb geluk: (de meeste van) mijn jaargenoten hebben op vrijdag nog een tentamen, maar het betreffende vak heb ik met een jaar uitgesteld. Eenmaal thuis wordt er intensief ingepakt, ik leen een backpack van mijn zus (die eigenlijk niet heel geschikt is voor mij; inmiddels heb ik in 2020 voor mijn verjaardag een betere backpack gekregen). Tegen het eind van de avond is alles ingepakt, het reisplan is afgemaakt en ik ben klaar voor vertrek. De volgende ochtend sta ik vroeg op om nog thuis te ontbijten, daarna kan de reis beginnen. De eerste rit van lijn 18 haal ik niet, gelukkig gaat vijf minuten later lijn 319. Deze biedt nog steeds aansluiting op de trein naar Heerlen.
1. De IC naar Heerlen, vlak voor vertrek. Nogal een paniekshot, ik bedenk me pas vlak voor vertrek dat ik nog een foto wil maken.

De rit naar Heerlen verloopt zonder problemen. Het gaat alleen mis bij aankomst: station Heerlen is op dat moment nog in verbouwing. Ik ben in de veronderstelling dat ik voorin moet zitten om in Heerlen niet bij het hek uit te stappen, maar dit blijkt juist niet te kloppen. Vervolgens loop ik ook nog de verkeerde kant op na het uitstappen. Ik mis de overstap van 2 minuten, dus zit ik nog een uur vast in Heerlen: omdat ik met een Interrail reis, moet ik per trein de grens over. Hierdoor kan ik ook niet per ICE van Aachen naar Köln.
2. De RE18 naar Aachen op station Heerlen.

Het lijkt op het eerste gezicht nog erger te worden: vanwege werkzaamheden rijdt de RE9 enkele minuten eerder, waardoor ik mijn overstap niet kan halen. Na aankomst op Aachen Hbf vraag ik aan het personeel van een trein die er staat of de RE9 al weg is. Dat blijkt niet zo te zijn: 20 minuten vertraging. Welkom in Duitsland :’) Gelukkig werkt de vertraging in mijn voordeel. De RE9 rijdt met Dosto-rijtugein in combinatie met een 146-loc (geen goede foto’s helaas).
Vanuit Köln reis ik verder in de richting van Koblenz. Als ik een uur eerder in Köln was geweest, had ik een trein gehad met ongemoderniseerde rijtuigen; de eerste trein richting Koblenz die nu komt rijdt met vrijwel uitsluitend gemoderniseerd materieel. Normaal dan, want op de vertrekstaat verschijnt ‘geänderte Wagenreihung’. Er blijkt namelijk een Ersatzzug ingezet te worden, volledig met oude rijtuigen! Ik stap in een gedeclasseerd eersteklasrijtuig (Bpwmz) met stoelen in 2+1-opstelling. Het zit goed, maar ik wil toch ook de rest van de trein zien. Daar blijken rijtuigen van het type Bimz te zitten (het type dat in Nederland als ICL reed, zelf alleen nooit meegemaakt). Deze rijden al bijna niet meer rond in Duitsland, dus heb ik enorm geluk. Het comfort is best goed, en belangrijker: het raam kan open! Dit levert wat mooie beelden langs de Rijn op. De exacte locatie van de meeste foto’s weet ik niet.
3. Het stationsgebouw van Köln Hauptbahnhof.

4. Een onbekend dorp aan de oostkant van de Rijn, vanuit de trein gezien.

5. Langs de Rijn zijn er veel wijngaarden, zoals hier.

Ik stap uit op Koblenz Hbf. Ik had natuurlijk een unieke kans om de rest van de Rheinstrecke uit het open raam te kunnen zien, maar ik wilde niet te lang wachten met de lunch, die ik bij een bakkerij op het station haal. Vanaf Koblenz neem ik later een IC naar Mainz die vanaf daar verder rijdt richting Stuttgart, deze rijdt met moderne rijtuigen. Het traject langs de Rijn is uiteraard zeer mooi, ook als het raam niet open kan.
6. IC 2013 Dortmund – Oberstdorf bij aankomst in Koblenz Hbf.

7. Het dorp Kamp-Bornhofen, gelegen op de heuvels langs de Rijn.

8. Een kasteel aan de oostkant van de Rijn.

9. Meer wijngaarden.

Zodra ik in Mainz aankom, besluit ik om zo snel mogelijk naar mijn overnachting te gaan, het is een best zware eerste reisdag. Ik ben overigens totaal niet van het uitgaan, de avonden gebruik ik om bij te komen van het reizen. Fernverkehr richting Frankfurt rijdt er niet op dit moment, dus wordt het een RE die wegens werkzaamheden is ingekort tot Frankfurt-Höchst. De RE wordt gereden door DB Regio met een FLIRT in de SÜWEX-huisstijl. Ik vind deze persoonlijk een van de mooiste moderne treinen waar ik ooit in heb gezeten: goede stoelen, houten tafels in de eerste en tweede klas. Zo zouden meer stoptreinen mogen zijn. In Frankfurt-Höchst blijkt dat enkele andere treinen wel naar Frankfurt Hbf doorrijden. Er staat al een trein aangekondigd, maar enkele minuten eerder vertrekt er al een andere trein die pas bij binnenkomst op de borden komt te staan. Hierdoor moet ik nog op het laatste moment naar een ander perron, maar ik haal de trein wel. Het is de RB21, deze rijdt met dubbeldeksrijtuigen.
10. De RE4 bij aankomst in Frankfurt-Höchst.

11. Een regionale trein in Frankfurt Hbf, gereden met een diesel-TRAXX en dubbeldeksrijtuigen.

Frankfurt Hbf is een groot kopstation, met meer dan 20 sporen. Bovendien is er nog het ondergrondse station Frankfurt Hbf (tief), waar de S-Bahn stopt. Na wat rond te hebben gekeken op het station neem ik de S-Bahn richting mijn plaats van overnachting, Mühlheim (Main). Deze voorstad van Frankfurt heeft een stadsbus bestaande uit een enkele lijn, ik ga echter lopend naar mijn accommodatie. Hier aangekomen gaat het niet helemaal goed: voor de deur heb ik een toegangscode nodig. Er zitten wat anderen buiten, het lijken geen Duitsers te zijn. Mijn pension doet dus blijkbaar ook dienst als gastarbeiderswoning :’) Als later de eigenaar binnenkomt, blijkt dat ik de code allang had kunnen hebben, aangezien die in de middag per e-mail is verstuurd. Ik had op dat moment alleen wat problemen met e-mail op mijn smartphone (die ik achteraf gezien had kunnen omzeilen). Bovendien wist ik al wel van het pension van een dag later dat ik een toegangscode nodig zou hebben. Hoe dan ook, ik ben binnen. De eigenaar is een vermoedelijk Bulgaarse vrouw (ze heeft een behoorlijk Oost-Europees accent en het boekje met de huisregels is o. a. in het Bulgaars), ze spreekt niet geweldig goed Duits maar genoeg om alles geregeld te krijgen. Uiteindelijk is alles geregeld en haal ik een pizza bij een Italiaans restaurant in het dorp. Verder doe ik die dag niet veel bijzonders meer.
Het pension biedt geen ontbijt aan, maar daar heb ik een oplossing voor: een ontbijt in de trein! Om een uur of 8 neem ik de S-Bahn naar Hanau, waar ik overstap op de ICE richting Wenen. Ik blijf vandaag echter binnen Duitsland en neem deze trein tot Würzburg. Ik stap gelijk in bij het Bordrestaurant, hier koop ik een ontbijt. Kost wel wat geld (5 euro exclusief drinken), maar het is ook de ervaring die telt. In elk geval is het voor mij genieten, dit is treincultuur

12. De S8 richting Hanau, in Mühlheim (Main).

13. De ICE Dortmund – Wien bij vertrek uit Würzburg.

De volgende trein die ik neem is de RE naar Bamberg. Deze rijdt met een Talent 2, een treintype waarover de meningen verdeeld zijn. In dit geval is het goed uit te houden, het interieur is comfortabel genoeg (vind ik dan). De vertraging is meer dan 15 minuten, ik zie dan al op de DB-website dat mijn aansluitende trein ook vertraagd is. Dit is een vrij bijzondere trein: de IC 2063 (Karlsruhe – Leipzig). Deze rijdt over de klassieke lijn tussen Nürnberg en Leipzig, in plaats van de hogesnelheidslijn via Erfurt, en is daarmee de enige trein van het Fernverkehr op die lijn. Andere IC’s uit Karlsruhe rijden slechts tot Nürnberg. Het materieel is een IC2, de dubbeldekkers die niet bepaald een goed imago hebben: zeer onbetrouwbaar en geen restauratierijtuig aanwezig, in plaats daarvan is er railcatering die langsloopt, zoals in Nederland. De trein is nauwelijks druk bezet. Er blijken nog andere Nederlanders in de trein te zitten, ik houd me echter van hen afzijdig (mij zul je niet zo snel een gesprek met een vreemde zien aangaan). De trein rijdt door een mooi landschap, alleen zijn de ramen van de trein nogal vies (net als bij een VIRM...). Toch heb ik enkele landschapsfoto’s kunnen nemen. Onderweg komt de trein ook nog langs Probstzella, waar vroeger de grens tussen West- en Oost-Duitsland lag. Tegenwoordig rijdt men er op volle snelheid doorheen (helaas geen foto).
14. De IC Karlsruhe – Leipzig, bij binnenkomst in Bamberg.

15. Bossen langs het spoor, ergens tussen Kronach en Saalfeld.

16. Heuvels in het Frankenwald.

17. De Saale, nabij Kaulsdorf.

De heuvels eindigen ongeveer bij Jena, vanaf hier is het nog een uur tot in Leipzig. De trein rijdt goed door: de vertraging was meer dan 20 minuten bij vertrek uit Bamberg, in Leipzig zijn hiervan nog maar 7 minuten over. Leipzig Hbf is een mooi station, maar ik blijf er maar kort en heb ook geen foto’s gemaakt. Het lijkt veel op Frankfurt Hbf: een zeer groot kopstation, in combinatie met ondergrondse S-Bahnsporen. Ik haal de aansluiting op mijn volgende trein: de RE6 naar Chemnitz, mijn eindbestemming. Deze trein is ook bijzonder, maar dan qua materieel. De spoorlijn Leipzig – Chemnitz is niet geëlektrificeerd, dus rijden er dieseltreinen. De RE6 wordt door de Mitteldeutsche Regiobahn geëxploiteerd. Aangezien zij geen geschikte dieseltreinstellen hebben, wordt er gereden met tweedehands rijtuigen en een dieselloc. Voor deze rijtuigen ben ik hier, want het zijn vrijwel de laatste rijtuigen in Duitsland afkomstig van de Deutsche Reichsbahn (DR), de vroegere spoorwegmaatschappij van Oost-Duitsland, die hun originele interieur nog hebben. Alleen de bekleding is veranderd. Verder is alles nog helemaal Oost-Duits: 8-persoons coupés met klassieke banken, en ramen die open kunnen. De trein vertrekt, de rijtuigen zijn echt rammelbakken, het rijcomfort is niet bepaald dat van een modern treinstel. Deze rijtuigen zijn nog in dienst tot 2023, voor wie ze nog wil meemaken. De locomotief is echter wel modern, al was in augustus 2019 de Ostalgie-factor tijdelijk nog groter toen er een BR 232 als reserveloc werd ingezet, een voormalig Oost-Duitse loc gebouwd in de Sovjet-Unie. Hier een video (niet van mij, uiteraard). En dan kom ik onderweg dit tegen:
18. Een stukje geschiedenis.

Alsof de Muur nooit gevallen is... Ik ben blij dat dit shot gelukt is, de trein stond er maar kort stil. Verdere DDR-restanten heb ik niet aangetroffen. De trein eindigt wegens werkzaamheden in Chemnitz Küchwald. Vanaf daar is het nog een kort stuk met treinvervangend vervoer, hiervoor worden twee gelede stadsbussen ingezet.
19. RE6 Leipzig – Chemnitz na aankomst in Chemnitz Küchwald. Het stuurstandrijtuig op deze foto is ook van Oost-Duitse oorsprong, alleen is deze wat meer gemoderniseerd van binnen.

In Chemnitz moet ik nog een stuk met de tram naar mijn pension, hier gaat alles goed en kan ik gaan eten, vlakbij zit een Grieks restaurant dus ga ik daar maar heen. Het eten valt me niet tegen. Op aanraden van mijn moeder ga ik vlak voor sluitingstijd nog langs een supermarkt om broodjes te halen voor het ontbijt van morgen, want ik vertrek zeer vroeg.
Het is dag 3 van mijn reis, ik sta al om 5:20 uur op, want om 6 uur wil ik bij het pension zijn uitgecheckt (vroeger kan niet). Dit gaat goed, maar dan komt het probleem: ik wil de tram nemen naar Chemnitz Hbf, maar er is geen mogelijkheid om aan boord tickets te kopen, en evenmin bij de onbeduidende halte waar ik sta. Hier kom ik pas achter zodra ik in de tram zit. Zwartrijden is toch iets te sterk tegen mijn principes, zelfs om een trein te halen die cruciaal is voor mijn reisplan, dus stap ik na 1 halte uit. Ik had dit kunnen weten, en de dag van tevoren een ticket kunnen kopen (toen heb ik de automaat op Chemnitz Hbf gebruikt) of een e-ticket kunnen kopen (in de DB Navigator-app, maar dan moet je ook maar weer uitvinden hoe je daarin betaalt als buitenlander). Daarmee valt heel mijn reisplan uit elkaar, want ik wil een trein nemen die maar enkele keren per dag rijdt. Ongeveer tegelijk met de tram had er ook een streekbus moeten gaan, maar deze is vertraagd. Uiteindelijk ga ik lopend naar station Chemnitz Mitte om daar de RB richting Zwickau te nemen, in plaats van de eerdere RE vanaf Chemnitz Hbf. Na een behoorlijk stuk lopen (met een volle rugzak) bereik ik het station, het laatste stuk is zelfs nog tegen een heuvel op. Ik kom gelukkig nog op tijd aan.
De trein naar Zwickau is op tijd, net als de RE6 wordt de RB45 gereden door de Mitteldeutsche Regiobahn. Dit keer echter veel moderner materieel, een Alstom Coradia Continental (BR 1440). Deze trein heeft uitklaptafels, wat niet altijd vanzelfsprekend is in een stoptrein. Voor mij een groot voordeel, want ik moet nog eten. Zonder vertraging wordt Zwickau bereikt. Mijn plan was om de trein naar Johanngeorgenstadt te nemen, een Duitse plaats op de grens met Tsjechië, en dan verder richting Karlovy Vary. Een mooie spoorlijn, alleen rijden er op het Tsjechische trajectdeel maar 6 treinen per dag. Daardoor loop ik in één keer 3 uur uit. In Zwickau heb ik ongeveer een half uur wachttijd tot de trein naar Johanngeorgenstadt vertrekt. Het is een (diesel-)Desiro met S-Bahninterieur, niet echt geweldig comfortabel dus. De rit verloopt verder probleemloos, foto’s heb ik echter niet gemaakt wegens vieze ramen, al is het traject toch best mooi.
20. RB45 Chemnitz – Zwickau na aankomst in Zwickau Hbf.

21. RB95 Zwickau – Johanngeorgenstadt.

Het station van Johanngeorgenstadt stelt weinig voor, dus besluit ik om in het uur dat ik nog heb naar Potůcký te lopen, het dorp aan de Tsjechische kant van de grens. Onderweg kom ik nog een kleine waterval tegen. Er zijn ook geen winkels en als ik de grens oversteek blijkt waarom: Potůcký zit vol met winkels, waar de prijzen natuurlijk lager liggen dan in Duitsland. Echt geschikte dingen weet ik niet te vinden (er is nergens vers brood), dus koop ik er niets. Vanaf Potůcký neem ik 3 uur later dan gepland de trein naar Karlovy Vary. Ik had gehoopt op een RegioNova, een tweedelig treinstel van de ČD omgebouwd uit oude railbussen (daarover later meer), maar er komt een Pesa Link voorrijden, het nieuwste dieselmaterieel van de ČD. Geen open ramen dus. Wel is de trein van alle moderne gemakken voorzien, dus kan ik mijn telefoon opladen. Verder is de geheugenkaart van mijn camera vol (deels met foto’s van mijn vader, van wie ik de camera geleend heb), dus moet ik eerst de foto’s naar mijn laptop overzetten. Nadat ik weer ruimte op de camera heb, kan ik nog wat landschapsfoto’s nemen. Onderweg komt er toevallig nog een oude Karosa-bus langsrijden bij een overweg, helaas heb ik daarvan geen foto gemaakt (dit was nadat ik de foto’s had overgezet).
22. Waterval in Johanngeorgenstadt.

23. Het stationsgebouw van Potůcký.

24. Bomen op de heuvels aan de spoorlijn Johanngeorgenstadt – Karlovy Vary.

25. Een rivier in het bos.

In Karlovy Vary wil ik eerst geld wisselen, maar er zijn op het station geen geldautomaten te vinden. Is ook eigenlijk niet nodig, pinnen kan overal en ik blijf nu maar 1 dag in Tsjechië. Wel staat er zo’n oude railbus: reeks 810, onder Duitse treinliefhebbers bekend als “Brotbüchse” (broodtrommel). In de oude kleurstelling zelfs. Oorspronkelijk wilde ik via nevenlijntjes, waarop deze railbussen rijden, naar Praag, maar daar is nu geen tijd meer voor. Mijn moeder begint erop aan te dringen dat ik zo snel mogelijk richting Praag moet, en onderweg nog iets te eten koop (en bij voorkeur ook brood voor morgen, waarbij het haar niet duidelijk is dat bij de nachttrein ontbijt is bijgeleverd), en vooral géén geld moet wisselen. Ik neem uiteindelijk een trein die richting Praag rijdt, maar stap onderweg nog uit in Ústí nad Labem. Hier haal ik dan wel geld uit de automaat. Bij een winkel haal ik een Snickers, zodat ik in elk geval nog iets gegeten heb, maar daarbij laat ik per ongeluk mijn biljet van 500 Tsjechische kronen (ongeveer 25 euro) liggen. Karma is a bitch. Vanaf dat moment wordt mijn insteek om alleen wanneer het niet anders kan contant geld te gebruiken. Gefrustreerd neem ik dan maar de eerste trein naar Praag, waar ik dan nog altijd meer dan 3 uur heb tot mijn nachttrein gaat. De trein naar Praag komt aan vanuit Děčín en rijdt deels met oude coupérijtuigen, gemaakt in Oost-Duitsland. Deze zijn toch best comfortabel – van de oude bankjes is ook hier alleen de bekleding vernieuwd – en de ramen kunnen open. Wel moet ik mijn coupé met anderen delen, dus gaat het raam niet helemaal open. Ik heb ook niet echt zin om nog foto’s te maken. Bij aankomst in Praag weet ik even niet meer wat ik moet doen. Uiteindelijk besluit ik een pizza te halen in een kleine pizzeria, in de buurt van station Praha-Masarykovo. Op de terugweg raak ik een beetje verdwaald, tot ik het station weer zie. Ik kom echter uit bij de ingang van de autolaadplaats, van waaruit ik semi-legaal naar het hoofdgedeelte van het station terugloop. Ik kwam ermee weg en heb verder niemand gezien die het ook deed, maar zal vast niet de eerste verdwaalde reiziger zijn geweest die deze route neemt.
26. ČD 810-railbus in Karlovy Vary hl.n.

Na het eten kijk ik nog wat naar de treinen die er staan. Wat mij als eerste opvalt is de trein van de private vervoerder Leo Express. Dit is een nachttrein tussen Praag en Košice, gereden met een FLIRT :’) Een soort Slowaakse private nacht-IC dus. Ook de andere private vervoerder van Tsjechië, Regiojet, baat een nachttrein naar Košice uit, met vermoedelijk ex-Belgische I6-couchetterijtuigen (ik weet niet of die daar nog worden ingezet). Kort daarna staat mijn trein, de EN 443 “Slovakia” klaar, met een combinatie van Tsjechische en Slowaakse rijtuigen. Dit is de eerste nachttrein ooit die ik zelfstandig neem, op zeer jonge leeftijd heb ik wel ooit nog met de autoslaaptrein gereisd (toen die nog reed). Daarvan kan ik me alleen nog vaag de nachttrein herinneren, de vakantie zelf al niet meer. De nachttrein die ik nu neem, rijdt tussen Praag en Humenné, waarbij ik tot Košice meereis. Ik ben in een Tsjechisch slaaprijtuig ingedeeld, waar ik een bovenbed in een tweepersoons coupé heb (wel is enigszins opvallend het middelste bed opengeklapt in plaats van het bovenste). Ik deel deze met een oudere man, die geen Duits of Engels spreekt, contact blijft dus uit. Hij reist mee tot in Spišská Nová Ves, zo blijkt uit de reservering die hij laat zien, Het rijtuig rijdt echter door tot Humenné, waardoor mijn coupé op dat traject leeg zal zijn.
27. De coupé in het ČD-slaaprijtuig.

De nachttrein bevalt mij zeer goed, ik heb weinig last van het geluid en slapen in een ruimte met airco blijkt zowat een openbaring. Toch wil ik op mijn volgende Interrail-reis een slaaprijtuig met arko proberen, voordat dat niet meer kan in Europa

28. De nachttrein bij aankomst in Košice. De rijtuigen die slechts tot Košice rijden zijn al weggerangeerd en er is een dieselloc aangekoppeld voor het laatste stuk naar Humenné.

De trein links in beeld is ook interessant, dat is namelijk de nieuwe treinverbinding tussen Košice en Mukachevo (Oekraïne). Er zijn enkele fotografen die hem van dichtbij bekijken.
Na het eten ga ik weer naar het station, om mijn volgende trein te nemen richting Margecany. Hiermee ga ik dus eigenlijk terug over het traject dat ik met de nachttrein heb afgelegd, alleen had ik toen minder goed zicht. De trein is een stoptrein naar Poprad-Tatry en vertrekt vanaf spoor 3A. Om daar te komen moet je enkele onbeveiligde overwegen over, dit kan probleemloos omdat alle treinen hier stoppen (behalve goederentreinen). Ik had het liefst een iets eerdere trein gehad, waar een oud treinstel (reeks 460) op rijdt, alleen heb ik deze gemist. Ik heb echter geluk: normaal rijden er moderne rijtuigen op deze trein, maar nu zijn de achterste twee rijtuigen ineens van een ouder type (Bdmtee). Een daarvan valt van buiten op door de kleurstelling (groen-oranje). Dit rijtuigtype wordt bovendien op dit moment gemoderniseerd (naschrift 2022: een deel is geheel vernieuwd, de rest heeft nieuwe bekleding gekregen), en deze twee exemplaren zijn van binnen nog volledig origineel. Dit betekent oude bankjes en ramen die open kunnen (wel klapramen, dus iets lastiger foto’s maken)


29. De stoptrein Košice – Poprad-Tatry voor vertrek. Het is moeilijk te zien, maar het vierde rijtuig is lichtgroen en een van de twee oude rijtuigen.

30. Een treinstel van reeks 460.

31. De banken van mijn Bdmtee-rijtuig, nog origineel bekleed.

32. Het zicht uit het achterraam van de trein.

33. Deze prullenbak heeft nog het logo van de ČSD, de spoorwegmaatschappij van voormalig Tsjechoslowakije. Andere prullenbakken zijn al wel vervangen.

34. Station Velká Lodina.

35. Een seinhuis, waarschijnlijk niet meer in gebruik.

36. Een stuwdam in de Hornád-rivier.

37. Een metalen spoorbrug. Dit soort beelden krijg je alleen uit het achterraam van een getrokken trein.

38. Nog een 460-treinstel. Eigenlijk zijn het treinstammen, ik heb ook exemplaren gezien met rode en groene bakken door elkaar.

39+40. Het zeer brede stationsgebouw van Margecany, in 2 foto’s (mijn excuses voor het onvolledige stationsbordje).


In Margecany heb ik ongeveer 40 minuten overstap op mijn volgende trein, de sneltrein naar Banská Bystrica. Deze rijdt 3 keer per dag en vormt op een deel van het traject de enige verbinding. Ik mag hem dus absoluut niet missen, maar dat gebeurt ook niet want hij staat er al. Het materieel is echter opvallend: normaal zou er een diesellocomotief met oude rijtuigen ingezet worden, alleen staan er dit keer twee oude Brotbüchsen klaar, die in Slowakije als reeks 812 genummerd zijn. Ik hoor al iemand het woord ‘rýchlik’ verbaasd uitspreken, dus ongebruikelijke materieelinzet is het zeker

41. R 822 Margecany – Banská Bystrica, voor vertrek in Margecany.

Het interieur bestaat uit banken in 3+2 opstelling die op zich best goed zitten, ik heb gelukkig een voorwaartse plaats in een vierzitter aan het raam. Op een gegeven moment komt er schuin tegenover mij een man van in de 20 zitten, met een nogal patriottisch ogend Russisch T-shirt :’) Bij vertrek zit in elk geval het eerste ‘treinstel’ vol, in het andere treindeel heb ik niet kunnen kijken. De oude railbussen blijken verschrikkelijke rammelbakken te zijn, die gewoon met 100 km/u over een infrequent gebruikte spoorlijn worden gejakkerd, het voelt nog erger dan de Oost-Duitse rijtuigen. Er zijn veel Slowaakse families in de trein aanwezig, bij mij zit behalve de Rus verder niemand. Onderweg houdt de Rus (vermoedelijk zal hij dat wel zijn) zich vooral bezig met zijn smartphone, terwijl ik uit het raam foto’s maak. Ondertussen hebben de Slowaken het heel gezellig, op een gegeven moment deelt er zelfs iemand wodka (of iets vergelijkbaars) uit, die ik beleefd afsla. De Rus neemt het wel aan. Mijn reis begint steeds meer een Timon91-gevoel te krijgen... Halverwege blijkt waarom de trein zo vol zit: in Dedinky stapt bijna iedereen uit, hier zit namelijk een meer waar veel Slowaken op vakantie gaan, zeker nu het een feestdag is.
42. Een bergtop in de Tatra.

43. Dit zie je niet in Nederland: een houtzagerij aan het spoor, inclusief houtwagons.

44. Groene heuvels.

45. Een mysterieuze foto: zijn deze huizen verlaten, of wonen er (arme) mensen? Gezien nabij Nálepkovo.

46. Station Mlynky.

47. Dedinky, een populair recreatieoord.

Het traject loopt veel door de bergen. Helaas is wederom de geheugenkaart van mijn camera bijna vol, dus verwijder ik wat mislukte foto’s. Van de spiraal bij Telgárt heb ik dus helaas geen beelden, al was de rest van het traject door de bergen net zo mooi. In Polomka wordt iedereen de trein uit gezet; men wordt overgeplaatst naar het materieel dat er eigenlijk al had moeten rijden, een dieselloc met 4 rijtuigen. De loc moet omlopen, iets wat in Nederland niet meer gebeurt. Ik neem plaats in een coupé, waar onder andere een meisje van ongeveer 18 zit. Ze blijkt Nederlands te zijn, haar naam heb ik niet gevraagd. Op een gegeven moment is er kaartcontrole, waarbij blijkt dat zij de materieelwissel niet heeft meegekregen: ze laat een enkeltje Banská Bystrica – Košice zien, de conductrice (die alleen Slowaaks spreekt) weet niet wat ze ermee moet. Gelukkig schieten drie Slowaakse meiden uit de coupé ernaast te hulp voor vertaling. Uiteindelijk krijgen het Nederlandse meisje en haar moeder het advies om via Zvoleň om te reizen om zo Košice te bereiken, want vanuit Banská Bystrica gaat er geen tegentrein meer naar Margecany. Ze krijgen ook dispensatie hiervoor om met het ticket dat ze nu hebben zo te reizen.
48. Steile rotswanden.

49. Ook hier groene heuvels.

50. De Hron-rivier.

Ik kom aan in Banská Bystrica. De stad maakt een vrij uitgestorven indruk, het is dan ook een feestdag. Banská Bystrica heeft een vrij goed netwerk aan stadsbussen, inclusief trolleybussen. Alleen stopt nabij mijn pension alleen lijn 100, die ‘s avonds niet rijdt. Daarom ga ik maar te voet, het is ongeveer 20 minuten lopen, wel nog een behoorlijk stuk de heuvel op. Onderweg kijk ik of ik een restaurant kan vinden, maar alles is gesloten. Ik kom aan bij het pension, dat wordt geleid door een vrij strenge Slowaakse dame. Ze spreekt vrij gebrekkig Engels, maar de check-in is geregeld, nadat ik op en neer heb moeten lopen naar een geldautomaat. Die bevindt zich gelukkig dicht bij het pension, op het centrale plein van de stad (Námestie SNP).
Hier is veel meer bedrijvigheid dan in de straten waar ik onderweg over liep. Er zijn ook meerdere restaurants open, dus ik kom gelukkig niet zonder eten te zitten. Ik kies voor restaurant Cechová, wat zeker qua prijs-kwaliteitsverhouding een aanrader is. Binnen staat de tv aan, afgesteld op een Bulgaarse videoclipzender, wat het Timon91-gehalte behoorlijk opdrijft. Het is duidelijk, ik bevind me in een Slavisch land

Na een goede nacht sta ik op, om iets na achten ben ik buiten de deur van het pension. Er was gemeld dat er ontbijt aanwezig zou zijn, in het naastgelegen restaurant. Dit blijkt echter op vrijdag pas om 9 uur te kunnen, en dan moet ik al in de trein zitten. Onderweg naar het station kom ik langs een buurtsuper, waar ik wat brood haal voor mijn ontbijt. Iets verderop zit een grotere supermarkt (Billa) waar ik nog iets meer haal. Ik heb ontbijt, de reis kan beginnen.
51. R 344 Banská Bystrica – Ostrava.

De trein die ik neem heeft als eindbestemming Ostrava, behalve het laatste rijtuig, dat tot Žilina meegaat. Waarom speciaal hiervoor gerangeerd wordt is mij onduidelijk. Ik neem in dit rijtuig plaats. De spoorlijn tussen Banská Bystrica en Vrútky is mooi, doordat ik aan het eten ben zie ik er helaas weinig van. In Žilina heb ik een kwartier overstap op mijn volgende trein, die mij naar Bratislava gaat brengen. Deze Rýchlik (sneltrein) met het nummer 604 zit behoorlijk vol, ik moet aanvankelijk staan. Gelukkig heb ik een plaats aan de rechterkant bij het raam, zodat ik het mooie uitzicht op de Váh nabij Považská Bystrica niet hoef te missen. Na enige tijd krijg ik alsnog een zitplaats aangeboden.
52. Een stuwdam in de Váh.

53. Uitzicht op het water. De rivier is hier breder, nabij Milochov.

54. Een strand langs de rivier.

55. Slowaaks heuvellandschap.

Dit soort uitzichten zijn voor mij echter niet de voornaamste reden om met deze trein naar Bratislava te reizen. Er is namelijk ook een restauratierijtuig aan boord, en het is net middag als ik in deze trein zit. Slowakije is een van de laatste landen in Europa waar het eten in de restauratierijtuigen nog vers wordt bereid. Ik bestel een omelet, deze bevalt me goed. Een aanrader dus, voor wie nog eens in Slowakije komt.
Nadat ik gegeten heb, is het al iets rustiger in de trein, tegen mijn verwachting in. Ik heb tot in Bratislava een zitplaats. Na aankomst heb ik iets minder dan 3 uur de tijd tot de laatst mogelijke trein naar Břeclav vertrekt. Het is warm weer, dus heb ik niet echt zin om Bratislava in te gaan, dus ik kijk wat rond op het station en naar de treinen. Na enige tijd besluit ik om wat eten en drinken te halen, dit echter niet op het station maar bij een winkel niet ver ervandaan. Ik ben op tijd terug voor de trein naar Břeclav, dit is de Eurocity ‘Metropolitan’ die tussen Budapest en Praag rijdt. Ik neem plaats in een van de coupérijtuigen, deze zijn in de Eurofima-stijl uitgevoerd.
Ik kom aan in Břeclav, waar ik naar mijn pension toe loop dat zich vrijwel op het stationsterrein bevindt. Het inchecken is nog problematisch, want ik heb geen Tsjechische kronen contant bij me. De receptioniste geeft mij de mogelijkheid te betalen in euro, waarbij ik het wisselgeld in kronen terugkrijg. De vrees om afgezet te worden is er, maar uiteindelijk is het slechts 50 eurocent in mijn nadeel. En ik heb nu Tsjechische kronen om de volgende dag mee door te komen.
56. Slechte foto, maar wel bijzonder: een bagagerijtuig. De ČD heeft ook rijtuigen die voor de helft bagagerijtuig zijn en de helft tweede klas, maar deze is volledig voor bagage en fietsen.

57. Een regionale trein op station Břeclav.

Zodra ik op mijn kamer ben, slaat het noodlot echter toe. Ik heb mijn toilettas niet bij me, waarin ook mijn medicatie zit. Deze heb ik ofwel in het pension in Banská Bystrica laten liggen, ofwel in de trein tussen Bratislava en Břeclav, waar ik nog mijn laptop uit de rugzak heb gehaald. In elk geval is hij weg. Ik informeer meteen mijn moeder, zij vindt na enige tijd een oplossing: over twee dagen ben ik in Luzern (Zwitserland) waar op het station een medische spoedpost en een apotheek aanwezig zijn, waar ik dan mijn medicatie kan krijgen.
Břeclav is een vrij sfeerloos dorp, het station is in verbouwing dus daar is weinig te doen. Ik ga eten bij een Italiaans restaurant, de bediening hier spreekt geen Engels en beperkt Duits, waardoor ik niet uitgelegd krijg dat ik de rest van mijn hoofdgerecht niet meer hoef, maar nog wel een dessert wil. Dan maar geen dessert.
Hierbij eindigt deel 1 van het verslag, in het tweede deel verlaat ik het voormalige Oostblok en ga ik door naar Oostenrijk en Zwitserland. Ik hoop dat jullie dit een goed verslag vonden.