Na Polen is het tijd om het kompas geleidelijk af te lopen, met de klok mee, net zoals Rammstein dat deed in hun lied Mein Land:De la blanche cime, les minutes et leur tourbillon tombent dans le divin abîme de béatitude.
Vanaf de witte top tuimelen de minuten en hun tourbillon in de goddelijke afgrond van gelukzaligheid.
(Biel/Bienne, Philippe Robert (1881-1930))
Tijd voor Zwitserland, en zowaar met een missie. Ik ben tot nog toe bij elkaar 30 dagen in mijn leven in Zwitserland geweest en ik heb al heel wat gezien in dat land. Ik ontdekte dat ik intussen in ieder kanton ben geweest, althans, ik ben door ieder kanton gereden. In slechts drie kantons heb ik nog niet eerder voet aan de bodem gezet. In sommige kantons ben ik net aan echt geweest, zoals Appenzell Ausserrhoden, omdat ik ooit eens vanuit Rheineck naar boven ben gereden naar Walzenhausen met de tandradbaan (vanaf daar ben ik vervolgens, na een stukje lopen, met de bus terug naar beneden gereden naar Sankt-Margrethen). Nooit ben ik echter in Glarus, Nidwalden en Obwalden geweest. Daar moet maar eens verandering in komen, maar het bezoeken van alle kantons maakt me voor de rest geen Zwitser of wat dan ook, al kan ik intussen wel een redelijke tongval opzetten en heb ik hier effectief Duits leren spreken in de praktijk (dan heb ik het niet over school). Aso denn, jetzig isch d Ziit choo, mir gange go wieder in de Schwiiz!Wohin gehst du, wohin?
Ich geh mit mir von Ost nach Süd.
De route: Zürich, Glarus, Klöntal, Muotathal, Stans, Murten/Morat, Biel/Bienne, Interlaken, Kaiserstuhl (OW).
Vrijdag 3 juni
1. Vlak na het werk stap ik meteen op de Nightjet naar Zürich. Ik heb een bed in een slaapwagon met 2 bedden geboekt en ik krijg een reisgenoot. De trein was toen al helemaal volgeboekt en de arme wagonbegeleider heeft het maar druk met al die reizigers. Zo druk zelfs, dat hij vlak voor vertrek maar 2 uur geslapen heeft. Arm personeel. Hoe hectisch is zo'n baan wel niet. Een hele kunst om rustig en beheerst te blijven als reizigers gaan klagen dat een trein een uur vertraagd is, wat nogal vaak wil gebeuren met de nachttrein.
2. Er zijn wat tekorten in de voorraad, waardoor er een tekort is een Più, maar ik ben één van de eerste die erom vraagt en zo heb ik me toch maar een flesje weten te verschaffen.
3. Ik heb wel eerder met Nightjet gereden en ik merk meteen een verschil op: die flesjes water (die ik overigens niet lekker vind) hebben nu een dopje dat vast blijft zitten aan het flesje, voor welke reden dan ook. Dat moet het makkelijker maken om te drinken of zo? Of dat zo het dopje niet kwijt raakt, aangezien mensen het flesje openen, het dopje naast zich neerleggen, het flesje weer sluiten en zich meteen in paniek afvragen waar ze het dopje hebben gelaten?
We vertrekken veelbelovend, stipt op tijd, maar tussen Wesel en Oberhausen staan we stil. Na Düsseldorf is het tijd om te gaan slapen en later maar uit te vinden hoe veel later we aan zullen komen.
Zaterdag 4 juni
4. Tijd voor ontbijt. We rijden met ongeveer +90 ergens door Baden-Württemberg terwijl we allang in Basel hadden moeten zijn. Door al die statistieken maak ik me er allang niet druk meer over. Het betekent alleen maar: iets langer slapen, iets langer de tijd voor het ontbijt, iets meer Nachtzugvergnügen.
5. Basel SBB dan uiteindelijk. Het is in de praktijk sneller om een binnenlandse intercity te nemen naar Zürich, maar ach, dat betekent weer haasten en zo. Mijn reisgenoot, die ook een doorgewinterde treinreiziger is (mwja ik mag mezelf wel zo noemen vind ik, ook al ben ik nog nooit in Roemenië of zo geweest per trein, lekker pûh), heeft nood aan extra koffie en gaat tijdens het lange oponthoud in Basel, waar van locomotief gewisseld wordt voor het laatste stukje, nog even op het station een stevige bak halen. Bij terugkomst komt 'ie de treinbegeleider tegen die er niet zo geamuseerd door is omdat 'ie zo inkomsten misloopt, al waren wij in de veronderstelling dat hij het te druk heeft en de koffie schaars was, maar vooruit, dan neem ik nog maar een theetje...
6. Eindelijk dan: Züri. Eigenlijk nauwelijks veranderd.
7. Deze rakker heeft ons de megalange tocht van Basel SBB naar Zürich HB gebracht.
8. Momentopname van de eerstvolgende vertrekkende treinen in Zürich HB.
9. Ik heb met de vertraging mijn voorziene aansluitende trein gemist, maar hier heb je ieder uur een trein, waar dan ook. Zo ook op deze verbinding: de S25 naar Glarus, die precies een uur doet over de route. De trein wordt gereden door deze dubbeldekkers, waarvan de deuren maar een paar seconden open blijven en al ontgrendeld worden als de trein langzamer dan vijf kilometer per uur rijdt terwijl die afremt, om de efficiëntie per halte maar nog eens te verhogen...
10. Lachen man.
11. Ook lachen: de beenruimte in deze trein.
12. Glarus! Ontbrekend kanton nummer 1.
13. Meteen direct in de bergen, jazeker.
Het is flink warm hier in Glarus en het is een levendig gebeuren, met een diverse markt, een klein kinderkoor op straat, een minikermis en een poppodium in een park. Het voelt wel aan als iets eigens, maar tegelijkertijd is dit het ook wel. Het centrum is niet groot, het is er erg druk met auto's en ik heb nog andere plannen voor vandaag, dus heb ik het hier na een uurtje alweer gezien.
14. Ik ga bus 504 nemen tot aan Klöntal, een dorp aan een bergmeer dat ook een functie heeft als stuwmeer, de Klöntalersee.
15. Gelukkig, we mogen er naartoe. In de winter hoef je dat niet te proberen; dan rijden er ook simpelweg geen bussen.
De bus volgt een slalommend parcours over dunne wegen en daarvoor moet de chauffeur een keer de beroemde PostAuto-hoorn laten klinken voor al het tegemoetkomende verkeer, om ze tot stilstand te dwingen. Om dat geluid in het echt te horen is stiekem wel een bucketlistdingetje voor me geweest, maar dat ik hier op deze route al te horen kreeg, had ik niet zien aankomen.
16. Daar zijn we dan, aan de Klöntalersee, aan de bushalte Rhodannenberg. Merk het mechanisme op waar je je fiets aan kan hangen. Zo faciliteer je toerisme en beweging!
17. Niet al te lang daarna komt de tegenbus alweer aangereden. Dit keer eentje in de gebruikelijke PostAuto livrei.
18. Daar gaat 'ie weer...
19. In de categorie (intussen niet meer zo) verborgen pareltjes: de Klöntalersee nog eens. Ik heb even met het idee gespeeld om spontaan te gaan zwemmen, maar ik heb geen zwembroek mee en ik heb nog een behoorlijke wandeltocht voor me, dus beperk ik me even tot een beetje rondlopen, turen en even de temperatuur van het water aanvoelen.
Het plan is om te gaan hiken van Richisau, het eindpunt van bus 504, naar de eerstvolgende aanwezige halte in Muotathal: een route van 14,5 km die over de Pragelpas loopt, een bergpas met als hoogste punt 1570 meter. Ik moet ervoor bijna 500 meter klimmen en ongeveer 900 meter dalen, maar het leuke aan deze tocht is dat ik bij aanvang wel wist hoe ver het was, maar niet hoe hoog ik moest klimmen en hoe diep ik moest afdalen. Om het feest helemaal compleet te maken heb ik nog nooit een wandeling over een bergpas gemaakt en ben ik er maar naïef ingestort met een ongetrainde conditie onder het mom van: we gaan dit gewoon doen en zien hoe het afloopt.
20. Ik moet nog maar nèt wandelen en nu al schoeiselpech. Wordt 't zo'n dag? Ik heb wel paar reserveschoenen mee, dat dan weer wel.
21. Enfin, vanuit Klöntal wil ik zo ver mogelijk komen met de bus om de afstand zo kort mogelijk te houden. Dat eindpunt is Richisau, op zo'n 1100 meter hoogte. Deze bus heef me daar afgezet. Qua tickets nog even: ik heb de bustickets aan de kaartautomaat gekocht op het treinstation in Glarus, en deze koop je op basis van een begintijd, aangezien tickets voor de bus een bepaald aantal minuten/uur geldig zijn per hoeveelheid zones die je aflegt. Ik heb nog een paar Zwitserse franken over van een eerdere tocht, maar die bewaar ik liever voor als ik het echt nodig heb. Hoeveel ze kosten? De gebruikelijke Zwitserse prijzen: 4.80 CHF binnen twee zones, één uur geldig.
22. En zo begint dan de wandeltocht.
23. Het is allemaal wel goed bewegwijzerd. Via schweizmobil.ch kun je wandelroutes vinden en topografische kaarten raadplegen, maar dat kun je ook evengoed op mijn standaard terugval-app Mapy.cz.
24. Vanaf hier dacht ik: ah, nu ben ik toch eigenlijk wel hoger gekomen dan ik voorzien had.
25. Al helemaal als je nog eens achterom kijkt en dit ziet.
26. SNEEUW! Als vlaklandspersoon ontkom je er niet aan een enorm gevoel van WTF te krijgen als je dit tegenkomt, begin juni.
27. De top van de Pragelpas bereikt, tijd voor een tussenstop, met deze Käsetorte. Kost je een rib uit je lijf uiteraard, maar dit is toch wel de zaligste Käsetorte die ik ooit gegeten heb. Het werd ter plekke gebakken, met bergkaas.
28. Na een uurtje pauze volgt dan het langste stuk van de route: naar beneden.
29. Het eindpunt komt in zicht...
30. Ik begon iets na half twee met wandelen en vlak voor kwart voor zeven kom ik dan aan bij mijn eindpunt: de bushalte Muotathal Hölloch, beginpunt van buslijn 501. Ik hoef niet meer te wandelen!
31. Nog eventjes van een hoek gezien. Het idee dat ik helemaal van daarboven gekomen ben vind ik maar moeilijk te bevatten, maar ja, dat had ik toen ik met een zware backpack 'eventjes' Creux du Van wilde beklimmen ook.
32. Vanzelfsprekend was ik kapot, en mijn schoen ook. De waard was niet zo onder de indruk van mijn herculestocht, voor hen is dat doodnormaal ook, maar ik kon wel even eten en aan de appelwijn.
33. Grapjassen.
34. Prettig uitzicht vanaf het verblijf. Wakker worden en die bergen weer tegenkomen, da's hoe het werkt hier.
Zondag 5 juni
35. Het verblijf lag vlakbij de bushalte die ik net heb laten zien, dus lekker praktisch om het vervolg van de reis mee aan te vangen. Ik moet toch nog steeds wennen aan het idee dat je hier op de knop van de deuren moet drukken om de deuren open te krijgen, in plaats van dat de chauffeur de deur voor je open doet als je buiten staat. Ook is de aanwezigheid van brievenbussen typisch.
36. We rijden langs de Stoosbahn, de steilste kabelspoorweg ter wereld.
37. We rijden langs het stadje Schwyz, waar ik een paar jaar geleden ook al eens was. Hier hebben we de halte Zentrum, waar een kaartautomaat staat.
38. Je denkt misschien, die bussen zijn hartstikke duur, hebben ze dan iets bijzonders? Nou, nee, of je moet twee informatiebeeldschermen bijzonder vinden.
39. Aangekomen op het treinstation van Schwyz, tijd om met de trein verder te gaan.
40. Een FV-Dosto van SBB komt voorbij.
41. Ik ga noordwaarts met deze Südostbahn-Flirt.
42. Root D4 lijkt wel op een één of ander commando dat je in de terminal/het command prompt uitvoert om je system te laten defragmenteren of zo.
43. In Luzern stap ik uit, om over te stappen op de S4 naar Stans. Als je dan toch uit de trein komt, zie je zo wel meteen waar je heen moet. Da's dan wel het voordeel van een kopstation met hoog plafond...
44. Aangekomen in Stans, om het tweede nog ontbrekende kanton af te vinken: Nidwalden! De S4 van Zentralbahn staat hier alweer klaar voor de terugweg richting Luzern. Het is een eigenaardig treintje. Het heeft een kop van een GTW, het heeft een grote motorbak in het midden, maar het is tòch geen GTW.
45. Als je van binnen bekijkt zie je waarom: het heeft een panoramawagon en die wagon is nou precies de motorwagen. Zodoende heet dit geval een SPATZ, een Smalspur-Panorama-Triebzug.
46. Tijd om te gaan wandelen en onderweg komt de interregio naar Engelberg voorbij.
47. Stans heeft een Standseilbahn en die bevindt zich hier achter dit mooie gebouw.
48. Het treintje dat op de route zit is er nog zoeen van het oude kaliber.
49. Stans is een beetje zoals Glarus, of eerder, zoals zo veel bergstadjes hier: mooie huizen, nauwelijks hoogbouw (op kerken na). Hier vond net een één of andere ceremonie plaats met jong volk. Vast omdat ze afgestudeerd zijn of zo.
50. Eenmaal terug in Luzern: het begint te onweren.
51. Mijn plan was om vandaag al naar Obwalden toe te gaan, maar dat plan viel in het water met de stortregen, dus heb ik maar besloten om op zoek te gaan naar waar het droger of zelfs droog is met een beetje een omweg. Met zo veel regen leek het me wel interessant om dan maar de RE van de BLS naar Bern te nemen, die door het in Google Maps prominent aangegeven UNESCO Biosfeer Entlebuch loopt. De trein bestaat uit twee delen: het achterste deel rijdt tot Willisau terwijl het andere stel (zo'n Lötschberger) doorrijdt naar Bern. De Interrail-app weet niet dat er een directe trein is tussen Luzern en Bern via Willisau, dus moet ik de rit opknippen in tweeën..
52. Intussen weet ik eigenlijk nog steeds niet wat hier zo bijzonder aan is, of eerder, wat er zo UNESCO-waardig aan dit gebied is.
53. In Bern maar spontaan op de IC stappen naar Freiburg/Fribourg.
54. In Freiburg besluit is dat het Domino Day moet zijn en zo werd het maar een ritje op de S21 die Ins als bestemming heeft. Ik verlaat de trein in Murten/Morat, waar ik zowaar stukjes blauwe lucht aantrof.
55. Murten/Morat is een tweetalig stadje in het tweetalige kanton Freiburg/Fribourg, gelegen aan de Murtensee/Lac de Morat. Nog lang niet zo indrukwekkend als de Klöntalersee, maar toch...
56. Het stadje heeft een kasteel met zwart-witte patronen die de kleuren van het kanton voorstellen.
57. Het centrum is ommuurd, ook hier heb je een stadspoort die er uit ziet als een soort van Zytturm, hoewel het eigenlijk de Berntor heet.
58. Na even het stadje verkend te hebben en nog wat ingeslagen te hebben bij een supermarkt die toevallig open was op zondag, ben ik gereden naar Ins, het eindpunt van S21. Ik krijg wel een beetje Gembloux-vibes van het stationsgebouw.
59. Tegenover het stationsgebouw ligt nog een spoor: deze is voor de treinen van Aare Seeland mobil bedoeld, die naar Biel/Bienne rijden.
60. Hier heb je zo'n trein op die route, gekoppeld met een ander stel. Dit hier is dan weer wèl een GTW...
61. Maak de zin af. Ich fahre...
62. Een halte voor Biel/Bienne stap ik uit: dit is station Nidau met z'n apart gekromde perron.
63. Vanaf hier wandel ik naar Biel/Bienne en onderweg kom ik weer eens een kasteel tegen, dit keer met rood-zwarte motieven.
64. Dit hier is dan de toegangsweg naar het station van Biel/Bienne, of, althans, die voor de treinen uit Ins. Die zijn hier een beetje verstopt.
65. Tja. Donker. wel net en toch nog nog iets met kleuren.
66. Bielkommen, Biennevenue. Een must-see als je hier op het treinstation bent is de oude wachtzaal, met deze fresco's aan alle wanden, waar je best een kwartier naar kunt staren. Iedere muur en iedere allegorie op iedere fresco moet weer iets anders voorstellen: der Stundentanz/la Ronde/Danse des heures; Die Lebensstufen/Les âges de l’homme; die Jahreszeiten/Les Saisons; Zeit und Ewigkeit/Temps éternité.
67. Herinneren jullie je dit stukje poëzie aan het begin van de post nog? Dat kun je hier in deze wachtruimte terugvinden aan één van deze fresco's. Hetzelfde geldt voor stukje poëzie aan het begin van deze post, maar ja, het is dan ook geen toeval dat die stukjes poëzie ook allemaal op treinstations terug te vinden zijn. Stationskreten, noem ik ze graag.
68. Heuse zuilen aan het stationsgebouw!
69. Met die zuilen houdt het 'oude' al snel op als je verder het centrum inloopt. Alles is nieuwbouw van een aantal decennia terug en je vindt hier trolleybussen.
70. Toch, als je verder naar het noorden loopt, kom je toch voorzichtig wel wat meer oudere bouw tegen.
71. Even stap je buiten de ring en plots ben je in een andere wereld, lijkt het wel.
72. Dít is pas de authentieke binnenstad van Biel/Bienne.
73. Biel/Bienne is één van de weinige steden die ik ken die perfect tweetalig zijn, waar dat ook echt gewoon werkt zonder gezeur over wie er belangrijker is.
74. Een oude watertoren alsof het ook Parijs had kunnen zijn.
75. Etenstijd, fonduetijd. Na afloop: bedtijd.
Maandag 6 juni
Geloof het of niet, maar vandaag is het weer tijd om naar huis te gaan. Het is echt even een kleine Ausflug geweest om de nog aanwezige Interrail-reisdagen vol te krijgen. Met het noodweer in Luzern en omgeving heb ik de voorziene tocht naar Obwalden moeten uitstellen en om dat toch nog in het plan te krijgen moet ik wel vroeger het bed uit op deze dag.
76. Het is half acht, de trolleybussen rijden al hun rondjes. Bonjoüetzi dan maar?
77. Iedereen slaapt nog, zo lijkt het.
78. Rust op het treinstation. De wachte waar ik het over had is overigens hier direct links.
79. Met zo'n KISS ga ik via Lyss naar Bern toe.
80. De S-Bahn komt aan op het verstopte spoor 50 en na een wandeltocht door een containercorridor komen de golvende daken in zicht.
81. Ook in Bern heb je trolleybussen en ook hier laden ze op aan haltes, zo lijkt het.
Het plan voor vandaag is om vanaf Interlaken met de BLS-veerboot naar Brienz te gaan, omdat die veerboten nu eenmaal geldig zijn met Interrail zonder extra kosten. Ik heb eerder met zo'n veerboot gevaren, van Interlaken naar Thun en dat was wel een belevenis op zich, dus wilde ik hetzelfde doen, maar dan op dat andere meer, aan de andere kant van de stad die tussen de meren in ligt. Na de boottocht zou ik dan per trein naar Obwalden rijden over de Brünigpas.
Het loopt in Bern meteen al scheef: de als IC aangegeven trein naar Interlaken heeft +14 en dat is fataal voor de overstap op de veerboot van 9 minuten.
82. Ik heb in afwachting op die trein een trein eerder genomen naar Spiez, waar ik dan op die vertraagde trein naar Interlaken zou stappen. Hier ben ik dan in Spiez, waar een regionale trein naar Frutigen staat, met erachter de RE naar Zweisimmen.
83. Intussen 18 minuten later...
84. Wachten is hoe dan ook geen complete straf hier.
85. Het wordt opeens logisch waarom deze trein zo vroeg zo veel vertraging heeft. Het valt allemaal op z'n plek. Deze 'IC' is in feite een ICE en ook al begint deze ICE 959 zijn toch in Basel SBB, dan nòg krijgen ze het voor elkaar om dit ding met zo veel vertraging op gang te krijgen... Als ik dit had geweten was ik wel een half uur eerder weggegaan uit Biel/Bienne.
86. Die veerboot is allang weg natuurlijk...
87. Aangezien de veerboten van BLS niet heel vaak varen, zal ik dat idee in de prullenbak moeten werpen en maar met de trein direct naar Obwalden moeten rijden. Hier staat een regionale trein met bestemming Meiringen. Deze neem ik niet; ik neem de trein erna, die als IR naar Luzern gaat rijden.
88. Even een kijkje op het perron van de treinen naar onder meer Grindelwald en Jungfraujoch, met een herinnering aan de reiziger met een Interrail/Eurail-Pass, dat hun pass niet geldig is op deze treinen.
89. Ook al ben je dan niet op het water, met de trein rijd je er altijd vlak langs. In de verte zie ik na een tijdje zelfs de boot waar ik eigenlijk op zou moeten zitten varen.
99. Dan is dan eindelijk het moment aangebroken dat het derde nog ontbrekende kanton afgevinkt kan worden. Ik verlaat de trein in Kaiserstuhl (OW) en zo is de opdracht volbracht.
91. Hier ga ik even een uurtje rondwandelen. Eerst nog het stationsgebouwtje.
92. Kaiserstuhl ligt aan de Lungernsee, ook zo'n mooi, in de bergen gevouwen bergmeer, met links in beeld de spoorlijn in beeld.
93. Dit huis, dat aan dat meer staat, is in een Netflix-serie een filmlocatie geweest. Het is verder eigenlijk gewoon een privéhuis met een mooi uitzicht op dat meer.
94. Zo'n uitzicht dus.
95. Het is twaalf uur. Het moment waarop je je bedenkt dat de terugreis ook twaalf uur gaat duren.
96. Daar ben ik dan weer in Luzern, met de S4 naar Stans, de IR die me naar hier gebracht heeft en een lege wichtige Mitteilung er tussenin.
97. De volgende tussenstop is Basel SBB, waar ik weer op een trein naar Duitsland zal stappen. Ik ben alvast voorzien voor onderweg.
98. Momentopname van de eerstvolgende vertrekkende treinen in Basel SBB. Merk op dat de ICE naar Amsterdam uitvalt. Dit wist ik al van tevoren, met een EC die als alternatief wordt gegeven. Helaas sluit die EC, maar ook de ICE van 15:06 naar Hamburg niet aan op de uitgevallen ICE naar Amsterdam die uitzonderlijk pas begint in Karlsruhe...
99. In Basel SBB kijk ik nog even snel rond of ik zo'n SNCF Grandes Lignes-kaartautomaat kon vinden, maar die heb ik hier niet gevonden. Wel staan er twee TER-automaten. Voor de rest, wat betreft de tocht terug, is het een beetje bezien wat ik ga doen. Ik heb niets gereserveerd verder, maar in Basel SBB weet ik wel een ongereserveerd plekje te vinden die ik bezet zal houden tot aan Frankfurt-Süd.
100. Frankfurt (Main) Süd dan. Het is hier overstappen geblazen op een drukke RE naar Frankfurt (Main) Hbf, waar ik dan op de ICE naar Amsterdam zal stappen. Dat zal voor het eerst worden dat ik die hele route Frankfurt - Amsterdam zal afleggen in één ICE.
101. De spoorwegkathedraal die Frankfurt (Main) Hbf heet.
102. En dan eindelijk de ICE naar Amsterdam.
103. Ten slotte, na een toch waarin eigenlijk niets raars of vervelends is gebeurd (hoewel ik even dacht mijn OV-chipkaart kwijt te zijn), op tijd aangekomen in Amsterdam Centraal. Gelukkig maar, want als die ICE weer met een monstervertraging was aangekomen, had ik de laatste trein naar huis gemist en was ik nu niet thuis gekomen. Met Interrail is dat altijd een ellende, aangezien je geen rechten hebt als reiziger voor gemiste aansluitingen. Hoe dan ook: het is hier precies twaalf uur, net als in Kaiserstuhl (OW) en het is nu nog een resterende drie kwartier onderweg tot aan het eindpunt van de reis.
Eenmaal in Zandvoort aan Zee ontdek ik dat na aankomst aldaar met de laatste trein van de dag, de trein als leeg mat terug gaat, in plaats van dat deze nog een los ritje naar Haarlem maakt die voor reizigers toegankelijk is... sinds de nieuwe dienstregeling is dat allemaal veranderd. Enfin, de dag erna weer werken, maar ik heb mijn dosis Schwiiz weer gehad. Voor de volgende tocht zal ik naar het westen toe gaan en wel aan de andere kant van de plas.
De volgende post waarin ik naar Londen en Cornwall toe ga, staat hier.