Deel 2 waarbij ik Québec Ville en Ottawa bezocht heb is hier te vinden.
Ik heb Québec en Ottawa verlaten en ik zou in principe nu geen Franstaligheid meer moeten tegenkomen in de rest van Ontario, toch? Mispoes! Frans is overal in Canada, maar gelukkig hoef je hier geen Frans meer te kunnen.
Een week in deze streek is wat lang en ik ben niet elke dag echt onderweg geweest. Om deze post dan op een iets andere manier structuur te geven, deel ik dit deel op in categorieën, om te voorkomen dat er een verhaallijn in komt. In dit deel komen Toronto en de Niagara Falls aan bod.
Met Go Transit naar Toronto
Deel 2 eindigde ik in Oshawa, een town die, samen met enkele andere kernen, in de 'regionale gemeente' Durham ligt. Durham ligt pal naast Toronto, maar het maakt wel deel uit van de Greater Toronto Area (de naam van de metropoolregio), waarbij het de grootste gemeente is. Ik zou er wel iets van gaan zien, maar eerlijk gezegd is het gewoon een grote hoop woonkernen die ver van elkaar vandaan liggen en ik wilde daar niet al te veel van zien tijdens mijn verblijf. Zelfs een fiets nemen voor een dag zou eigenlijk al ondoenlijk zijn gezien de afstanden en mijn beperkte conditie (ik kan wel met een vouwfiets de Afsluitdijk afrijden maar niet 120 kilometer in één dag afleggen op een gewone fiets).
Oshawa is het beginpunt van de Lakeshore East Line, die onderdeel is van het netwerk van GO Transit (de exo van Toronto, waarbij GO teleurstellenderwijs staat voor Government of Ontario), die op papier loopt tot Toronto Union Station. Ik zou in principe weer met de directe VIA Rail-trein naar Toronto kunnen reizen, maar zelfs voor het stuk Oshawa-Toronto ben je een klein vermogen kwijt, dus is GO Transit de aangewezen optie. Gelukkig rijden die treinen overdag ieder half uur en dat is helemaal niet verkeerd. In de toekomst zou deze lijn naar het oosten worden verlengd tot aan groeikern Bowmanville.
238. Laat ik beginnen op het station van Ajax. Dit station met de voor Nederlanders wat merkwaardige naam ligt twee haltes verderop ten opzichte van Oshawa.
239. Ajax is een klein OV-knooppunt waar Pulse-bussen van Durham Region Transit vertrekken om wijken in de gemeente Ajax te ontsluiten. Hier hebben we zo’n bus, die zowaar eens er anders uitziet dan de eeuwige Novabus, deze Orion…
240. Een kijkje naar wat er hier zoal vertrekt in de ochtend.
241. Het betaalmiddel voor het OV in de metropoolregio Toronto heet Presto: een systeem dat vergelijkbaar is met de OV-Chipkaart in Nederland. Als je de trein neemt hier, neem je een Presto-card, check je in (Tap On) aan het begin van de reis en check je uit (Tap Off) aan het einde van je reis bij een paal als deze. Iedere keer zet je wat saldo op de kaart om je reis te kunnen betalen, dus wat dat betreft verschilt het niet met hoe wij dat thuis doen. Een belangrijk verschil is wel dat je enkel en alleen bij de trein hoeft uit te checken; voor de bus, tram en metro hoef je niet uit te checken omdat die aparte tarieven hanteren voor enkele reizen. Los van de Presto-card kun je ook reizen met een creditcard, als je bank dit tenminste accepteert.
242. Hop, naar het perron. De perrons zijn verhoogd tot het niveau dat ze bijna een barrier-free toegang verschaffen tot de treinen. Deze lijn is exclusief voor treinen van GO Transit bedoeld. Links in beeld zie je nog twee sporen liggen: die zijn bestemd voor goederentreinen en treinen van VIA Rail, eigenlijk hetzelfde als hoe dat met exo in Montréal geregeld is.
243. Het materieel dat op GO Transit op deze lijn rijdt is redelijk gelijkaardig: tien à twaalf rijtuigen aan dubbeldekkers (ik noem ze gekscherend doodskisten door hun vorm), in twee generaties (in principe hetzelfde, behalve dat de nieuwere niet meer van buiten is afgewerkt met klinknagels) en in twee kleurenschema's (niet-gemoderniseerd in medium-zeegroen met wit en gemoderniseerd met groen, wit en geelgroen). In ieder rijtuig kunnen een aantal fietsen aan boord, al bestaan er ook rijtuigen waarbij het onderste dek bestemd is voor fietsen.
244. De locomotieven die deze kolonne trekken of duwen zijn bijzonder krachtig: met 4000 pk (vmax tegen de 150 km/u) zijn ze betwistbaar de sterkste diesellocomotieven ter wereld die ingezet worden voor passagierstreinen (een 218 en 75000 hebben beide minder dan 2800 pk). Ze zien er wel bruut uit. Typisch voor het Amerikaans continent is wel dat er maar aan één kant een stuurstand is. De drie linker locomotieven hebben de oude kleurstelling, de rechter heeft de nieuwe.
XIII. Twee GO Transit treinen komen Ajax binnengereden.
- Spoiler: show
245. Het interieur wisselt sterk: dit is het soort stoel wat je vinden kunt in de niet-gemoderniseerde rijtuigen.
246. In gemoderniseerde rijtuigen vind je deze bekleding. Ongeacht de generatie en of deze gemoderniseerd zijn, hebben alle rijtuigen tussen de stoelen een plaat die reizigers zou moeten scheiden. Deze zijn een overblijfsel van de pandemie, maar het lijkt er niet op deze binnenkort verwijderd gaan worden…
247. In de nieuwere generatie rijtuigen vind je stoelen met zo’n hoofdsteun die je ook in bijvoorbeeld de RE 19 hebt.
248. Als er geen locomotief voorop zit, heb je een ‘platte’ stuurstand. Dit type rijtuigen vind je over heel Amerika, maar niet alle stuurstandrijtuigen zijn helemaal plat: enkele hebben een meer aerodynamische vorm en die zijn uniek in Noord-Amerika.
249. We rijden een tijdje langs Lake Ontario.
250. Om de deur te openen, druk je de knop in, maar welke? Gelukkig hebben we een ‘stopknopje’ die precies dat doet.
XIV. Ondanks dat de locomotief 4000 pk heeft, rijden deze treinen nu niet echt snel over het traject. Dat zal vast wel iets te maken hebben met het aantal haltes, maar ja, als één locomotief twaalf rijtuigen moet trekken heeft die daar wel een redelijke kluif aan. Hier een fragment waarop de trein het Union Station nadert.
- Spoiler: show
252. Vergeet niet uit te checken…
XV. Het in- en uitchecken heeft hetzelfde geluid, gek genoeg.
- Spoiler: show
253. Vertrektijden van GO-treinen vanaf Union Station in de middag.
254. De grote stationshal van Union Station.
255. De sporen van GO Transit liggen pal naast die van VIA Rail (en Amtrak), maar je moet voor iedere vervoerder wel een aparte hal door.
256. Naast GO Transit heb je ook nog een buitenbeentje: de UP Express (Union - Pearson), de toegewijde luchthaventrein met slechts twee tussenstops. Uiteraard met zijn eigen tarief en een eigen vertrekhal die niet bepaald naast de deur ligt van GO Transit en VIA Rail.
257. En jawel: de treinen op de UP Express zijn diesels. Je moet goed zoeken in Canada om bovenleidingen te vinden.
258. Een GO-trein verlaat Union Station.
259. Hier komt er precies eentje binnen, met op de achtergrond de CN Tower, beeldbepalend bouwwerk van Toronto en een tijd lang de hoogste toren ter wereld geweest.
CN Tower
260. Eenmaal buiten en je steekt de straat (voor onduidelijke redenen) over… het is moeilijk om ‘m niet te zien, de CN Tower.
261. Uiteraard ga ik eens omhoog…
XVI. In een flink tempo raak je boven op het Main Observation-gedeelte. Gek genoeg was ik de enige in deze lift.
- Spoiler: show
262. Het uitzicht is eigenlijk dystopisch: een ogenschijnlijk plat landschap dat volgeramd is met toren van allerlei soorten en maten. Het heeft naar mijn beleving niet echt een ziel of zo. Het doet me niet zo veel. Ja, het is ontzettend hoog en je hebt er een best uitzicht op de omgeving, maar dat is het dan ook wel eigenlijk.
263. Nu kunnen we de lengte van een GO-trein eens goed inschatten.
264. Hier rijdt net een VIA Rail trein Union Station uit met twee Dome Cars. Dit zou misschien The Canadian kunnen zijn; de beroemdste trein van Canada die van Toronto naar Vancouver rijdt in vier dagen, maar zeker ben ik er niet van. Bovenop, op het viaduct, rijdt een Streetcar voorbij.
265. Apart is dat vlak voor Toronto een eiland ligt waar een ‘regionaal’ vliegveld op gebouwd is (Billy Bishop). Het is ook veerboot te bereiken (de overtocht duurt slechts twee minuten), maar er is ook een voetgangerstunnel onder het water door…
266, 267. Aan de voet van de CN Tower heb je het Roundhouse Park met daar een aantal relieken van oude rijtuigen en locomotieven. Prominent bij de ingang staat een oud enkeldeksrijtuig dat vroeger bij GO-trains werd ingezet
Overig OV
268. Een beetje meer aandacht aan het andere OV in Toronto. Hier hebben we een Streetcar, oftewel een tram. Deze rakkers hebben nog niet al te lang geleden PCC-trams vervangen die ook zo kenmerkend waren voor Toronto. Eigenlijk vind ik deze trams een beetje treurig omdat ze zo ontzettend traag gaan. Ze hebben een halte bij zowat ieder block en het verkeer is er altijd zo druk dat de tram gewoon moet wachten op de grote hoeveelheden verkeer dat je evengoed ernaast kunt gaan hardlopen en de tram zo nog bijna kunt bijhouden. Ik neem een keer de tram richting het plaatselijke Chinatown dat echt vol met Chinezen en Chinese opschriften staat, kom de vele tramkruispunten tegen met afstappen midden op de straat.
269. Als de trams dan zo hopeloos langzaam gaan, wat dachten we dan van een metro? Wel, er is zeker een metro. Er zijn een paar lijnen, maar de prominentste is de gele lijn 1 die in een U-vorm door en om het centrum boemelt, want ja, ook de metro gaat niet bijster vlot door het grote aantal haltes. Ik heb denk ik zelden zo’n deprimerend OV-netwerk gezien als in Toronto. Kijk die tunnel dan. Het lijkt wel ruwbouw. Op hetzelfde ticket als met de tram (een enkele rit - lees: tussen eerste Tap On en de laatste mogelijkheid daartoe - is immers twee uur geldig hier) neem ik deze metro richting het noorden, tot iets buiten Downtown.
270, 271. Hier hebben we OV-knooppunt St. Clair West. In dit enorm ruim opgezette donkere stuk onder een toren heb je de mogelijkheid om op de bus, tram en metro te stappen. Het is er zo ruim dat er een keerlus voor de tram in gebouwd is en dat je nog ruimte overhoudt voor enkele busplatforms. Natuurlijk moet het dak er weer uitzien alsof de nadruk gegeven moet worden dat het half afgewerkt is.
272. De metrohalte Museum, die je naar het Royal Ontario Museum brengt.
273. Ergens niet echt OV, maar het is een bus: een gratis shuttle naar de luchthaven van Billy Bishop. Opvallend: deze bussen gaan de veerboot op richting het eiland.
De rest van de stad
274. Dit schijnt wel een iconische plek te zijn in Downtown Toronto, met dat krappe gebouw op de hoek van die straat.
275. Toronto City Hall. Hoewel de binnenstad redelijk kalm is zonder te veel herriemakers, is dat opeens heel anders in de buurt bij het stadhuis: hier liggen de junkies en daklozen, samen met de shady streetfood tentjes. Uiteraard niet op deze foto weergegeven.
276. Negentig graden naar rechts gedraaid heb je het vroegere stadhuis van Toronto.
277. Het gebouw dat het parlement van Ontario, de residentie van de premier van Ontario en kantoor van de zogeheten luitenant-gouverneur van Ontario (de vertegenwoordiging naar het staatshoofd toe, da’s de Britse koning voor de goede orde).
278. Casa Loma, een kasteel waarvan je je afvraagt waarom dat precies op de plek staat waar het nu staat.
279. Net als Montréal heeft Toronto een gigantisch ondergronds netwerk aan paden die toegang biedt tot kantoren, woningen, metrohaltes etc. etc. Het wordt hier the PATH genoemd. Je kunt een metrohalte in Toronto herkennen die rode logo’s met een gestileerde witte TTC er in, zoals hier weergegeven.
280 - 282. Een beetje in de richting van de toeristische Saint Lawrence Market, in de buurt bij het Underpass Park, heb je dit bijzondere bouwwerk: een kubushuis! Ik heb lang gedacht dat die alleen in Nederland stonden, maar nee, Toronto heeft er ook eentje, van dezelfde architect. Het ligt wat verstopt tussen twee drukke wegen in en deze toren wordt bewoond. Het staat wel op de nominatie om gesloopt te worden, maar vooralsnog lijkt het er niet op dat dat binnenkort gaat gebeuren.
Scarborough Bluffs
283, 284. Aan de kust van het meer van Ontario, op een moeilijk half uur van het Scarborough GO station, ligt het Scarborough Bluffs Park, waar een aantal interessante rotsformaties te vinden zijn.
285, 286. Het is moeilijk een goed uitzicht op de rotsformaties te krijgen omdat het afgesloten is (reden: ‘gevaarlijk’), maar ja, als er niemand in de buurt is en er geen camera’s hangen spring je gewoon over het hek en kijk je zelf wat beter uit.
Niagara Falls
Een hoogtepunt om te bezoeken in deze contreien is toch wel Niagara Falls. Het ligt op een uithoek van Ontario, tegen de grens van de Amerikaanse staat New York, waar drie watervallen te vinden zijn: de Horseshoe-watervallen (ligt deels in Canada, deels in de VS), de Bridal Veil-watervallen (in de VS) en de American Falls (in de VS). Alles bij elkaar opgeteld valt er héél veel water: tegen de 168.000 kubieke meter. Beide zijn te zien vanaf de Canadese kant en ergens is het uitzicht op beide ook het best aan de Canadese kant. Als je de andere kant wilt zien: je komt niet zomaar in het Amerikaanse deel. Je zult eerst een visum aan moeten vragen of een ESTA aan moeten vragen en dan moet je maar hopen dat de grenspolitie je overlaat. Ik was niet van plan om al het Amerikaanse deel te bezoeken, dus hoefde ik dat proces niet door.
Je kunt hier best komen met de trein, maar het aanbod is niet bijster ruim. Je hebt eens per dag de Amtrak-trein die rijdt tussen Toronto en New York, die een halte heeft in Niagara Falls (ON) en Niagara Falls (NY). Dat klopt: aan beide kanten van de rivier de Niagara, waar de landsgrens loopt, heb je een treinstation voor de watervallen. Als je die trein niet wilt nemen en (vooral in het weekend) wat geld wilt besparen, kun je ook de GO-trein nemen naar de Niagara Falls. De dienstregeling verschilt sterk per seizoen. In mei had je doordeweeks maar één trein die naar Niagara Falls toe reed vanuit Toronto Union Station, met een vertrektijd van tegen de 6:00 en die trein neem je niet voor je lol. In de zomer heb je drie treinen per dag, verspreid over de dag, waarbij de tijden doordeweeks verschillen met het weekend. Het treinstation van Niagara Falls ligt niet echt naast de deur, maar gelukkig rijden er frequente bussen naar het centrum. Als er geen treinen rijden, heb je nog langeafstandsbussen van GO, die je naar Burlington toe brengen, waar je weer op een trein kunt springen.
Ik ben hier niet gekomen met de trein, omdat ik de beschikking had tot een chauffeur die me vaak rond kon rijden in deze regio, waardoor ik heel wat mijlen gemaakt heb over de enorm brede snelwegen hier, die doordeweeks altijd vast komen te staan.
287 - 289. Een paar beelden van de ‘stadbussen’ die rondrijden in het Canadese Niagara Falls. Het zijn gelede Novabussen.
290, 291. Niagara Falls is een enorm toeristisch hellhole vol enorme borden, felle (dansende) verlichting, luide muziek enzovoort, wat je denk ik ook in Las Vegas zal vinden.
292. Je doet er niet toe als Burger King als je geen achtbaan op je dak hebt.
293, 294. Ik hoor je al denken: waar zijn die watervallen dan? Wel, die zijn hier!
295. Je kunt zowel op het Canadese en Amerikaanse deel op een boot springen om in de buurt bij de watervallen te komen. Deze boot is een attractie op zich, omdat die boot zo dicht mogelijk bij de watervallen komt, waardoor iedereen aan boord gegarandeerd zeik- en zeiknat wordt. Al die rode figuren op het dek zijn reizigers met rode poncho’s aan, die worden uitgedeeld.
296, 297. Schrijver dezes ging aan boord van zo’n boot.
XVII. Er zijn iets van bewegende beelden, met een sensor van de telefoon die het maar moeilijk had met die grote hoeveelheden water. Echt: what could possibly go wrong?
- Spoiler: show
298. Er is ook de moeite om in een gangenstelsel te lopen onder de watervallen, waar je een kijkje hebt van binnenuit. Merk de grote hoeveelheid muntjes in het water op… Net als de boot, is de toegang tot deze tunnels niet bepaald gratis. Ze laten het ook niet goedkoop zijn, want het zijn toeristen en die moeten goed uitgeknepen worden, immers.
299. Het uitzicht daar beneden is wel wat anders dan daarboven.
XVIII. Het wordt intussen donker en hier nog wat ander bewegend beeld van de watervallen.
- Spoiler: show
300. Ik ben hier toch wel bijna de hele dag geweest en met de auto heb ik ook nog iets anders in de buurt kunnen bekijken: de Whirlpool Aero Car, een kabelbaan die van de ene rots naar de andere gaat, met rechts in beeld alweer de Verenigde Staten, waar de kabelbaan uiteraard niet komt.
301. Als het helemaal donker is, vindt er een kleurenspektakel plaats bij de watervallen: ze krijgen allerlei kleuren geprojecteerd.
XIX. De kleuren veranderen de hele tijd.
- Spoiler: show
302. Na een tijdje besef je je dat je dan nog eens twee uur terug moet gaan rijden. Om de terugrit te overleven is het tijd om een willekeurig tankstation te plunderen en jawel, daar vind je de oranje Fanta! Zo hoort Fanta te zijn, niet geel zoals bij ons. Het smaakt ook nog eens heel anders, maar ik vermoed dat deze Fanta hier een aantal ingrediënten bevat die in Europa al een tijdje verboden zijn.
En dan… naar Chicago!
Na een weekje in Ontario is het dan tijd om Canada te gaan verlaten. Ik heb een vlucht gepland staan van Toronto Pearson International Airport naar Chicago O’Hare International Airport en vergeleken met de intercontinentale vlucht is dit eerder qua reisduur alsof het een bustochtje is.
303. Wat het iets minder een bustochtje maakt is dat je een landsgrens oversteekt en niet zomaar een: die van de VS. De VS hebben aparte procedures voor de grensovergang, namelijk dat ze een pre-board clearance willen hebben en dat resulteert erin dat deze luchthaven een aparte zone heeft waar de grensformaliteiten plaatsvinden.
Dat zal wel extra strenge controle zijn zeker? Op het oog is het niet anders dan eender andere vlucht, maar het grote verschil zit hem erin dat een Amerikaanse grensambtenaar in Canada zit om je paspoort te controleren, nog voordat je het vliegtuig instapt. De vingerafdrukken moeten gescand worden, er worden wat vragen gesteld over wat uw redenen zijn om naar de Verenigde Staten van Amerika te komen meneer etc. maar in mijn geval ging het allemaal heel gemoedelijk en stond ik vrij vlot alweer in de ‘clearance’ zone.
304. Als mijn checked bagage dan toch eruit gepikt wordt om te controleren, voor welke reden dan ook, heb ik altijd een luchtvaartgrapje verborgen in de vorm van dit shirt dat ik bovenop heb liggen.
Ik krijg het tijdens de wachttijd (van meer dan een uur) voor elkaar om bijna mijn vlucht te missen, omdat ik geen enkele omroep heb meegekregen voor boarding. Ik kreeg pas door dat ik had moeten boarden, toen omgeroepen werd dat ‘iedereen nu aan boord zou moeten zijn’. Ja, niet dus, lol. Dat, terwijl ik al die tijd vlak naast de gate zat. Ik ben sowieso niet iemand die meteen in de rij gaat staan als er iets omgeroepen wordt, omdat dat gewoon betekent dat je een kwartier voor niks in de rij staat te wachten. Ik zou dan pas gaan wanneer de rij een beetje aan het verdunnen is, maar dat hele proces heb ik dus over het hoofd gezien…
305, 306. Hoe dan ook: zonder gedoe raak ik aan boord en met deze Embraer (waar vier stoelen naast elkaar passen) steken we dan in iets langer dan een uur twee meren over: Lake Ontario en Lake Michigan. Voor mij een primeur: aan boord is er wifi!
Ik sluit dit deel hier af. In het volgende deel kom ik aan in Chicago en me daar allemaal overkomt zal je dan te zien krijgen. Leuk weetje: ik ben nu net over de helft van de foto’s die ik hiervoor op mijn Drive heb geüpload. Dat belooft nog wat, zeker?
Deel 4 waarin ik van Chicago via Indianapolis naar Washington DC ga is hier te vinden.