Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Dit is het forumdeel voor jouw mooie foto's. Plaats dus al je reisverslagen hier. Ook overige foto's zijn welkom, mits ze voorzien zijn van een omschrijving waarom je die foto graag wil laten zien.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Mikos
Berichten: 5808
Lid geworden op: wo 26 mar 2008, 19:04
Contacteer:

Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door Mikos »

“Het hoort allemaal bij het avontuur...”

Dit is het reisdagboek dat ik heb bijgehouden in de afgelopen zeven weken. Ik heb uiteindelijk negen verschillende landen bezocht, het een langer dan het andere. Oorspronkelijk heette deze reis “De Zon Ophalen” en dat is achteraf heel aardig gelukt. Maar met elke dag die erbij kwam, kon ik er beter “Mike maakt praatje met...” van maken. Ik heb 2253 foto’s gemaakt, waarvan ik een select aantal in het reisdagboek zal delen. Het eerste deel is hier te lezen, het tweede deel staat hier.


Avontuur in de Balkan: Albanië

Afbeelding

Dag 23, dinsdag 10 mei 2022
Bij het uitchecken geef ik aan dat de regendouche kapot is; er spuit meer water aan de zijkant uit tegen de muur dan dat ik nat word. Er wordt meteen bezorgd geïnformeerd of alles verder wel goed is en of ik echt maar voor één nacht had geboekt. Alsof ik voortijdig zou vertrekken omdat de regendouche kapot is...

Afbeelding

Achter aansluiten in de rij om Sarandë uit te kunnen komen: het is druk in de straten. Maar ik ben het centrum nog niet uit richting Vlorë of ik ben alweer de enige op de weg. Nouja, de enige... er rijden uiteraard twee ontzettend trage campers voor me. Inclusief Duits kenteken. Met 35 per uur kun je natuurlijk nog veel langer van de omgeving genieten... Al snel vind ik een plek op de slingerweg om ze te kunnen passeren.

Van de kust is al heel snel niks meer te zien; de heuvels en bergen nemen het over. Maar vanuit de hoogte krijg je wel een mooie blik op de kust die af en toe ineens opduikt. Zo ook op het strand van Borsh. De zon schijnt, het is 27 graden en het strand is verlaten; dan kan ik er ook wel even kijken. Het is een kiezelstrand, maar ik trek toch even mijn schoenen uit om met mijn voeten in het zacht kabbelende zeewater te staan. Kan ik dat ook weer afvinken.

Afbeelding

Afbeelding

Daarna rijd ik verder, tot ik bij het kasteel van Ali Pasja kom. Het mannetje dat de kaartjes verkoopt is vriendelijk en begint nadat hij gevraagd heeft waar ik vandaan kom ronduit te babbelen over hoe hij als tienjarig kind de voetbalwedstrijd Nederland - West-Duitsland heeft gezien en noemt en passant alle namen van de spelers van die finale op. Het kasteel geeft een aardige indruk van hoe het er destijds aan toe ging en geeft voor de liefhebber de mogelijkheid om sleutels te verstoppen, want ook hier is Wie is de Mol? geweest.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

'Voor Corona kwamen hier 1000 bezoekers per dag,' aldus de man van de kaartjes. Nu ben ik de enige in het kasteel. Hoewel meer bezoekers goed zijn voor de economie, vind ik het persoonlijk wat prettiger om hier helemaal alleen te zijn. Maar het toerisme trok dus een beetje aan, dat zijn goede indicaties voor de toekomst.

Wanneer ik in de auto stap, begint het te druppelen. Vanuit de bergen komen er donkere wolken, tijd om door te rijden. De weg leidt tot steeds grotere hoogtes en begint dan serieus te klimmen. Op een uitkijkpunt parkeer ik de auto, loop naar een nabijgelegen bunker vanwaar het leger een geweldig uitzicht over de omgeving zou kunnen hebben, maar vind de Geocache die er ligt zo snel niet. En dan hoor ik dat het ineens begint te rommelen. Er was onweer voorspeld, maar het is er eerder dan ik dacht. Onweer en bergen, dat combineert niet lekker, dus snel naar de auto. Net wanneer ik wegrijd zie ik een lichtflits op een paar kilometer afstand.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Aan de andere kant van de pas is het droog en schijnt het zonnetje nog voorzichtig. Maar ik rijd door naar de eindbestemming van vandaag: Vlorë. Slechts 130 kilometer vanaf Sarandë, maar met een reistijd van 3 uur weet je dan al wel hoe erg de wegen slingeren. Maar het is er niet minder mooi om!

In Vlorë aangekomen kan ik het hotel zelfs met behulp van Google Maps niet vinden, dus bel ik de receptie. Die geeft aanwijzingen en zegt me tegemoet te komen. En inderdaad, daar in die hoek waar echt niemand het verwacht staat ineens de receptionist te zwaaien. Hij opent de garagedeur en ik kan er parkeren. We lopen naar de voorkant van het hotel en zelfs daar herken ik aan niks dat het een hotel is.
'Ja, daar hopen we deze zomer wat aan te mogen doen,' aldus de receptionist. Geen idee wat dat betekent...
De kamer is ruim en netjes, tijd om wat kleren te wassen. Daarna wandel ik de kamer uit om te gaan eten. De receptionist meld ik dat het apart vind dat naast kamer 302, kamer 321 te vinden is. Het is sowieso een apart hotel, in de lift wees hij me erop dat we op de derde verdieping zitten, maar in de lift moet je dan op knop 1 drukken... Hij kan er wel om lachen; hij heeft het ook niet verzonnen.

Afbeelding

Eten doe ik bij een lokaal tentje dat goed staat aangeschreven, daarna wandel ik nog een stukje door de opvallend drukke stad. Er is een haven en het havengebied wordt mooi verbouwd. Er is een boulevard waar je rustig kunt wandelen langs de kust, een kleine kermis en vooral veel levendigheid.
Na een ijsje te hebben gehaald wandel ik terug naar het hotel. In de lift is er ook een knop voor 2 (appartement) en 3 (rooftop restaurant). Bij de receptionist op 1 meld ik dat ik eigenlijk naar 3 had gewild.
'Daar is niks, het is helemaal leeg,' is zijn reactie. Om er meteen aan toe te voegen: 'We kunnen wel gaan kijken?' En nog voor ik antwoord heb gegeven, heeft hij zijn telefoon gepakt en staan we bij de lift.
De derde verdieping is inderdaad ruwbouw. Er is niks te vinden, maar het uitzicht is geweldig.

Afbeelding

Het gesprek gaat verder, over het leven hier in Albanië. Ook Fabion, de receptionist, ziet weinig toekomst. Hij studeert Economie, terwijl hij het veel leuker vind om met mensen om te gaan.
'Waarom ik economie heb gekozen, geen idee. Maar als ik nu wil wisselen, moet ik een tussenjaar nemen. Dat is nu geen mogelijkheid.'
Zijn maandloon bedraagt 250 euro, daarvan moet hij rondkomen. Dat lukt, maar er blijft weinig over om leuke dingen te gaan doen. Hij is nog nooit het land uit geweest, maar hij ziet zelf ook wel:
'We hebben hier alles; de bergen, de zee, strand, steden...'
En de 20-jarige jongen vermaakt zichzelf wel.
'Ik kan rustig mijn vrienden 's avonds na school of na het werk opbellen om een rondje te gaan rijden. En als we in een gekke bui zijn, dan kunnen we ook spontaan besluiten naar Gjirokaster te rijden. Of zoals een tijdje terug, naar Shkoder.'
Dat zijn ritten van ruim 2 tot 3 uur, om midden in de nacht rond te gaan kijken. Hij laat me er foto's van zien. Heerlijk, die onbevangenheid.
Hij legt ook nog uit waarom er geen borden van het hotel aan de buitenkant zijn:
'Dat schijnt een geschil te zijn met de huurbaas. We hebben het vorig jaar wel gevraagd, maar het mocht niet. We zijn nu weer in gesprek, want je bent niet de enige die het hotel niet kon vinden.'
Het blijft Albanië...

Afbeelding

Dag 24
Na drieënhalf week reizen begint de vermoeidheid een beetje toe te slaan, dus vandaag wordt een rustige dag. Het wordt 28 graden, de zon schijnt volop en er staat maar één ding op het programma: Zvërnec. Naast dit weinig noemenswaardig dorpje ligt een klein eilandje met daarop een klein klooster. De omstandigheden zijn perfect; er is haast niemand en met het mooie weer ligt het er nog florissanter bij, bloeiende bloemetjes, volledige stilte. Met grote borden wordt er ontmoedigd foto's te maken, dus dat laat ik maar. De bewaker denkt daar anders over; het oude mannetje gebaart dat ik achter zijn rug om best foto's mag maken. Ik maak er een paar van de buitenkant. Dan loopt hij het naastgelegen gebouw binnen om een dutje te gaan doen. En vanaf hier is mijn agenda voor vandaag leeg.

Afbeelding

Afbeelding

Een blik in mijn reisgids verklapt me dat er vlakbij een strand te vinden is. Ik parkeer mijn auto bij een van de vele strandtentjes en loop het strand op: niemand. In een paar van de tentjes wordt er gewerkt voor het naderende toeristenseizoen, maar verder is het hier uitgestorven. Mijn schoenen uit, een beetje tot mijn knieën door de zacht golvende branding sjouwen en genieten van de zon. Het water is net te koud om echt te zwemmen, maar ook dit vind ik al heerlijk. Ik heb een handdoekje meegenomen en daar kan ik mooi op liggen en een beetje nadenken over de afgelopen weken en dat wat er nog komen mag.

Afbeelding

Afbeelding

Voor ik het weet ben ik twee uur verder en kom ik weer in de benen. Dit is helemaal niks voor mij, maar in alle rust bijkomen van het vele reizen is af en toe wel een goed idee. Ik heb onderweg vanuit Vlorë het spoor gepasseerd, dus het is tijd om te gaan spoorzoeken. Een beetje onderzoek op de kaart laat me zien waar het spoor naartoe loopt. Daar, ergens midden in een woonwijk van Vlorë kan ik ook komen met de auto. En dus rijd ik er heen.

Afbeelding

Afbeelding

Inderdaad, een enorm gebouw met veel ramen. En gesloten en afgeplakte deuren. Er zit een mannetje naast de toegang naar de achterzijde, ik vraag hem gebarend of ik erheen mag. Het antwoord is een gebaar van 'je doet maar'.

Afbeelding

Afbeelding

Ooit stopten hier treinen. Het perron is honderden meters lang, het onkruid groeit tussen de bielzen. Een kindje steekt op blote voeten vanuit zijn achtertuin het spoor over om in de kinderbuggy die tegen het perron staat een speeltje te zoeken. Honderd meter verderop is de lokale dierentuin op het spoor gestationeerd; geiten en bokken zijn aan de spoorstaaf vastgebonden met touw, de eigenaar laat net de kippen los vanuit zijn tuin, die het spoor in rennen. Nee, hier is weinig station aan. Het verhaal gaat dat er vorig jaar wel een handvol treinen gereden hebben in dit land, maar dat ze nu stil staan vanwege een gebrek aan brandstof. Ik denk eerder een gebrek aan geld voor brandstof. Bovendien zijn bussen hier mateloos populair, voor korte ritjes binnen de steden, voor ritjes tussen de verschillende bergdorpen, maar ook voor ritten van meerdere uren naar de andere kant van het land.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Daarmee heb ik voor vandaag genoeg gedaan. De zonsondergang bekijk ik vanaf het gesloten dakterras. De drukte op de boulevard keert meteen weer terug.
'Morgen start hier het toeristenseizoen, dan is het meteen een feestweek. Optredens van artiesten op de boulevard,' aldus Fabion. Een mooi moment om weer verder te reizen.

Dag 25
Dit werd een dag...

Om 11.00 uur vertrek ik vanuit Vlorë. De drukke doorgaande weg gaat na -tig rotondes over in een snelweg; hier mag ik voor het eerst 110 rijden! Het uitzicht wordt volledig geblokkeerd door de hoge vangrails, maar toe maar. Je kunt op verschillende manieren op de volgende bestemming, Berat, komen. Een ervan gaat deels door de weilanden met gewassen en daar kies ik voor. Op een bepaald punt komt een vrachtwagen me nogal breed tegemoet en het duurt even voor ik door heb er nu precies gebeurt. Ik hoorde een klap bij het passeren en kijk, wanneer ik stil sta, naar links; mijn linker zijspiegel is helemaal weggeslagen. Oké...

Afbeelding

De vrachtwagen is doorgereden, ergens afgeslagen en verdwenen. Daar sta ik dan... Op de weg vind ik de spiegel in onderdelen terug. Ik scharrel alles bij elkaar, kijk nog eens in de richting waarin ik de vrachtwagen denk te hebben zien verdwijnen, maar zie niks meer. Dan maar met de autoverhuurder bellen. Aangezien het een Macedonische auto is, heb ik alleen het Macedonische nummer voor noodgevallen. Dat bel ik meteen, want ik heb eens een ander akkefietje in Nieuw-Zeeland gehad met een huurauto waarbij ik er nogal op werd aangekeken dat ik niet terstond had gemeld dat er iets met de auto was.
'Tsja, dat kan gebeuren,' krijg ik in matig Engels te horen. 'Zie maar wat je doet, of je een politierapport op laat stellen en waar je het laat repareren. Maar wij draaien niet voor de kosten op,' is een nette samenvatting van wat me verteld wordt. Dat laatste weet ik, gelukkig ben ik volledig verzekerd, dus ik maak me ook geen zorgen. Op mijn vraag of ik hiervoor echt de politie moet bellen en hoe ik een en ander moet bewijzen, krijg ik een typisch antwoord:
'Joh, dit is de Balkan, het zal wel goed zijn. We geloven je wel.'

Afbeelding

Oké. Wat ik hiermee moet? Maar als de verhuurder het prima vindt, vind ik het ook prima. De spiegel op de bijrijdersstoel en ik vertrek verder richting Berat.

Het Albanese verkeer is bijzonder. Men heeft hier vele lesauto's rijden die keurig doen wat ze moeten doen volgens de theorie. En er is de rest van het verkeer dat er zijn eigen praktijk op nahoudt. Laat me je vertellen; drie spiegels in en aan een auto is hier cruciaal. En als je er dan al een moet missen, laat het dan de achteruitkijkspiegel zijn, zodat je tenminste kunt zien wat ze om je heen aan het doen zijn. Maar ik mis natuurlijk een linkerzijspiegel. Wat een ramp...

Afbeelding

Midden in het stadje Berat staat een ontzettend opzichtig gebouw, dat is mijn hotel. Ik check in bij een alleraardigst vrouwtje en vraag haar tussen neus en lippen door naar een garage. Ze heeft wel een idee. Ik haal eerst mijn spullen uit de auto en breng ze naar de kamer. In de tussentijd belt ze wat rond.
'Er zit hier om de hoek een garage, Leoni, vraag hem maar. Ze lossen het vast voor je op.'
Voor ik dat doe, bel ik de verhuurder via wie ik de auto heb gehuurd, Sunny Cars.
'Ik raad je ondanks dat Europcar het prima vindt toch aan een politierapport op te laten stellen, want er is een derde partij bij betrokken. Voor de terugbetaling is een politierapport dan eigenlijk wel een vereiste.'
'Ah, het politiebureau is hier ook vlakbij,' zegt de receptioniste even later.
Ik weet waar ik heen moet.

Ik kom bij de garage aan huis van Leoni aan. Er staat een mannetje me wat glazig aan te kijken wanneer ik aan kom lopen, maar hij vraagt Leoni erbij. Die spreekt gelukkig wel een beetje Engels. Maar hij staat heel ongelukkig te kijken naar het zelfbouwpakketje dat ik van de weg hebt geraapt.
'Dat denk ik niet,' is zijn reactie op de vraag of hij dat kan repareren.
Het armatuur is nog volledig intact, alleen de spiegel en de behuizing zijn stuk.
Hij belt. Het antwoord is nee.
Ik dring heel voorzichtig een beetje aan, door te zeggen dat ik geen nieuwe hoef, een oude van desnoods een ander merk is ook prima. Als ik maar een spiegel heb.
Dan komt het andere mannetje in actie; ze gaan met elkaar staan babbelen, het mannetje gebaart een paar keer in mijn richting en dan zegt Leoni ineens:
'Jullie gaan samen ergens heen, oké?'
Joh, prima. Dus het mannetje stapt bij mij in en we rijden half Berat door. Hij blijkt echt geen woord Engels te spreken, dus hij gebaart waar ik heen moet. Ik moet ergens langs de weg parkeren en hij wijst naar een winkel. We stappen uit en wandelen de winkel binnen, een auto-onderdelenwinkel.
Er wordt wat gepraat, er wordt wat op de computer gezocht, er wordt meer gepraat en er wordt gebeld. Met Leoni. Ik krijg de telefoon van het mannetje in de handen gedrukt en heb Leoni aan de telefoon.
'Hij gaat er een bestellen, die is er morgen om één uur, het kost vijftig euro.'
Helemaal geweldig. En dus vertrekken we weer naar de garage van Leoni. Daar vertelt hij iets uitgebreider:
'Ze weten niet zeker of het er morgen is. De winkel belt me morgen om een uur of 10 of 11 om te vertellen of hij het heeft.'
Dus spreken we af dat ik morgen om 11 uur bij hem langskom om te horen hoe of wat.
Als dank wil ik het mannetje nog wat geld toestoppen, omdat hij met me mee is geweest naar de winkel. Maar daar wil hij absoluut niks van weten. Sterker nog, hij steekt het zo weer in mijn broekzak. Dat gaat niet gebeuren, zegt hij er ongetwijfeld in het Albanees bij. Lachend vertrek ik.

Afbeelding

Dan rijd ik meteen door naar het politiebureau. Ik wandel binnen en meld dat ik een police report nodig heb. Ik mag plaatsnemen, terwijl het voltallige personeelsbestand van twee mannen en drie vrouwen me stiekem wat aan staat te gapen van achter de balie.
Na tien minuten komt er een oudere agent binnen en begint in het Albanees tegen me. Ik groet terug met een 'Hello'. Hij draait zich om naar zijn collega's achter de balie en zegt:
'Maar da's in het Engels.'
Ik kan het natuurlijk niet verstaan, maar geloof me, dat zei hij. Het gaat wat heen en weer tussen de mensen achter de balie en de agent. En mij, want ze willen wel weten wat er is gebeurd. Het duurt even en dan komt het hoge woord eruit:
'Je hebt de auto verplaatst, dus het is onmogelijk om een proces-verbaal op te stellen.'
Hmm, dit gaat moeilijk worden. Ik laat de auto en het zielige armatuur dat er nog hangt zien aan de agent die geen Engels spreekt. Hij wil binnen de autopapieren wel even zien. En dan gaat hij bellen. En bellen. En bellen. Nog wat discussiëren met de grote baas die er rondloopt en die zegt uiteindelijk:
'Het is echt onmogelijk een rapport op te maken van iets wat er ter plaatse niet meer is.'
Ik bel Sunny Cars nog maar een keer. Terwijl ik met de noodlijn spreek, wandelt de agent ook weg. Die zal ook wel denken: de groeten!

Maar dan is hij ineens terug. Hij wil de documenten nog een keer zien. De agent zit twee stoelen verderop nog meer te bellen. Onder andere naar het nummer van Europcar Albanië. Die zijn 'in gesprek, probeer het later nog een keer'. Lekker dan.
'Ik ga het voor je vragen,' zegt de Nederlandse noodlijn wanneer ik meld dat de politie eigenlijk weigert een document op te stellen, omdat ik de auto heb verplaatst.
Ondertussen belt de agent nog meer rond. Pakt nog eens mijn autopapieren erbij, ik hoor een paar keer 'Makedonija' en 'Holanda', dus hij zit in ieder geval niet zomaar wat te ouwehoeren.
'Ik heb de afdeling gesproken die schadeafhandeling doet, we noteren dat je meteen hebt gebeld en dat de politie nu niks meer voor je kan doen. Ze zijn ermee akkoord dat je dan geen politierapport inlevert en dat als je alle bonnetjes inlevert, ze gewoon uitbetalen,' aldus de Nederlandse noodlijn.
Dat scheelt al enorm. Alleen, hoe ga ik hier nu wegkomen zonder die hard rondbellende agent voor zijn hoofd te stoten? Want hoewel ik aanvankelijk anders dacht, probeert hij me echt te helpen.
Dan komt de baas nog een keer binnenwandelen, verbaasd dat ik er nog steeds zit. Hij spreekt met de agent.
'Wanneer je hier in Albanië een ongeluk of incident hebt, moet je meteen de politie bellen. 129 of 112. "Hallo, ik heb een ongeluk gehad, kunt u me helpen?" Zoiets. En dan komen wij er een rapport van maken. Want nu hebben we niks van die andere partij en je hebt de auto verplaatst, dus het wordt sowieso niks.'
Een vriendelijk verpakte preek, dus.
'Maar er komt nu iemand van de verkeerspolitie en dan gaan jullie samen naar de plek waar het is gebeurd om te kijken of er nog iets te vinden is van die vrachtwagen. Misschien hangen er camera's waar iets op te zien is.'
Ik laat hem een foto zien van de plek waar het gebeurde, die had ik voor de zekerheid al gemaakt. Midden in de bush-bush, geen camera's in velden of wegen te bekennen.
'Hmm, heeft de auto misschien een camera?'
Nee, ook niet... Maar ik heb al wel in de gaten dat dit heel lang gaat duren en dat het dus feitelijk zinloos is, want dat politierapport heb ik al niet eens meer nodig... Dus vertel ik ze dat de verzekering aan het rondbellen is of het ook zonder politierapport mag en dat ze me zometeen een bericht sturen of dat goed is.
Het is niet netjes om te liegen, echt niet, maar ik wil ook niet een volledig kansloze en zeker zinloze exercitie beginnen die toch tot niets leidt en ze nog veel meer tijd kost. Ah, kijk, het bericht komt nu net ineens binnen!
De agent is mild, hij is blij voor me.
'Eerlijk gezegd is dat sowieso het gemakkelijkst. Je hebt eigenlijk heel weinig schade, wat kost zo'n spiegel, 20 euro? En als wij een rapport opmaken, heb je er ook meteen een proces-verbaal bij, want je hebt ongeoorloofd een plaats-delict verlaten en dat is strafbaar. Dat begint bij 50 euro...' zegt hij er vriendelijk glimlachend bij.
Bericht begrepen; altijd meteen de politie bellen in Albanië wanneer er iets is gebeurd. Ook voor iets stompzinnigs als een kapot gereden zijspiegel. Dat vertel ik hem ook: als ik voor zoiets in Nederland de politie bel, dan kijken ze me aan alsof ik gek geworden ben. "Laat je ons hier voor komen?!"
Ik bedank de baas en vooral de agent die geen woord Engels spreekt, maar wel zijn volledige beltegoed erdoorheen heeft gejaagd in korte tijd om me te helpen.
'En als je er problemen mee krijgt, dan zeg maar dat de politie in Berat het goed vond,' zegt de baas ter afscheid. Maar ik mag toch hopen dat de spiegel snel gerepareerd kan worden...

De auto voor het hotel geparkeerd, op naar Berat! Het is maar een klein stadje, tegen de berg aangebouwd. 'De stad van 1000 ramen' is de bijnaam. En dat klopt wel aardig, ja. Alle witte huisjes hebben aardig wat ramen bij elkaar. En boven op de berg staan de overblijfselen van wat ooit het Kasteel van Berat was. Inclusief een steil straatje naar boven volgens het model van Gjirokaster, uiteraard. Na een stevige klim kom ik in het kasteel. Een paar straatjes met woningen, een paar verkopers die hun zelfgebreide, truttige gordijntjes proberen te verkopen en natuurlijk tapijten. "Hoe ga ik die ook alweer mee naar huis krijgen?" denk ik iedere keer wanneer ik zo'n verkoper passeer. Het heeft wel iets schattigs; dit zijn mensen die proberen een klein beetje bij te verdienen door hun vaak zelfgemaakte producten te verkopen.

Afbeelding

Bovenaan bij het uitzichtpunt zit ook een mannetje. Een tafel vol met honing, olijven, jam en aardbeien staat naast hem. Ik heb het uitzicht gezien en wandel op hem af. Zichtbaar dankbaar legt hij uit wat hij allemaal verkoopt. Ik neem een bakje aardbeien ('Uit eigen tuin!') en betaal het dubbele. Geeft toch een goed gevoel. Tot je bij de volgende komt, want ja, die heeft ook een tafel vol staan. Sterker nog; een stuk verderop kom ik langs een oud vrouwtje met van die oubollige gordijntjes die ze zelf heeft gebreid, die probeert ze aan de man te brengen door te zeggen:
'For mama?'
Helaas, die is net een paar jaar van die truttige dingen af. Ergens gun je al die mensen een paar centen, joh, al neem ik niet eens iets mee en stop je ze wat geld toe, maar ik denk dat je dan bankroet naar huis gaat. Want om de hoek zit natuurlijk de volgende...
Ze zijn geenszins vervelend of opdringerig, integendeel. Maar wanneer ik vervolgens op een punt omkeer, zit er wel ineens heel iemand anders aan datzelfde tafeltje van daarnet. Zouden ze rouleren?

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Na het eten kom ik terug in het opzichtige hotel.
'Er staat een auto voor de deur met maar één zijspiegel!' zeg ik lachend tegen de receptionist.
Hij weet dat die van mij is, ik kwam net tijdens de overdracht van de shift vertellen aan de vrouwelijke receptionist hoe het allemaal verlopen was, want ze was oprecht geïnteresseerd.
Ik vraag hem wie het verzint zo'n protserig hotel te bouwen in een lieflijk stadje als dit.
'Nou, het was ooit de universiteit van Berat,' is zijn antwoord. 'Volgens mij hangt er boven de ingang nog een zegel.'
Ik ga kijken en zie inderdaad het zegel van de Universiteit van Berat boven de deur. Dan is het gebouw inderdaad al een heel stuk verklaarbaarder zo enorm.
'De universiteit trok naar Dürres, vlakbij Tirana. Het gebouw bleef leeg en is nu een aantal jaar dit hotel.'

Afbeelding

Afbeelding

Dit was een dag waarbij ik veel dichter bij de Albanees in de buurt ben geweest. Hoewel ik het erg interessant en absoluut avontuurlijk vond het zo eens mee te maken, hoop ik eerlijk gezegd dat het daar bij blijft...

Dag 26
Nee, dan deze dag...

Gisteravond heb ik nog even gedoucht na de warme dag en de klim naar het kasteel. Vervolgens stond de volledige badkamer blank, want kennelijk kon de afvoer het water niet aan. Met de vriendelijke receptionist heb ik daarna de badkamer staan dweilen en een deel van de kamer, want het water was zelfs de badkamer uitgelopen.
'Wil je echt geen andere kamer?' had hij gevraagd. Nee, natuurlijk niet, wat een flauwekul. Maar ja, vijfsterrenhotel he...
Dus vanochtend heb ik heel goed gekeken of de deur van de douchecabine echt goed gesloten was en heb ik het bij een korte douche gehouden, dat kon echter niet verhinderen dat ook nu de hele badkamer weer blank stond.
'Ik vind het zo vervelend voor je dat je dit allemaal overkomt,' zegt de hartelijke receptioniste wanneer ik haar van het kleine probleem op de hoogte breng. Maar ik vind het allemaal wel grappig: het hoort gewoon bij het avontuur!

Om 11.00 uur vertrek ik uit het hotel, naar de 200 meter verderop gelegen garage van Leoni. Ik groet hem en vraag hoe het gaat.
'Meh...' belooft weinig goeds.
'De winkelier heeft me gebeld, het is totaal het verkeerde type, dat gaat niet passen op deze auto.'
Duidelijk. Ik vraag hem of hij iets magisch kan doen met dat wat ik hier bij me heb, het is immers maar tot Tirana, daar zal ik bij de autoverhuurder wel verder bedelen om een oplossing.
Terwijl hij aan de slag gaat met het zelfbouwpakket, bel ik Sunny Cars. Ik krijg dezelfde telefonist aan de telefoon als gisteren, hij weet precies waarover het gaat.
'Ik ga ze wel even bellen om te horen hoe nu verder.'
Leoni is bijna klaar wanneer ik te horen krijg dat zowel Albanië als Macedonië niet telefonisch te bereiken zijn en dat de telefonist een mailtje zal sturen.
'Rijd dan maar naar Tirana als je daar toch al heen gaat, dan mail ik wel en tegen de tijd dat je daar bent komt het vast goed.'
De spiegel is gebroken, het is moeilijk doorheen te kijken, maar de luchthaven is redelijk gemakkelijk te bereiken vanaf hier, dus dat zal vast lukken.

Afbeelding

Na anderhalf uur rijden kom ik aan op Rinas, de luchthaven van Tirana. Het heet Nene Tereza, naar Moeder Theresa, maar ligt in het dorpje Rinas, dus iedereen noemt de luchthaven 'Rinas'. Ik parkeer de auto bij de huurauto's en wandel naar het kantoor van Europcar.
De man die erachter zit reageert stug; hij weet van niks, sterker nog, ze hoeven helemaal niks, want het is dan wel dezelfde naam, dit is een franchise en ik moet het maar met Macedonië oplossen.
Dus bel ik Sunny Cars, waar ik iemand anders aan de lijn krijg.
'Ik ga wel even voor je bellen.'
Ook zij krijgt niemand aan de lijn en belt een half uur later terug om te melden dat ze nog een keer een mail hebben gestuurd en de vraag of dat goed genoeg is voor de man in het kantoor. Die weet mijn naam op te lezen van het scherm en gaat bellen met het hoofdkantoor om te horen hoe of wat. Die hebben ook net de mail ontvangen en gaan overleggen. Met wie of waarom, geen idee.

Afbeelding

Dan komt er een Duitser, die voor me heeft gestaan om een auto af te halen, terug gelopen om te melden dat zijn auto na 200 meter enorm begon te roken. De man achter de balie zegt dat ik wel op de stoel in het hokje mag gaan zitten, zij gaan met de Duitsers aan de slag. In het hokje staat de airco op 22 graden, buiten is het 30 graden en staat de zon recht op het vliegveld, precies zoals je dat verwacht van een Mediterraan vliegveld. Ik beloof hem dat ik in de tussentijd wel wat auto's zal verhuren, dat breekt kennelijk het ijs, want ik krijg een brede, witte glimlach te zien. Hij vraagt me of ik Macedonië wil bellen om akkoord te vragen wanneer er iets aan de auto gewijzigd wordt.

De tussenstand is als volgt; ik ga sowieso geen andere auto meekrijgen, het enige dat ze misschien kunnen doen is een andere spiegel regelen. Maar dan wel met toestemming vanuit Macedonië, want het is immers hun auto. Dus bel ik Macedonië, dezelfde laconieke man als gisteren neemt op en laat vooral heel erg merken het vervelend te vinden dat hij een mail over me heeft gehad. Ja, jong, werken zul je. Maar hij belooft met Albanië te bellen om akkoord te geven.

Afbeelding

Na een half uur komt de man van Europcar terug. Hij zegt dat zijn werkdag erop zit en dat hij naar huis gaat.
'Maar mijn collega komt er zo aan en neemt het over. Ze vinden vast een oplossing voor je,' zijn zijn laatste woorden en hij vertrekt.
Ik geef het een kwartier, want ik ben het wachten onderhand na 2 uur wel zat. Ik kan namelijk best doorrijden met diezelfde spiegel, het heeft alleen niet mijn voorkeur. Dan zoeken ze het in Macedonië na het inleveren maar uit.
Net op het moment dat ik de jongen die in het hokje zit vraag of hij al iets weet, komt er een andere knul aangelopen.
'Heb je de sleutels van de auto?'
Zeker.
'Dan gaan we.'
Geen idee hoe of wat, maar er gaat in ieder geval iets gebeuren. Dus loop ik mee. Hij vertelt dat hij iets over een kapotte spiegel heeft gehoord, dat bevestig ik.
'En je hebt in Albanië nu eenmaal drie spiegels nodig,' leg ik hem uit.
'Nou,' reageert hij zonder blikken of blozen, 'je hebt er hier vijf nodig.'
Mooi, een grappenmaker, daar houd ik wel van.
'We gaan naar een garage een stuk verderop, rijd jij of rijd ik?
Ik zal zelf wel rijden. Hij heeft het erover dat het vijfentwintig minuten rijden is en dat ze om half vijf sluiten, dus we moeten een klein beetje opschieten. Het is kwart voor vier, dus dat kan je wel zeggen. Op de heenweg babbelt hij nog niet zo, maar na een kwartier komen we aan bij de Opel dealer. De knul van het verhuurbedrijf stapt uit en vraagt wat rond, legt wat uit en gebaart dan dat ik de garage in mag rijden.

De monteur komt eens kijken, babbelt wat, wil de autopapieren en mijn rijbewijs hebben en wil dan de sleutels hebben om de auto naar het plein achter de garage te rijden.
'Als hij nou met een blauwe Fiat terugkomt, dan heeft hij me genaaid, he?' vraag ik de jongen van Europcar.
Die begint te lachen.
'Dan heb je in ieder geval een beter merk gekregen.'
Hij vertelt dat hij zelf ook in een garage werkt met Nissan, Renault en Dacia. Mijn eerdere mindere ervaring met het verwisselen van de distributieketting van mijn Opel Corsa thuis, waarna ik last had van olielekkage herkent hij.
'Dan halen ze de motor uit elkaar, vervangen de ketting of riem, zetten ze de boel weer in elkaar en is het nooit meer zoals het was.'
Er loopt ook een lokaal mannetje rond dat een praatje met hem begint, dat geeft mij de tijd te kijken door het raam wat ze met mijn auto aan het doen zijn. Ik betrap ze nergens op, maar ze hangen me wel net met iets te veel rond de auto. Een ervan heeft dat door en stuurt de rest weg. Dan kan ik nog even kijken bij de hele lelijke schadegevallen die voor de deur geparkeerd staan.

Afbeelding

Afbeelding

'We hebben één man gehad uit Egypte, die huurde een auto bij ons en die is de bergen in geweest en heeft daar wat geraakt met de zijkant. En kennelijk bleef hij maar proberen om er weg te komen, dus de hele zijkant zat in elkaar. Dat was ook een flinke rekening,' vertelt de knul van Europcar als hij zich even los heeft weten te weken van het praatgrage mannetje dat ook in de garage rondloopt.
'We blijven dingen aan die auto vervangen, want we kunnen hem nog steeds niet verhuren.'

Dan wordt de auto voorgereden, ze hebben de spiegel en de spiegelkast vervangen, omdat er aan de buitenkant ook nog een onderdeel was afgebroken. Ik vind het allemaal prima, ik ben volledig verzekerd.
Dan gaan we naar de kassa om af te rekenen. Welkom in Albanië; dat kost hier natuurlijk helemaal niks.
'350 euro.'
Sorry?
'350 euro.'
'Geen Lek?'
'Nee, Euro.'
'Is 'ie met goud ingelegd, ofzo?!'
Daar moeten zowel de knul van Europcar als het vrouwtje van de Opel-garage om lachen.
'Dat zijn de prijzen hier,' mompelt de knul van Europcar.
Nouja, het kan me ook niet schelen, ik krijg het weer terug, dus trek ik mijn creditcard.
Dan mompelen ze wat in het Albanees; de jongen van Europcar ziet het volgende probleem aankomen.
'Het pin-apparaat doet het niet,' zegt hij terwijl hij met zijn ogen draait.
En ik heb echt geen 350 euro op zak. Dus hij gaat bellen en overleggen. Na heel wat gebel komt het neer op het volgende:
'Je betaalt niks tot je in Macedonië bent, wij betalen het nu en dan betaalt Macedonië het aan ons en dan vraag jij het terug bij de verzekering.'
Mooi opgelost. We lopen naar buiten.
'Wil je zo vriendelijk zijn me terug te brengen naar het vliegveld?' vraagt hij vervolgens.
Ik schiet hardop in de lach. En zeg dan vol sarcasme:
'Nee, natuurlijk niet. Jij helpt mij om hier een nieuwe spiegel te regelen en vervolgens laat ik je hier achter op een of ander industrieterrein op zeven kilometer afstand van het vliegveld, je loopt maar.'
Hij lacht mee, hij weet ook wel dat ik hem natuurlijk terug breng.

Op de terugweg komen we in de file naar het vliegveld. Tijd om wat te praten.
'De prijzen voor onderdelen zijn hier echt zo hoog. Alles moet worden geïmporteerd en met de oorlog in Oekraïne zijn onderdelen sowieso al heel moeilijk te krijgen en nog duurder. Waarom denk je dat we hier met zoveel tweedehands auto's rijden, die zijn ook echt niet meer origineel. We scharrelen wat bij elkaar en als het werkt, werkt het. Ik had al wel gedacht dat je zou schrikken van de prijs. Balen dat je niet kon betalen met je creditcard...'
Hij is oprecht en schaamt zich een beetje voor de situatie. Maar ik ben heel eerlijk en zeg lachend:
'Ik vind het helemaal niet tof dat het gebeurd is en dat het allemaal zo gaat, maar wanneer ik straks thuis ben, heb ik allemaal verhalen om te vertellen. Het is allemaal onderdeel van het avontuur!'

We raken aan de praat over Albanië, de rijstijl van de Albaniërs en de gewoonten. Hij spreekt uitstekend Engels, maar vindt dat hij niet verder komt dan
'I try,' maar hij probeert niet enkel, hij doet het gewoon.
We lachen samen om de rijstijl van anderen om ons heen.
'Wij zijn altijd heel gehaast. Ook als het niks oplevert moeten we er toch voorbij.'
Ik herken het Zuid-Europese temperament, de Italianen hebben dat ook, maken er ook altijd van die grote gebaren bij.
'Die komen altijd zo boos over,' zegt hij. 'Dat hebben wij ook wel een beetje.'
'Zoals dat praatgrage mannetje van daarnet, die stond te schreeuwen tegen die man voor de garage,' zeg ik.
'Precies. Te lui om er energie in te steken door er even heen te lopen, maar dan diezelfde energie gebruiken om naar die man te schreeuwen.' Hij schudt zijn hoofd.

Vooraan in de file gekomen zegt hij dat ik hem wel bij het tankstation af mag zetten, dan loopt hij het laatste stukje wel. Prima. Ik dank hem hartelijk voor zijn hulp en geef hem een hand. Hij vond het leuk om te doen, da's mooi. Ik werp mezelf vervolgens weer in het drukke vrijdagmiddagverkeer van Tirana.

Afbeelding

Tip van mij: wanneer je naar een land gaat waar je de verkeerssituatie niet kent en waar je na een lange vlucht in een onbekende auto in een onbekende stad moet rijden, verblijf dan niet de eerste dagen in de hoofdstad. Dat is altijd overweldigend druk en schrikt alleen maar af. Pak de hoofdstad halverwege de reis of aan het einde mee.
Zo valt het rijden in Tirana na een week in Albanië te hebben gereden heel erg mee, hoewel het ontzettend druk en vrij chaotisch is. Maar ik kom heelhuids aan op de parkeerplaats van het hotel en kan inchecken. Gelukkig heb ik morgen nog een hele dag in Tirana.

Afbeelding

Eten doe ik bij een Italiaan in de buurt van het hotel. Ze zijn er heel vriendelijk, maar laten me vooral heel lang wachten. Dat geeft me wel de tijd mijn dagverslag te schrijven. Mijn opgestoken hand om te vragen naar de menukaart om te zien wat er voor dessert is, wordt verkeerd begrepen, waarna ik de rekening gepresenteerd krijg. Joh, dan toch geen dessert? Het is vrijdag de dertiende, dan gaat er wel meer niet zoals het moet...

Dag 27
Na het ontbijt dompel ik me onder tussen de lokalen: ik wandel naar het Skanderbegplein, het centrale plein van Tirana. Met een standbeeld, een handvol musea en een moskee heb je al een heleboel bezienswaardigheden van de stad bij elkaar. Na een rondje gelopen te hebben, loop ik naar het nabijgelegen busstation. Ik neem lijn 11 naar Porcelano. Alle bussen die op deze lijn rijden zijn blauw geschilderd, zodat ze herkenbaar zijn. De materieelinzet is een allegaartje; er zijn een aantal lijnen waar gelede bussen op rijden, allemaal wit. Er rijden hier ook bussen die van nogal dichtbij huis komen; ze hebben voorheen in Friesland gereden en zijn niet ontdaan van hun beschildering. Er komt hier dus geregeld een pompeblêd voorbij, erg vermakelijk. Ik stap in een Parijse stadsbus. Die loopt vervolgens nogal snel vol, maar hoe verder we van het centrum weg rijden, hoe leger het wordt. Een kaartje kopen doe je bij de conducteur, die heeft een geel vestje aan en komt de 40 Lek innen die een kaartje kost, ongeacht hoever je meegaat. De 33 cent betaal ik en ik krijg netjes een betaalbewijs. Daarna wurmt hij zich weer verder door de drukte om kaartjes te verkopen.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Ik stap uit ter hoogte van Bunk'Art 1. Een voormalige bunker is ingericht als museum om te exposeren over dezelfde bunker. Die werd, net als alle andere 173.000 bunkers in dit land, gebouwd in opdracht van dictator Enver Hoxha, die apathisch was en er volledig van overtuigd was dat eerst de Amerikanen en vervolgens de Sovjets het land binnen zouden komen vallen om alles over te nemen. Nooit gebeurd, natuurlijk, maar de halve bevolking kan schuilen in een bunker tegenwoordig. Geeft toch een fijn gevoel.

Zoals je van een bunker kunt verwachten is het er fris met een constante 16 graden, wat heerlijk is, want ook vandaag is het warm in Tirana met 28 graden. Maar het is er ook smal. En dat combineert niet lekker met een complete school pubers die tussen de rest van het publiek door wordt gedrukt. Dus ik breek mijn bezoek af na de zoveelste keer aan de kant gedrukt te zijn door respectloze kinderen. Aan de kassa vraag ik mijn geld terug, dan kom ik later wel terug. Maar ik mag straks terug komen met hetzelfde kaartje. Verderop koop ik een ijsje om wat af te koelen door de warmte.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Poging twee. De caissière belooft me dat de hele school ondertussen vertrokken is en het is ineens inderdaad heel stil in de ondergrondse gangen. Er wordt verteld over de Eerste en Tweede Wereldoorlog in Albanië, de tijd dat de Italianen het land bezetten en vervolgens de Duitsers. Wat er gedaan werd met mensen die weg probeerden te komen uit de dictatuur van Hoxha en wat met indringers, die allemaal werden gezien als spionnen. Erg indrukwekkend, net als de locatie. Die is overigens nooit gebruikt, hooguit voor een enkele test om te zien of het protocol wel zou werken.

Daarna wandel ik een stukje bergop, naar de kabelbaan. Voor acht euro word ik vijf kilometer over het licht glooiende terrein gevoerd en het laatste stuk behoorlijk steil omhoog. Het is te heiig voor goede foto's, maar met het oog kan ik gelukkig heel wat meer zien. Het bezoek boven is kort, er is verder nog een restaurantje waar je je voor toeristenprijzen vol kunt eten en een minigolfbaan. Ze moeten toch iets meer bieden voor wanneer het uitzicht een beetje tegenvalt. Vervolgens word ik in 20 minuten weer naar het dalstation gebracht. Lijn 11 brengt me terug, deze keer een voormalige Duitse bus.

Afbeelding

Afbeelding

Naast het Skanderbegplein ligt ook nog Bunk'Art 2, een iets andere expositie over Hoxha en wat er hier voorheen gebeurde, in eenzelfde soort bunker die gebouwd werd voor het naastgelegen ministerie. Deze bunker is nooit gebruikt, ook niet om te testen. Er wordt verteld over de geheime politie en wat ze allemaal deden om deserteurs en indringers te volgen. Wat wordt getoond, doet me heel erg denken aan de StaSi in Duitsland, die de Oost-Duitsers in het gareel moest houden.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Daarna wandel ik naar een locatie die, als je het niet zou weten, totaal niet opvalt. Midden in een woonwijk met hippe barretjes en restaurants er omheen staat een ietwat oubollig huis. Muur eromheen, gesloten hek. En dan het vreemde: een bewaker die door de tuin loopt. Dit is het huis waar dictator Enver Hoxha woonde. Geen plakkaat om er aan te herinneren, geen bord of verwijzing, helemaal niks. Het is ook niet toegankelijk, er zijn geen rondleidingen, hier staat gewoon een oubollig ogend huis met een bewaker in de tuin...

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Dag 28
Het ontbijt in dit hotel is ietwat statig. Het hele hotel is ietwat statig. Er wordt gevraagd zodra je de ontbijtzaal binnenkomt wat je kamernummer is. Gisteren wist ik het zo snel even niet, dus maakte ik er maar een grapje van door te zeggen dat ik geen idee had, kruis er maar één aan. Dat vond de dame wel grappig, ze deed zelfs mee:
"Het nummer weet ik niet. Ik kan de kamer wel omschrijven?"
Precies.

Vandaag wordt me wederom naar mijn kamernummer gevraagd. Mijn antwoord is de 'presidential suite'. Het meisje gaat op zoek op de lijst, maar na één seconde kijkt ze al moeilijk en vraagt:
'Welke kamer is dat?'
Heerlijk.

Ik vertrek met de auto vanaf het hotel. Het is zondag en gelukkig aardig rustig op straat. Met ontzettend veel dank aan mijn GPS vind ik de weg naar het noorden. Op cruciale punten staan wel wat borden, maar bij alle rotondes onderweg zou ik anders volledig blind moeten gokken waar ik heen zou moeten. Gelukkig rijden ze vandaag ook als Albanezen, ik houd de linkerkant extra in de gaten. Die spiegel die goud waard is wil ik niet weer kwijt.

Na anderhalf uur kom ik aan op mijn volgende bestemming: Shkodër. Ik heb een hotel buiten de stad geboekt, aan de rivier en met een tuin eromheen. Heerlijk, want het is vandaag 30 graden en op de een of andere manier toch drukkend warm. Na mezelf geïnstalleerd te hebben in de kamer, ga ik eerst lunchen in de tuin. Naast het water is het eigenlijk best lekker, op de achtergrond spelen ze wat zachte muziek af.

Aan de andere kant van het hotel ligt op de berg het kasteel van Shkodër: het kasteel van Rozafa. Ook hier waren de Venetianen in het verleden. De overblijfselen daarvan zijn te bezoeken. Terwijl ik de steile weg naar boven rijd, kom ik langs een stelletje dat wandelend omhoog klimt. Ik heb op de GPS gezien dat het nog wel een eindje klimmen is en dus stop ik en vraag of ze willen blijven lopen of dat ze mee willen rijden. Dat slaan ze niet af en al snel staan we boven op de parkeerplaats, waar ik op z'n Balkans de auto overdwars parkeer. Ik heb even geen zin om over grote stenen te rijden.

Afbeelding

Bovenop de kasteelmuur snap je al snel waarom het kasteel hier is gebouwd: uitzicht op de volledige omgeving met links het meer van Shkodër, in het midden de bergen en rechts de samenkomst van de rivieren. Nu hoef ik de boel hier gelukkig niet te verdedigen, dus kan ik volop genieten van het uitzicht.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Vervolgens rijd ik weer naar beneden. In een van de bochten van de steile weg zit een vrouwtje dat haar hele hebben en houden heeft uitgestald, in de hoop wat te verkopen. Stiekem ben ik al de hele reis op zoek naar een T-shirt met de Albanese vlag erop. Die heeft ze ook hangen, dus ik stop even. Dat is voor haar al goud waard, want ze komt meteen in de benen en laat zien wat ze tijdens de cursus souvenirs verkopen heeft geleerd. Ze pakt een wollen tas en zegt:
'Home made.'
Daarna pakt ze een petje met de vlag van Albanië en terwijl ze een naaiende beweging maakt met haar hand, zegt ze:
'Home made.'
Ik schiet in de lach omdat ik weet dat ze maar wat kletst. Maar dat kan ik natuurlijk ook. En dus klets ik in het Nederlands terug dat ik haar nu niet meer geloof. Ze heeft ook magneten, tassen en er komt zelfs een tapijt tevoorschijn.
Ze spreekt drie woorden Engels en dus vraag ik haar in het Nederlands, met bijbehorende bewegingen, hoe ik dat op het vliegveld uit moet leggen als ik met zo'n ding onder de arm aan kom zetten.
Daarin voorzag cursusdag twee van de cursus souvenirs verkopen, want ze toont me meteen een kleinere versie van hetzelfde tapijt. Aha, ze had goed opgelet.
Het T-shirt dat ze heeft hangen is er alleen in maat XXL en ondanks dat er bij mij best iets gewicht af mag, ben ik nog lang zo breed niet. Ik toon haar de L in het shirt dat ik nu aan heb, maar die heeft ze niet. Dus wordt het het rode petje dat ze helemaal zelf in elkaar genaaid heeft. Het label 'Made in China' negeer ik voor het gemak maar even.

'Ja, sommige mensen proberen je te belazeren,' zegt de jonge receptionist van het hotel. Het maakt me in dit geval niet zo heel veel uit, ik wilde toch al zo'n petje en ik weet dat de 5 euro die ik er aan uitgegeven heb goed terecht komt.
Deze knul heeft ook wel een aardige kijk op het Albanese leven. En het hotel waarvoor hij nu twee maanden werkt.
'Luisteren doen ze niet, zolang het goed gaat, gaat het goed. En zodra er iets mis is, is dat de schuld van het personeel. Er was een kamer niet schoongemaakt, toen kwam de assistent manager bij mij klagen dat dat nu opgelost moest worden. Maar ik ben en word betaald als receptionist. Ga lekker klagen bij de schoonmaakster. Die vangt daar trouwens tussen de bedrijven door de kinderen van bezoekers op. Ze krijgt er geen cent extra voor, ze moet altijd overwerken en erover klagen doen ze niet. Dat is toch raar?'
Zou hier de eerste stap naar verbetering van de economie bloot liggen? Dat ze een spiegel voorhouden aan zichzelf om te zien hoe gek ze eigenlijk zijn om zoveel werk te verzetten voor zo weinig inkomsten?

Dag 29
Na een korte nacht met veel warmte en een weigerende airconditioning gaat de wekker voor het gevoel te vroeg. Ook vandaag wordt het warm; in de auto zie ik onderweg de meter een keer 38 graden aangeven, ik denk dat het 33 is.

Ik begin met de weg af te rijden langs het meer van Shkodër. Het water is zelfs op het diepste punt maar 10 meter diep, daardoor schijnt het zelfs in de winter warm genoeg te blijven om te kunnen zwemmen. En zeker met de temperatuur van vandaag is het aanlokkelijk. Op de heenweg zie ik een kiezelstrandje waar ik op de terugweg nog wel even wil voelen hoe de temperatuur van het water precies is. De weg voert door een dorpje met een keienweg en boulevard. Restaurantje hier, barretje daar, het ziet er erg aantrekkelijk uit. Daarna wordt de weg net breed genoeg voor één auto en heb ik het geluk geen tegenliggers te treffen. Twee dorpjes verderop houdt de weg op en keer ik om. Op het moment dat ik denk aan het kiezelstrandje, ben ik er allang weer voorbij.

Afbeelding

Dan rijd ik Shkodër binnen, een weinig aantrekkelijke stad. Het is druk op de weg en dan staat er ineens een agent midden op de weg. Hij beweegt langzaam in de richting van het brommertje dat voor me rijdt, volledig bepakt en bezakt. Dus wil ik er links omheen. Maar dát is natuurlijk de bedoeling niet en dus moet ik stoppen.
Ik moet direct denken aan de receptionist die me gisteravond vertelde over de lokale agenten:
'Ze spreken nauwelijks Engels, zijn ooit visser of timmerman geweest en konden een betere baan bij de politie krijgen. Daardoor zijn ze nogal vol van zichzelf en zullen ook op die manier handelen.'
Deze agent spreekt inderdaad geen Engels en probeert me in het Albanees te vertellen dat ik wat rustiger aan moet doen. Als hij midden op de weg staat moet ik maar even afwachten. Precies zoals de receptionist zei, dus. Daarna wuift hij me weer door. Ik heb hem in het Nederlands verteld dat hij dan niet midden op de weg moet gaan staan en dan maar duidelijker moet zijn. Dat heb ik vooral verteld toen ik alweer verderop reed.

Iets verderop zit een nogal speciaal fabriekje. Eerder tijdens de reis was ik in Venetië. Daar verkopen ze 'Venetiaanse maskers', van die dingen die je voor je gezicht houdt bij een gemaskerd feest. Ze kosten klauwen met geld, maar zijn wel volgens de Venetiaanse traditie geschilderd wordt er dan altijd bij gezegd. Drie keer raden waar ze vandaan komen; The Venetian Mask Factory in Shkodër. Je kunt het fabriekje bezoeken om de winkel te bekijken en eventueel een rondleiding krijgen. Er staat een bus op de parkeerplaats en verder is er niks te zien. Dus ik gok op de rechter van twee deuren die ik open zie staan. Ik loop regelrecht het atelier binnen: een tiental Albanese dames zit hier op het gemakje de maskers van papier-maché te beschilderen. Aan de verbaasde blikken te zien is het niet helemaal de bedoeling dat ik hier sta. Dus draai ik weer om en loop naar de andere deur die open staat. Hier is het ook niet de bedoeling dat ik kom, want het is een enorme ruimte met duizenden maskers op de vloer. Genoeg om heel Venetië een jaar lang te voorzien van voorraad. Achter me hoor ik een vrouw die me vertelt dat de winkel een stukje verderop te vinden is. Ik bedank haar en prompt wordt de deur achter me gesloten. Dan moet je maar borden ophangen met waar we moeten zijn...

Afbeelding

De winkel is heel sfeervol ingericht, op de achtergrond een muziekje, aan de muur tientallen maskers. De bus op de parkeerplaats is van een groep oudere Duitsers die op tour zijn. De verkoper is zo druk met ze bezig, dat niemand in de gaten heeft dat ik er ook loop. Misschien maar goed ook, want het schijnt dat ze drie euro entreegeld heffen. Tenzij je iets koopt, natuurlijk. Maar ook dat ben ik niet van plan; de prijskaartjes komen niet onder de 105 euro. Terwijl de Duitsers zich ongelukkig uit staan te drukken tegen de Albanese verkoper die ze niet begrijpt, wandel ik de winkel weer uit. Leuk om even gezien te hebben waar de maskers vandaan komen.

Afbeelding

Daarna rijd ik tien minuten noordelijker van Shkodër. Hier staat nog een brug uit Ottomaanse tijd, de enige waar ook nog een bocht in zit. Beetje jammer van de modernere brug die ze er meteen naast hebben gebouwd, maar die geeft wel een mooi uitzicht over de oude brug. De lokale jeugd maakt gebruik van de natuur om in het kraakheldere water van de rivier die eronder voert te springen.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Ik heb geen zin om nog eens door Shkodër te rijden en dus maak ik een omtrekkende beweging via een aantal dorpjes langs een smalle weg. Op een bepaald moment kom ik in een van die dorpjes langs een kleine winkel. Ik heb nog water nodig, dus loop ik er even binnen. Er zit een oma'tje achter de kassa. Wanneer ik twee flessen water pak, stuurt ze meteen haar collega achter me aan. Zouden ze me niet vertrouwen? Nee, ze heeft een mandje voor me gepakt en wijst me op de flessen water in de koeling. Ik maak het gebaar dat dat een slim idee is, ik krijg een glimlach terug. Ik shop nog wat meer bij elkaar en wil afrekenen. Dat deze winkel terug in de tijd gaat, blijkt wanneer het vrouwtje haar schrift openvouwt en per artikel de prijs opschrijft. Het pak koekjes dat ik mee wil nemen heeft ze kennelijk nog nooit verkocht, want ze kijkt er moeilijk naar en wandelt dan naar het schap. Eerst neemt ze een ander pak koekjes mee om te vergelijken, herstelt zichzelf en schrijft dan een ander bedrag op dan dat wat er op het schap stond.

In de tussentijd komt er een groepje schoolmeisjes binnen. Kennelijk bekenden, want oma achter de kassa vraagt een van de meisjes iets, waarna het meisje mij in kraakhelder Duits vraagt:
'Sprechen Sie Deutsch?'
Jazeker.
'Het kost 400 Lek.'
Dat had ik ook al van het schriftje kunnen lezen, maar oma heeft het waarschijnlijk zelf niet duidelijk kunnen maken. Ik betaal. En vraag het hooguit 10-jarige meisje:
'Hoe komt het dat jij zo goed Duits spreekt?'
'We gaan er veel naartoe op vakantie,' zegt ze glimmend.
Ik krijg van oma mijn wisselgeld. De meiden hebben ondertussen ook iets betaald.
'Een fijne dag nog!' zegt het meisje, waarna ze wegloopt.
Verbaasd over deze aparte interactie bedank ik het meisje en oma en loop met mijn aankopen de winkel uit. Terwijl ik in de auto mijn ijsje opeet, bedenk ik me ook ineens dat de prijs die ik moest betalen veel lager is dan dat ik zelf van de schappen had begrepen. Maar het zal ongetwijfeld kloppen, oma had het immers nageteld...

Daarna rijd ik terug naar het hotel en neem een middag vrijaf. Er moet immers nog iets geregeld worden voor het vervolg van de reis. Heel dichtbij, maar onmogelijk om er snel te komen...

Dag 30
Wanneer ik onderweg ben naar het restaurant beneden om te ontbijten, staat het meisje achter de receptie prompt op wanneer ze me ziet. Van haar collega van de late dienst weet ik al dat ze niet bijzonder veel Engels spreekt, maar ze probeert en doet haar best vriendelijk te zijn. Ze drukt me een papier in de handen waarop iemand een verhaaltje heeft getikt, of misschien zijzelf heeft vertaald naar het Engels en vervolgens uitgeprint. Er staat op dat ze me er aan wil herinneren dat ik nog 5 euro toeristenbelasting moet betalen. Dat ik nog wat moet betalen weet ik, dus dat bevestig ik. Ze begint helemaal te glunderen.

Tijdens het ontbijt zoek ik op hoeveel ik moet betalen. 1 euro en 12 cent. Da's wat anders dan 5 euro, natuurlijk. Ik bedenk een plannetje om te voorkomen dat ik misschien wordt afgezet en zorg ervoor dat wanneer ik de kamersleutel inlever bij het uitchecken, ik 1 euro en 20 cent in mijn broekzak heb zitten. Ze neemt het dankbaar aan, controleert het niet. Het zal wel goed zitten...

Ik rijd Shkodër uit en een heel stuk terug over dezelfde weg als waarlangs ik gekomen ben. Er zijn twee manieren om op de volgende bestemming te komen: via een enorm slingerende bergweg die er een uur langer over doet of een stuk terugsteken en dan via de snelweg. Ik kies voor het laatste. Het gaat er opvallend beschaafd aan toe op de weg vandaag. Tot de politie ineens inhaalt op een plek waar het eigenlijk niet kan, maar ze hebben de blauw-blauw aan staan en dan zal het tegemoetkomende verkeer vast wel aan de kant gaan...

Daar waar ik denk dat de snelweg begint, is het gewoon een tweebaansweg. Toch spreekt mijn reisgids over een recent geopende snelweg die liefst 55 miljoen euro per kilometer moet hebben gekost. Maar het zit tegen met zeven vrachtwagens die voor me rijden en waardoor het dus echt geen zin heeft om te proberen ze in te halen. Aan de andere kant; ik heb de tijd. De weg voert langs een rivierbedding, die goed te volgen is met het oog. En dan ineens draait de weg de snelweg op, mooi asfalt, strak aangelegd. En we gaan meteen nogal rap omhoog, dus de vrachtwagens gaan in hun tempo en de personenauto's rijden er vol gas langs. Deze snelweg leidt recht naar Kosovo. Daar mag ik met deze auto niet komen, maar er liggen eerst nog wat dorpjes in Albanië. Omdat er door verschillende mensen van diverse nationaliteiten gebruik gemaakt wordt, zijn een aantal digitale borden ook in het Engels. In het hele land zijn er banners boven de weg te zien met een tekst in het Albanees en de lokale snelheid. De tekst komt neer op 'Respecteer onze snelheid', zoveel haal ik er nog wel uit. Op de digitale borden langs de weg staat dezelfde tekst en die wisselt af met de Engelse variant:
'Respect road sings'.
Ik heb echt goed geluisterd, maar ik heb de weg niet horen zingen. Maar ik respecteer het.

Dan volgt er een tunnel van 5,5 kilometer. Buiten de tunnel was het 30 graden, hier in de tunnel zakt de temperatuur naar een aangename 22 graden op het eind. Daarna volg ik de meter een beetje; met elke 500 meter komt er weer een graad bij. En dan is er ineens het tolstation. Er hebben veel mensen geld aan deze snelweg kunnen verdienen, maar de investering moet natuurlijk nog eens dubbel zo dik terugverdiend worden en dus heffen ze 5 euro tol per personenauto. Vooruit.

Afbeelding

Tien kilometer verderop houdt de snelweg ineens op bij een brug. Er zijn al wel voorbereidingen te zien voor een brug voor de snelweg om het volgende stadje heen, maar daarvoor ben ik nog te vroeg. Bovendien is dit mijn bestemming van vandaag: Kukës. Een lieflijk en eigenlijk vrij rustig dorp dat hier een stad genoemd wordt, gelegen op een eilandje en omgeven door een stuwmeer. Toen het stuwmeer in 1970 werd aangelegd om voor elektriciteit in de gehele omgeving en ver daarbuiten te zorgen (de meeste elektriciteit van Albanië wordt hier opgewekt), werd het oude Kukës onder water gezet. In periodes van langdurige droogte komt het water laag genoeg te staan zodat de bewoners van het voormalige Kukës de daken van hun oude huizen kunnen zien.

Ik check in bij het hotel, waar een oudere dame achter de receptie staat die liefst vier woorden Engels spreekt. Haar man komt al snel vragen waarom ik een driepersoonskamer heb geboekt terwijl ik alleen ben. Geen idee, dat werd me online aangeboden. Of een tweepersoonskamer ook goed is? Ja joh, prima. Krijg ik er meteen een balkon bij. En een schouderklopje.

Daarna wandel ik het stadje in. Er zijn hier liefst drie hoogtepunten: de geschenktoren van de Kosovaren, het uitzicht over het stuwmeer en het voormalige hotel Turizmi. Ik begin bij de toren. In de jaren '90 besloot militair leider Milosevic uit Servië dat hij de provincie Kosovo weer in wilde lijven. De Kosovaren waren juist na de nodige onenigheid zelfstandig geworden, maar Milosevic dacht daar anders over en dacht, net als Putin nu in Oekraïne, dat hij de boel wel even in zou nemen. De Kosovaren vluchtten alle kanten op. Waaronder naar Albanië en hier besloten ze om alles open te stellen, tot aan hun huizen aan toe. Als dank voor de enorme gastvrijheid schonken de Kosovaren de toren die hier naast het vrij lege Skanderbegplein is gebouwd. Er zit een etnografisch museum naast. Terwijl ik er naar binnen loop rennen twee jongens van een jaar of twaalf op me af. Ze hebben Engelse lessen gehad en die ene wil graag tonen dat hij een gesprek met een buitenlander kan voeren. De vraag is waar ik vandaan kom. Het antwoord zorgt voor twee verbaasde blikken, want 'Nederland' kennen ze niet.
De jongen die het museum bestiert antwoordt de jongens, die vervolgens gedag zeggen. Ik vraag hem hoeveel de toegang is. Die is gratis en hij staat vervolgens op om me persoonlijk een rondleiding te geven.

Afbeelding

Hij begint vrij algemeen: er zijn drie kamers. En hij vraagt me, net als wanneer ik binnenkwam hoe het met me gaat. Nog steeds goed. Waar ik vandaan kom, maar dat weet hij al. Dus ik reageer nog eens met Nederland. Daarna draait hij zich om en toont waarom hij het vraagt: er hangt een grote foto van een tulp. En hij lacht erbij, want hij weet ook dat dat een bekende Nederlandse plant is.

Daarna verloopt het wat apart. Het ene moment staat hij diep in mijn ogen te kijken terwijl hij een persoonlijke vraag stelt ('Hoe oud ben je?' Hoe oud denk je dat ik ben? '25?' Mooi, jij mag blijven), de seconde erna vertelt hij ineens iets over de kast waar hij naast staat. Ietwat verwarrend, maar ook wel grappig, want hij is duidelijk meer in mij geïnteresseerd dan ik in het halve verhaal dat hij ophangt. Maar vooruit, hij laat het een en ander zien en ondanks zijn gebrekkige Engels snap ik een heel eind van wat hij vertelt. Na een kleine tien minuten staan we weer bij de ingang. Hij vraagt me mijn naam, ik die van hem. Die van hem vertaalt tot 'Vrijheid'. Met een dubbele betekenis, want zijn land is sinds 1991, het jaar waarin hij geboren is, vrij én hij gelooft in Jezus en dat maakt hem vrij. Of ik Facebook heb? Dit zijn de momenten waarop mijn neus bloedt, dus nee dat heb ik niet. Instagram? Dat al helemaal niet, ik ben niet zo hip. Misschien Whatsapp? Oké, tijd om weg te wezen. Hij drukt me nog een kaartje van een lokaal hotel in de handen dat hij me aan wil raden. Hartstikke vriendelijk, ik neem het aan en neem dan afscheid. Bedankt voor je poging me te versieren, maar ik ben niet geïnteresseerd...

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Vervolgens wandel ik over het lege Skanderbegplein naar een nog legere, lange straat. Een paar honderd meter lang, een enkel huis hier en daar en dan eindigt de weg ineens. Dit is het terrein van voormalig hotel Turizmi, ooit een typisch Sovjet-hotel en het kon niet meer met de tijd meekomen. Het ging failliet in 1991 en staat er nog altijd. Althans, dat wat er van over is. Hoe ik weet dat het een typisch Sovjet-hotel is? Een behoorlijke entree voor de show, maar nogal kleine kamertjes zonder badkamer. Die zijn elders op de gang ergens te vinden. Op een handvol van de 50 kamers na, die blijken wel een ruimte te hebben waar een kleine badkamer in gezeten moet hebben. Maar dat is eigenlijk niet zo van belang; degene die dit hotel hier gebouwd heeft, had gevoel voor romantiek. Want het uitzicht is geweldig. Afhankelijk van de kant waaraan je kamer zat, had je een mooi uitzicht over Kukës en een deel van het stuwmeer met de bergen op de achtergrond, aan de andere kant had je een fenomenaal uitzicht over het stuwmeer.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

En daarmee heb ik alle hoogtepunten van dit stille stadje wel gehad. Ondanks alles ben ik toch twee uur op pad geweest, dus ik maak er een rustige namiddag van. Na het eten wandel ik nog een keer richting het Skanderbegplein. Het is ondertussen half acht en wat er gebeurd is weet ik niet, maar het ziet er zwart van de mensen. Ze lopen nergens specifiek heen, maar zijn allemaal aan de wandel. Honderden. Alsof de mensen thuisgekomen zijn van het werk en de kinderen nog even meenemen voor een kleine wandeling. Het geeft het stadje meteen wat kleur: het avondleven is kennelijk op straat. Vrienden die elkaar tegenkomen, spelende kinderen die om je heen rennen, families die met elkaar bijpraten... Het geeft een heel ander gevoel dan eerder vanmiddag.

Afbeelding

Dag 31
Het is mijn laatste volle dag in Albanië en daar ben ik me heel bewust van. Na het ontbijt check ik uit, gooi mijn spullen in de auto en rijd Kukës uit. Het kost wederom 500 meter om weer de enige op de weg te zijn. Al snel passeer ik het vliegveld van Kukës. Nouja, vliegveld, er ligt een landingsbaan en er staat een groot glazen gebouw dat dienstdoet als terminal. Een blik op het digitale schema van dit vliegveld verraadt waarom ik over een lengte van 300 meter drie personen in geel fluorescerend hesje zie duimendraaien: geen geplande vluchten vandaag.

Afbeelding

Al snel na het vliegveld kruipt de weg slingerend omhoog. Mijn bestemming ligt slechts 75 kilometer verderop, maar ik ga er twee uur over doen om er te komen. Drie keer raden hoe de weg er dan uitziet. Maar al rap sta ik op een uitkijkpunt en kan ik het hele vliegveldje van boven bekijken. Wat is het mooi hier. En ondanks dat de geplande snelheid niet boven de 40 kilometer per uur uitkomt, was ik vandaag toch al niet van plan om gas te geven. Lekker rustig aan, volop genieten van deze dag. En dan moet ik denken aan Johanna, een collega; zij is altijd zo dankbaar voor alles wat ze mee mag maken. Ze geniet altijd met volle teugen. En vandaag ben ik ook dankbaar, voor de mooie reis die ik door dit land heb mogen maken.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Het uitzicht wordt met elke bocht mooier, tot het punt dat ik boven op de bergpas sta en het vlakke plateau begint. Even kan de motor het rustig aandoen na al dat geklim. Even tijd voor een foto. En dan weer door. Van dorpje naar dorpje. Langs de weg wijzen borden me naar allerlei bergdorpjes en hun bijbehorende weg. De een wat geasfalteerder dan de ander. Hoe zou dat hier in de winter gaan, wanneer alles besneeuwd is? Zou het dan gemakkelijker zijn om met je auto over de dikke sneeuw te rijden dan over de grindpaadjes vol met kuilen? Hier en daar kom ik ineens een school tegen, waar daadwerkelijk kinderen op het plein spelen of voetballen op het gymveld. En hier en daar kom ik kinderen langs de weg tegen die te voet terug naar hun eigen dorp lopen. Maar het dichtstbijzijnde dorp waar ik net doorheen gekomen ben, ligt gemakkelijk vijf kilometer terug...

Afbeelding

Na twee uur rijden kom ik aan op mijn laatste bestemming in Albanië: Peshkopi. Het is een slag groter en drukker dan Kukës, meteen te merken aan het verkeer. Ik vind het hotel en parkeer mijn auto een stukje verderop langs de weg. Ik heb al gezien dat de beloofde parkeergarage er ook daadwerkelijk is, maar eerst inchecken. De kamer is ruim en netjes. Met de lift ga ik naar de parkeergarage. Er is plek. En een heel steile gang naar boven. Maar ik haal toch de auto op om die er te parkeren.

Afbeelding

Nadat ik ben geïnstalleerd en heb geluncht, wandel ik een stukje door het stadje. Ik gok in eerste instantie verkeerd en loop door een aantal nietszeggende straatjes met wat winkeltjes. Met een omtrekkende beweging loop ik terug richting het hotel, langs de weg waar ik net in optocht tussen de andere auto's heb gereden. Er rijdt nu niemand. Alsof ze allemaal op me hebben gewacht tot ik aankwam. Daarna bekijk ik de GPS nog eens goed en vind ik de ruim opgezette, autovrije boulevard. Allerlei winkeltjes ernaast, hier leeft het iets meer. En midden op de boulevard sjokt een opaatje terwijl hij de krant leest. Net als in Kukës is de pantoffelparade hier een groot goed. Hij staat zelfs zo goed dat ik hem ongezien op de foto kan zetten. Heel typerend.

Afbeelding

Daarmee heb ik alles hier wel gezien. Er is één toeristisch hoogtepunt en dat zijn de thermale baden. Dat klinkt heel exotisch, maar het komt neer op een gebouwtje met een zwaar verkalkt zwembad met modderbad. Van heinde en verre komen ze hierheen voor een meerdaagse kuur, want dat schijnt goed voor je te zijn. Laat mij dat nou net helemaal niks interesseren. En dus wordt het een rustige middag.

Eten doe ik in het hotelrestaurant. Voor omgerekend 8 euro eet ik hier een bord mixed grill, wel zo goed gevuld dat ik het niet eens op krijg. Daarna is het half acht en besluit ik de pantoffelparade hier nog eens te bekijken. En inderdaad, op de boulevard lopen, in tegenstelling tot eerder vanmiddag, honderden mensen. Een gezellige drukte. Maar ik heb stiekem ook nog een doel: na ruim vier weken reizen begint mijn haar wat lang te worden. Ik wil eigenlijk even naar de kapper. En degene die vlakbij het hotel zit was zowel vanmiddag als vanavond druk, maar ik heb er ook een aan de boulevard zien zitten.

Ik heb geluk; er is geen klant en dus loop ik binnen. Daar is de kapper en een vriend van hem te vinden. De vriend spreekt goed Engels, de kapper wil me wel scheren. Ik vraag wat het kost, want ik loop rond met mijn laatste Albanese Lek in de portemonnee.
'Twee milje,' zegt de vriend.
In Albanië moet je dan even goed opletten; twee mille betekent bij ons natuurlijk tweeduizend. Dat betekende het hier ook altijd, totdat er jaren geleden besloten werd om de overbodige nullen op de bankbiljetten weg te halen. Net als in Turkije, waar je ooit miljonair was als je geld wisselde. Maar ze zijn hier wel altijd 'milje' blijven zeggen, terwijl ze honderd bedoelen.
De kapper laat me de prijslijst zien: knippen kost 200 Lek, nog geen 1 euro 70. Dat kan er wel af.
Ik ga zitten en de kapper vraagt via zijn vriend hoe ik het precies wil. Gewoon, alles eraf tot 3 millimeter.
'Geen opbouw in lagen vanaf beneden, zoals ik heb?' vraagt de vriend. Nee, bedankt, gewoon mooi kort.

En dus begint de kapper zijn ritueel. Ondertussen babbel ik wat met de vriend en via de vriend met de kapper. Al rap is de kapper klaar. Ik veins dat ik een probleem heb, want ik heb zogenaamd geen 200, maar alleen 500 Lek bij me. De kapper neemt het aan en wil wisselgeld pakken, maar dat wuif ik weg. Een seconde is hij van zijn stuk gebracht, maar accepteert het dan.
Ik praat wat verder met zijn vriend over het verschil tussen Nederland en Albanië en over de slechte naam van Albanië. Hijzelf is ook Albanees, maar hij heeft een huis in Italië en werkt daar waar werk is en geld te verdienen valt. Zo werkt hij momenteel in Engeland, maar heeft hij nu een tijdje vrij genomen om weer even naar 'huis' te kunnen. Dat kon hij vanwege Corona ook al drie jaar niet. Hij heeft onder andere in Rotterdam gewerkt, maar vind het soms moeilijke omstandigheden waarin hij werkt. Onder andere in de bouw.
'We proberen hier te tonen dat we respect hebben voor toeristen. Tien jaar geleden was dat nog heel anders, maar we hebben geleerd goed te zijn voor de toerist en hopen dan dat ze blijven komen.'
Dat beaam ik. De kapper zegt iets in het Albanees.
'Over respect gesproken, hij vraagt of je iets met ons wilt drinken in het cafeetje hiernaast.'
Natuurlijk wil ik dat. En dus nemen we plaats op drie krukken bij het café van de buren.

Afbeelding

We hebben een heel gesprek over Albanië, toeristen, Corona, maar ook over de situatie hier, zij onder het genot van een kopje Turkse koffie, ik van een blikje Fanta. Ik vraag bijvoorbeeld tot hoe laat de kapper openblijft.
'Dit is Albanië, man, we hebben hier geen vaste tijden. Vanavond tot elf uur, morgen misschien tot vijf uur.'
Als er klanten zijn, dan is er werk en anders niet, zo klinkt het. Wanneer hij morgen weer open gaat dan?
'Half negen, als de kinderen naar school zijn.'
Dat klinkt onvoorstelbaar. Maar ja, iedere klant die je op een dag knipt is er natuurlijk één.
'Als je in Nederland tien klanten knipt op één dag voor 20 euro, heb je 200 euro binnen en ben je klaar voor vandaag. Maar je kunt hier 50 klanten knippen en dan kom je er nog niet eens bij de in de buurt,' zo schetst de vriend. 'Nu kom jij toevallig binnenwandelen, maar verder moeten we het hebben van onze vaste klantengroep. Als je naar een kapper gaat en die bevalt, dan ga je niet snel meer naar een ander. Hij heeft twee kinderen, het geld moet wel binnenkomen. En dat is het probleem hier; het maakt het uitzichtloos, want vandaag is hetzelfde als gisteren en morgen hetzelfde als vandaag.'
Hij haalt zijn schouders op.
De kapper wil weten of er aan de grens nog wordt gecontroleerd op Corona-vaccinatiebewijzen. Dat was bij mij niet het geval. Dat vinden ze wel fijn om te horen, want dat houdt de toeristen dan minder tegen. Daarna zijn de drankjes op. De vriend is moe van het reizen, hij is gisteren in Tirana aangekomen met het vliegtuig en met de bus naar Peshkopi gekomen.
'Vroeger duurde dat vanaf de hoofdstad acht uur om hierheen te reizen. Nu we de nieuwe weg hebben, is dat nog maar twee uur. En het is nog niet helemaal klaar, want dan loopt de reistijd nog eens met een uur terug. Nog beter voor de toeristen!'

De kapper betaalt en negeert me volkomen wanneer ik zeg dat ik wel wil betalen. Het geld dat ik hem extra heb gegeven spendeert hij nu dus meteen. Maar ik weet ook wat dat betekent; als iemand je fooi afslaat of voor je betaalt, zien ze je als vriend. Een mooier gebaar kunnen ze niet maken op deze laatste dag in Albanië. Ik bedank de vriend, maar vooral de kapper. Ik krijg van beide een hand en daarna gaan we ieder onze eigen weg.

Dag 32
Vandaag is een reisdag. Vanuit Peshkopi vertrek ik naar de grens met Macedonië. De weg slingert het eerste stuk net zo mooi als gisteren, de zon schijnt en het uitzicht is fenomenaal. Na twee grote rotondes in een bijna uitgestorven dorp is daar volledig onaangekondigd ineens de grens. Bij de Albanese grenspost kan er een riante glimlach vanaf. Tweehonderd meter verderop in Macedonië moet ik uit de auto komen om de grenswachter in de ogen te kunnen kijken. Tijdens het proces stelt hij een paar vragen - of ik nu uit Tirana kom en waar ik in Macedonië naartoe ga. Een paar simpele vragen om te zien hoe je reageert. Ik heb niks te verbergen, dus ik mag het land in. Ik had expres rekening gehouden met een wachttijd, maar er was slechts één auto voor me en alles verloopt soepel, dus na tien minuten kan ik mijn paspoort en de autopapieren weer opbergen.

Afbeelding

Afbeelding

Ik heb de GPS ingesteld op een Geocache net buiten het grensplaatsje Debar. Dat blijkt geen verkeerde keuze te zijn; die ligt namelijk naast een klein klooster waar je anders zo aan voorbij zou kunnen rijden. Met uitzicht op het Meer van Debar, dat er vandaag bijzonder mooi bij ligt. Rajchica monastery is vernoemd naar St. George de Overwinnaar, omdat hij een draak zou hebben vermoord om een prinses te redden. Hoe dan ook is het gebouw mooi.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Net voor het klooster ben ik over een brug over het Meer van Debar gereden en dat herkende ik; drie weken geleden kon ik het zien liggen vanaf het bergdorpje Galicnik; op de foto's die ik toen heb gemaakt kun je zowel het meer als de brug zien liggen. En vanaf de brug kan ik het dorpje in de bergen ook zien liggen. Toen wist ik nog niet dat ik wel met dezelfde auto hier zou rijden, maar dan wel met een andere zijspiegel... En een rugzak vol verhalen om te vertellen van mijn avonturen in Albanië.

Via het Nationaal Park Mavrovo rijd ik langs het meer van Mavrovo dat er in de stralende zon nog mooier bij ligt als drie weken geleden. Ook hier is het toeristenseizoen begonnen en de winter afgesloten: er wordt overal gewerkt aan de weg om die van de vorstschade te herstellen en hier en daar zie ik een enkele fietsende toerist en wat buitenlandse kentekens.

Afbeelding

Al snel rijd ik de snelweg op, die met elke tien minuten een tolpoort. Ik heb expres op de tijd gelet; na de eerste duurt het 15 minuten, dan 7 minuten, dan 10 en dan nog eens 12 om een tolpoortje te treffen. Gelukkig zijn de prijzen nog hetzelfde als op de heenweg, iets meer dan 2 euro in totaal.

Na ruim drie uur rijden kom ik aan in luchthavendorpje Petrovec. Hier heb ik voor deze avond een hotel geboekt. Het personeel heeft er zin in, wanneer ik vraag of mijn Presidential Suite al klaar is beginnen ze te lachen. Op de man achter de receptie na, die vraagt of ik die echt heb geboekt, want die is nog niet klaar en dan hebben ze een fout gemaakt. Uiteraard heb ik die niet geboekt. Maar zijn reactie is wel vermakelijk. Meteen na het inchecken ga ik de auto nog even aftanken, dan ben ik helemaal klaar voor vannacht.

De reis door Macedonië en Albanië was ontzettend mooi. De mensen waren super (en als ze wat moeilijk keken of reageerden was dat vooral omdat ze het Engels vaak niet helemaal machtig zijn, maar ze je wel graag willen begrijpen zodat ze je kunnen helpen), de natuur ruig en gaaf, de wegen avontuurlijk. Vooral van Albanië verwachtte ik veel en het heeft me zeker niet teleurgesteld. Ja, er was het ongemak van de kapotgereden zijspiegel en het onvermogen van twee afdelingen van hetzelfde bedrijf om me daar fatsoenlijk mee te helpen. Maar uiteindelijk is dat niks anders dan onderdeel geworden van deze reis. En puntje bij paaltje waren de Albanezen zo vriendelijk me ermee te helpen; aan het regelen van een nieuwe spiegel en van mijn geld af. Stiekem konden ze toch samenwerken, want ze hebben het geld van de spiegel voor me voorgeschoten. Ik ben benieuwd hoe dat verder afgehandeld wordt.
Maar ook Macedonië is mooi. Het heeft minder toeristische hoogtepunten, maar het handjevol dat er wel is, is zeker de moeite waard. Skopje lijkt me zeer geschikt voor een korte citytrip. Geen hele weken, want de hoogtepunten zijn beperkt. Maar Ohrid en omgeving is wel de moeite waard voor langere tijd als je gek bent op de natuur. Of eventueel het rondhangen aan de oever van het Meer van Ohrid in combinatie met een bezoek aan het oude centrum van Ohrid. En als je het dan combineert met Skopje, kun je hier gerust twee weken vertoeven.

Albanië op zichzelf is al avontuur. Tirana is niet echt geschikt voor een citytrip, tenzij je enorm geïnteresseerd bent in het verleden en daarbij de voormalige bunkers wilt bezoeken. Qua architectuur kun je het met gemak overslaan. Maar als je het opneemt in een vakantie van een paar weken, dan kan het een mooie tussenstop zijn. Albanië heeft eigenlijk alles binnen de landsgrenzen: interessante kleine stadjes met geschiedenis (zoals Gjirokaster), de bergen én een enorme kustlijn. Tussen Vlorë en Sarandë kun je gemakkelijk een plekje voor jezelf boeken om te vertoeven. En wie avontuurlijk ingesteld is, huurt een auto en trekt rond. Het verkeer valt echt samen te vatten tot: 'Ja, dat kan wél' en daar moet je je ook op instellen. De eerste dagen is het schrikken, daarna doe je zelf mee, want anders ben je zelf een gevaar op de weg.
Albanië kan ik absoluut aanraden voor wie avontuurlijk is ingesteld. En met een klein budget kun je hier heel ver komen. Ik hoop voor de Albanezen dat er meer toeristen naar het land zullen trekken, maar dat het wel bij acceptabele aantallen blijft, zodat het land niet ten onder gaat aan het toerisme, zoals je dat aan de Spaanse kust ziet: kilometers flats aan de kust en geen centimeter strand waar je rustig kunt lopen. Dat is niet mijn ding, dus ik heb er wel een mening over.

Tijd om mijn spullen terug in de koffer te krijgen. Het avontuur is nog niet voorbij, maar om verder te kunnen reizen, moet ik wat vreemde keuzes maken...
waldo79
Berichten: 7602
Lid geworden op: do 13 mar 2008, 14:00
Locatie: 's-Hertogenbosch

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door waldo79 »

Adembenemend verhaal :mrgreen:
Gebruikersavatar
AppleMoose
Berichten: 6027
Lid geworden op: wo 12 mar 2008, 22:21
Locatie: Skogen

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door AppleMoose »

Heerlijk om te lezen weer :pos:
Vraag niet naar de weg, want iedereen is de weg kwijt.
Gebruikersavatar
Daniel
OVNL-bestuurslid
Berichten: 39115
Lid geworden op: zo 09 mar 2008, 16:29
Locatie: Amersfoort
Contacteer:

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door Daniel »

Heerlijk verslag weer :pos:
Schapekop in de Keistad
Dagelijks Amersfoort - Veenendaal-De Klomp en weer terug...

Mijn foto's: https://www.flickr.com/dbleumink/
Gebruikersavatar
ArrivaBas
Berichten: 8796
Lid geworden op: ma 20 apr 2015, 13:39
Locatie: Dordrecht
Contacteer:

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door ArrivaBas »

Leuk verslag! Voor mijn werk rijd ik met relatief jonge bestelbussen van eveneens Opel. Daar staat er ook regelmatig één van bij de garage met een of andere vage storing. Alleen de kleinste en jongste van het trio is een beetje betrouwbaar, maar die heeft dan ook nog maar 9000 kilometer op de teller... (A)
"Wacht niet tot vandaag een goede dag wordt. Maak er vandaag een goede dag van." - Omdenken, 2022
Timon91
Berichten: 871
Lid geworden op: ma 29 jun 2009, 14:24
Locatie: Arnhem

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door Timon91 »

Fantastisch verslag, Mikos! Ik heb genoten van je verhalen en je prachtige foto's! Ik ben benieuwd wat er in het vervolg nog komen gaat, heb je je reis toevallig afgesloten met een midweek Mali? :mrgreen:
Mijn Flickr account.
umbusko
Donateur
Berichten: 5284
Lid geworden op: zo 28 okt 2018, 16:45
Locatie: Maastricht/Berlin

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door umbusko »

Prachtig wederom, dank! _O_ Wat een pech met dat spiegeltje, maar gelukkig is het bij een spiegeltje gebleven... Dat vijfsterrenhotel in de voormalige universiteit ziet er van buiten echt prachtig uit!
Gebruikersavatar
Mikos
Berichten: 5808
Lid geworden op: wo 26 mar 2008, 19:04
Contacteer:

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door Mikos »

Dank voor uw reacties :pos: Het was allemaal onderdeel van het avontuur, ik heb in Albanië een heleboel meegemaakt en gelukkig viel het inderdaad mee uiteindelijk.
umbusko schreef: ma 27 jun 2022, 17:10 Dat vijfsterrenhotel in de voormalige universiteit ziet er van buiten echt prachtig uit!
Het past alleen totaal niet in de omgeving. :') Zoom voor de grap eens in op de overzichtsfoto die ik van Berat heb gemaakt onder de vraag 'For mama?' Het staat net iets rechts van het midden van de foto. Plompverloren.
Timon91 schreef: zo 26 jun 2022, 15:40 Ik ben benieuwd wat er in het vervolg nog komen gaat, heb je je reis toevallig afgesloten met een midweek Mali? :mrgreen:
Weekendje Noord-Congo. :mrgreen:
umbusko
Donateur
Berichten: 5284
Lid geworden op: zo 28 okt 2018, 16:45
Locatie: Maastricht/Berlin

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door umbusko »

Mikos schreef: ma 27 jun 2022, 17:18 Het past alleen totaal niet in de omgeving. :') Zoom voor de grap eens in op de overzichtsfoto die ik van Berat heb gemaakt onder de vraag 'For mama?' Het staat net iets rechts van het midden van de foto. Plompverloren.
Haha ja, en dan met die ruwbouw er schuin voor! Net zo'n computerspel waarin je een stuk stad platbombardeert om er je eigen bouwsel neer te zetten. Nooit geweten dat dat in het echt ook een optie was. Zo bont maken ze het zelfs in België niet. :mrgreen:
Karl
Berichten: 4136
Lid geworden op: do 13 mar 2008, 21:06

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door Karl »

Leuk verslag. Een jaar of tien geleden ben ik op veel van de genoemde plekken geweest, dank voor de trip down memory lane.
Het is een spectrum.
ZO6176
Donateur
Berichten: 6000
Lid geworden op: wo 02 dec 2015, 20:20
Locatie: Eindhoven

Re: Mikos op Reis: Avontuur in de Balkan (deel 3)

Bericht door ZO6176 »

Wauw. Wat een verslag. Nooit die kant op geweest maar het ziet er indrukwekkend uit. Bedankt voor de verslagen.
Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 16 gasten