Een eerdere post waarbij ik een paar uitstapjes naar Frankrijk, België en Duitsland in de winter deel is hier te vinden.
In hoeverre het geluk ons bepaalt
is niet eens een vraag: totaal.
Wij zijn niets dan ons geluk
en het geluk is waar wij zijn.
Almere Poort (Mark Boogs)
Toen ik een vlucht naar Istanbul boekte, ergens in augustus vorig jaar, deed ik dat met het idee dat de vlucht vijf euro kostte exclusief belastingen en dat ik İstanbul als beginpunt zou nemen voor een lange tocht terug naar huis over land. Ik zag het al voor me: een tocht door de Balkan, via Griekenland, Noord-Macedonië en weet ik waar nog meer naartoe. Wat volgde waren bosbranden in Trakia die het hele treinverkeer in de regio overhoop gooiden en omdat er toch al iets van werkzaamheden waren was ik Griekenland binnen de kortste keren alweer helemaal beu en besloot ik om het hele pokkeneind via Bulgarije en Roemenië af te leggen, alsof ik een route van de oude Orient Express aan het volgen was.
In plaats van dat ik in één ruk terugrijd in een paar dagen is het natuurlijk de bedoeling dat deze terugweg juist de reis zelf zou worden. Onderweg maak ik wat tussenstops, ontdek ik wat plekken, lekker eten en drinken, maar daarbij hanteer ik een deadline: ik wil voor mijn verjaardag terug thuis zijn.
Heel veel landen in Oost-Europa heb ik nog nooit bezocht. Om maar wat te noemen: Roemenië, Griekenland, Kroatië, Servië... nu is de kans daar om er een paar af te strepen. Een voor de hand liggende bestemming tussen Turkije en Nederland is Servië, maat dat land leek me op het moment van plannen helemaal niks, dus ja, met Griekenland een drama (pun intended) is de enige optie nog Roemenië en dat leek me wel wat, met een paar slaaptreinen die je daar kunt nemen... Als ik dan toch naar Roemenië zou gaan, overwoog ik zelfs om 'eventjes' naar Oekraïne te gaan.
- Spoiler: show
Ik weet niet in hoeveel delen ik dit op ga delen, maar laat ik gewoon beginnen bij het begin: in İstanbul. Van daaruit per D-trein naar Plovdiv, om erna naar Veliko Tarnovo te gaan.
İstanbul, voornamelijk per boot
Ik vlieg naar Sabiha Gökçen en daar komt sinds een tijdje een metro. De bestaande metro M4 is doorgetrokken geweest naar de luchthaven en ik maak er dankbaar gebruik van. Voorheen moest je per se anderhalf uur met zo’n rammelende, afgetrapte stadsbus met continu tegen zichzelf aan het vechtende vering of zo, maar nu doe je een uur over die route in de metro en heb je tenminste sowieso plek.
Voor iemand die in 2019 nog nooit buiten Europa geweest was, was Turkije op het eerste oog een eng land met enge mensen, een enge taal en noem het maar op. Ik ben nog nooit op zo’n vakantieresort geweest, ook dat nog. Intussen is dit bezoek in 2024 de derde keer dat ik er ben en met de jaren ben ik de stad wel gaan appreciëren. Als je eenmaal die drukte daar leert tolereren, als je wat comfortabeler wordt met basiskreten zoals ‘ik spreek geen Turks’, ‘dank u wel’, ‘hallo’ enzovoort, is heel weinig eigenlijk nog eng. Ja ok, de Turkse grammatica is nog altijd eng en daar durf ik me nog niet aan te wagen, maar dat ter zijde. In het bezit zijn van een İstanbulkart maakt een groot verschil. Als je er bent: koop er een. Die dingen verlopen niet en je kunt zonder veel gezeik ermee reizen. Tot een paar jaar terug moest je echt contant geld bij je hebben om je saldo voor die kaart op te waarderen, omdat de automaten geen kaartlezers hadden, maar tegenwoordig hebben veel van die automaten een mogelijkheid om contactloos te betalen. Zalig. Ik heb wel iets van zeventig Turkse lira mee voor het geval dat, maar in de twee en een half dagen dat ik in İstanbul was heb ik dat niet nodig gehad. Dan nog: dat bedrag zou maar net aan genoeg zijn voor misschien twee ritjes met de metro.
1. Achter de touringcars heb je de bushaltes staan die door de stadsbussen van IETT worden aangedaan. In beeld is de E-3 die naar de metrohalte ‘4. Levent’ rijdt, over de Fatih Sultan Mehmet-brug. Voorheen zou ik de E-10 of E-11 genomen hebben, die ongeveer de route van de metrolijn M4 volgt tot aan Kadıköy.
2. Dit keer voor het eerst de metro vanaf de luchthaven.
3. Hoeveel metrohaltes kennen we met een massagestoel op het perron?
4. In tegenstelling tot de ‘oorspronkelijke’ haltes (de haltes tussen Kadıköy en Tavşantepe) zijn de metrohaltes die in 2022 geopend zijn een stuk soberder en kaler in de vormgeving. De treinen zijn wel nog altijd dezelfde.
5. Eens in Kadıköy neem ik de boot om aan de overkant te komen, terug in Europa, waar mijn verblijf is.
6. Zichtbaar aan de andere kant van het water zijn de Yeni-moskee en de Rüstem Paşa-moskee,
7. De boot heeft me afgezet in Eminönü en vanaf hier neem ik de treinvervangende bus (!) met lijnnummer BN1. Deze bus is in het leven gekomen vanaf het moment dat de oorspronkelijke Banliyö aan Europese zijde buiten dienst ging omdat er een nieuwe lijn aangelegd werd die ondergronds werd aangelegd om zo onder de Bosporus door een directe verbinding aan te bieden met Azië: de Marmaray. De bovengrondse spoorlijn ging buiten dienst en deze bus ging die spoorlijn volgen om toch die haltes op de één of andere manier aan te doen. Uiteindelijk besloot de stadsregering van İstanbul om weer treinen over de oude bovengrondse Banliyö-route te laten rijden.
8. Het was vlak voordat ik in İstanbul landde dat precies die oude Banliyö-route weer in gebruik werd genomen. Tijdens een overstap aan de halte Kazlıçeşme trof ik een trein aan die op die route rijdt. In de dienstregeling zijn dit geen Banliyö-treinen meer, maar… trams. Of light rail. Deze route gaat nu als T6 of als U3 door het leven, het ligt er maar net aan hoe je ernaar kijkt. De gemeente vindt het een tram, terwijl het ministerie van infrastructuur er een gewone trein in ziet. Heropening van de spoorlijn in kwestie maakt het weer mogelijk voor (internationale) treinen om door te rijden van Halkalı naar Sirkeci, het historische eindpunt in het centrum van İstanbul. Los van het feit dat deze hernieuwde verbinding bestempeld is geworden als tram, heeft de huidige B1 (de Marmaray, waarbij de B nog altijd verwijst naar Banliyö) intussen toch een tweede route erbij gekregen: de B2, die slechts een paar keer tijdens de spits tussen Bahçeşehir en Halkalı rijdt, zonder stop in Ispartakule. Je kan zeggen wat je wilt, maar hier blijven ze wèl nieuwe routes voor het OV bouwen… Het is nu zelfs in theorie mogelijk dat je treinen krijgt die op de veerboot kunnen naar Haydarpaşa, maar dat zullen geen passagierstreinen worden en in plaats daarvan goederentreinen omdat die nu eenmaal niet de Marmaray-tunnel in mogen.
9. Toerisme-modus geactiveerd.
10. Na twee keer bezoeken zijn er nog altijd plekken in İstanbul waar ik nog niet geweest ben, wat op zich niet verwonderlijk is, maar één van die plekken is de Prinseneilanden. Je kunt er komen met een veerboten vanuit een paar aanlegsteigers en ik opteer voor een veerboot die vertrekt in de buurt bij Maltepe. De prijzen verschillen sterk peer vervoerder. De boten van Şehir Hatları zijn nog best frequent en voordelig.
11. Met zo’n boot maken we de overtocht naar het grootste van de eilanden: Büyükada.
12. Overal hangen vlaggen en zijn er posters geplakt. Enkele weken na mijn bezoek werden lokale verkiezingen gehouden in zowat heel het land.
13. Heb je het over Turkije, dan heb je het over katten…
14. Random kabelbanen die op de heuvels zijn aangelegd voor (en door?) de rijke inwoners.
15, 16. Het was niet te warm, het regende ook niet, dus was dat een uitstekende gelegenheid om over het eiland te lopen naar de Sint-Joriskerk (Aya Yorgi kilisesi), een Grieks-Orthodoxe kerk aan het andere uiteinde van het eiland, op de top van een heuvel. Vanaf hier heb je een aardig uitzicht over de stad op het Aziatische vasteland.
17. Normaliter is het verboden om auto's te laten rijden op de eilanden, op ambulances en poliiteauto's na, maar er is wel degelijk openbaar vervoer aanwezig in de vorm van deze gekke elektrische golfkarretjes. Je İstanbulkart is er gewoon op geldig, al kosten de ritjes gemiddel wel wat meer, want tja... Enig nadeel: omdat de busjes zo klein zijn, zitten ze snel vol. Ik heb al twee busjes moeten laten gaan, maar ze rijden gelukkig best frequent. Het devies: desnoods tegen de richting in rijden, omdat de busjes toch altijd één vaste route volgen, dus je komt hoe dan ook aan op je bestemming...
18. Op een andere dag besloot ik om nog eens met de boot te gaan en hoewel ik lopend naar de haven toe kon heb ik uit luiheid toch de tram genomen.
19 - 21. Concreet wil ik de directe veerboot nemen die vaart tussen Eminönü en Rumeli Kavağı. Dit betreft een veerverbinding van een uur en drie kwartier die je van het noordelijke puntje van ‘Constantinopel’ tot bijna aan de Zwarte Zee brengt… voor slechts 23 lira (op het moment van schrijven zou dat 66 eurocent zijn). Onderweg passeren we Rumeli Hisarı (het kasteel van Roemelië, zie foto 21), zonder daar in de buurt aan te meren.
22. Na aankomst aan de haven van Sarıyer neem ik de bus naar de meest noordoostelijke bushalte van het net aan Europese zijde: Kale Caddesi in Rumelifeneri. Hier begint de Zwarte Zee.
23. Een blik op de haven. In de achtergrond ligt Azië.
24. De naam Rumelifeneri is vrij vertaald 'Griekse vuurtoren'. Ik denk dat dit de vuurtoren in kwestie is, maar wat hier nog zo Grieks aan is...
25. Met één keer overstappen kan ik alweer in het zuiden van het Europese deel van İstanbul zijn, in Yenikapı. De overstap vindt ongeveer halverwege plaats bij de metrohalte Hacıosman, waar metrolijn M2 begint. Dit is de metrolijn die over de Gouden Hoorn gebouwd is, met die metrohalte die in het midden van die brug ligt (Halıç). Deze foto is genomen op het eindpunt in Yenikapı.
D-trein Halkalı - Plovdiv
Laat ik direct ter zake komen met betrekking tot de trein naar Bulgarije. Online kun je die tickets nog altijd niet regelen en je zal tickets nog altijd aan het internationale loket in Sirkeci moeten (laten) regelen, ook al stopt die trein er al jaren niet meer, al zal dat in de toekomst misschien veranderen sinds de heropening van de 'oude' Banliyö-lijn. Omdat ik niet zeker was of de trein volgeboekt zou zijn op mijn dag van aankomst in İstanbul, had ik een vriendin aldaar gevraagd of die zo’n ticket voor mij kon regelen. Dat maakte alvast dat ik gegarandeerd een plek had aan boord van die trein.
26. Voordat de trein zou vertrekken had ik nog een aantal uur te doden. Inmiddels is de 'traditie' geworden om een paar haltes voor Halkalı uit te stappen, namelijk te Florya, want daar is een winkelcentrum en daar heb je een plek waar je een mooi uitzicht hebt op de Zee van Marmara waar de ondergaande zon te zien is met op de voorgrond vele goederenschepen. Dat was ook ditmaal weer zo allemaal allemachtig prachtig dat ik de tijd vergat en ik nog moest haasten om op tijd voor de trein te zijn in Halkalı. Met wat lichte paniek en halfslachtig rennen (als je dat zo moet noemen) heb ik alsnog de trein vrij eenvoudig kunnen halen.
27. De trein in kwestie die me richting een zo goed als slapeloze nacht gaat brengen.
Ik heb een ticket voor in een couchetterijtuig omdat ik geen zin heb om een slaaprijtuig te boeken voor een trein waar ik toch niet goed in ga slapen. Mijn coupégenoten bestaan uit een Japans koppel en een Marokkaanse. We delen snoepjes en eten en zijn nog best lang in gesprek, tot een paar uur voor de grenscontrole.
28. Ja. De grenscontrole. We bleven gezellig twee uur lang in Kapıkule staan, waarbij we zo’n drie keer onze paspoorten moesten laten zien en we een keertje de trein uit moesten om naar dat sfeervolle hok toe te gaan met de blauwe tralies. Het verschil met Turkije verlaten en Turkije binnenkomen met de trein is dat je je bagage niet door de scanner op het perron moet halen.
29. Sfeervol. De locomotief die onze trein vanuit Halkalı trok werd op een gegeven moment zélf weer getrokken door een diesellocomotief. Waarom? Werkelijk geen idee.
Op den duur werden we langzaam Bulgarije ingetrokken, kwamen er weer paspoortcontroles en pas tussen vier of vijf uur was het hele immigratiecircus klaar en kon ik nog één of twee uur proberen te maffen.
30. Goederen die wachten op wat komen gaat.
Bulgaarse binnenlandse treinen zijn oud en vochtig
31. Ik bleef niet slapen tot Sofia, maar ik moest er in Plovdiv al uit. Gelukkig hadden we een uur of twee vertraging opgelopen waardoor ik toch nog een beetje kon uitslapen.
32. Bulgaarse macht. De locomotief ziet er nog vers gerestaureerd uit.
33. Het station is een bouwput. Het meerendeel van de sporen is al gesaneerd om er hoogwaardigere perrons bij aan te leggen.
34. Ik neem een aantal uur om Plovdiv te verkennen. Je hebt uiteraard het deel waar je maar net van moet houden.
35. maar hier is wel degelijk een oude kern te vinden…
36 - 38. In de zomer zal hier de sfeer veel beter zijn dan nu.
39. Met smoothies bedoel je alcohol zeker? Bier noemen we plaatselijk anders ook 'sappies'...
40. Ik vervolg mijn weg naar mijn verblijf in Veliko Tarnovo. Aan een loket in het treinstation van Plovdiv koop ik in het Bulgaars een ticket naar het genoemde oord en dat ging zowaar best prima, al heb ik nog nooit van m’n leven Bulgaars gesproken. Schijnbaar heb ik genoeg geprobeerd in de talen van landen waar ik al eens geweest ben, dat het op de één of andere manier best prima ging.
41. Er staan rare dingen in de stationshal die de indruk moeten wekken dat ze kaartautomaten zijn, maar je kunt er precies niks mee kopen. Wellicht kun je er in de toekomst wel iets mee, maar voorlopig staan ze voor Jan Joker.
42. Veel treinen naar het noorden zijn er niet. Nu moet ik een stukje terug langs de route die de trein uit İstanbul ook al volgde, namelijk langs Dimitrovgrad, waarna ik eens moet overstappen in Stara Zagora. Niet eerder heb ik een binnenlandse trein genomen in Bulgarije, maar oef, het is wel een hele ervaring, in die hokjes met beslagen ramen. Je kunt er tenminste je telefoon opladen en daarmee zijn ze betwistbaar moderner dan een SLT.
43. We raken op zeer hoog tempo in Dimitrovgrad en daar maken we kop. Ook al regent het, de halve trein heeft nu rookpauze.
44. De aftakking richting het noorden mag je van mij een zijlijn noemen, want na de bloedgang tussen Plovdiv en Dimitrovgrad gaan we nu op een kassiemassie kadeng kadeng-tempo door een landschap dat stilaan heuvelachtiger begint te worden. We komen al met al 'op tijd' aan in Stara Zagora, waar ik over moet stappen.
45, 46. Werkelijk alle treinen hier zijn beklad. Het station zelf is echter nog helemaal nieuw en fris.
47, 48. De rijtuigen hebben een leeftijd, maar het raam kan tenminste open.
49. Af en toe is het puzzelen om met een backpack door die gang heen te komen, maar alles loopt goed af.
50, 51. Ik heb weinig foto’s gemaakt onderweg, zelfs wanneer de route het mooist wordt met de vele keerlussen etc. omdat ik in gesprek raakte met een Bulgaar met wie ik banitsa heb gegeten. Onderweg hadden we toch geen bereik, dus och. De taalbarrière was wel flink, want de beste kerel kon alleen maar Bulgaars, maar met mijn beperkte kennis van Tsjechopolskislovoekrorusslowakobulgaars en mijn kennis van het Cyrillisch alfabet kon ik er zowaar toch Balkankaas van maken.
52. Vlak voor het landschappelijke geweld moesten we wel nog een tegentrein voorlaten.
53. Haltes met van die gekke ‘zwart-witte’ perrons.
54. Het is lichtelijk zorgwekkend om zo'n vochtvlek op het dak van je coupé aan te treffen.
55. In Tsareva Livada kun je overstappen op de trein naar Gabrovo en daar krijg je een heuse Sovjet-stoptrein voorgeschoteld.
Veliko Tarnovo
56 - 58. Ik spendeer een dag in Veliko Tarnovo. Een mooi stadje, met Ottomaanse vibes, gevouwen om een meanderende rivier…
59. Bovenin deze foto, ter hoogte van dat beige-gelige gebouw, loopt een drukke weg, maar dit weggetje hier onder waar ik loop, is het heerlijk rustig.
60. Met de weinige treinen die hier rijden, probeerde ik wel wat momenten in te plannen waarbij ik een paar treinen kon ‘spotten’, als het ware. Het is nog best een uitdaging om een goede plek te vinden, maar ik kwam een paadje tegen die naar de spoorbrug toe loopt en zo kom je uit bij twee tunnelpoorten.
61. Ik ben bovenop zo’n tunnelpoort gaan zitten en na een tijdje wachten komt er dan een trein voorbij.
62 - 64. Als je in Veliko Tarnovo bent moet je eigenlijk ook een bezoek brengen aan Tsarevets, wat vroeger de plaatselijke vesting was. Voor een bedrag van 10 lev ben je binnen en kun je zo een beetje door het hele gebeuren lopen. Dit moest vroeger echt een enorm complex geweest zijn.
65. Ik wilde hier sowieso eens geweest zijn, want precies dit beeld is al langer dan een jaar mijn wallpaper, in aanloop naar deze reis…
66. Ik heb het idee dat deze bus uit Zwitserland komt.
67. Er moet gegeten worden. Tijdens mijn gesprek onderweg hier naartoe viel het woord 'tarator'. Ik had natuurlijk geen enkel idee wat 'ie daarmee bedoelde, maar terwijl ik de menukaart afspeurde trof ik opeens dat woord aan. Dan moet dat subiet geprobeerd worden ook! Het is een soort van koude komkommersoep.
68. Daarna kwam er nog een gang met wat gegrilld vlees, aardappelpuree en dergelijke.
69. Ik moest nog naar het treinstation toe om een kaartje te kopen voor morgen en onderweg kom ik dit tegen. Wil iemand nog traplopen?
70. Het stationsgebouw van Veliko Tarnovo. In de buurt zijn er drie jonge vrouwen bezig om alle ramen die langs de weg liggen stuk te slaan wat een hoop herrie en wat geschreeuw oplevert.
71. Stationskat! Het rood-witte bandje wat deze kat omheeft heeft een betekenis. De symboliek erachter heet hier ‘Martenitsa’ en het is een soort bijgeloof wat men hier heeft, dat als je dit draagt in de maand maart, dat je gezond blijft en geluk krijgt. Zoiets moet je dan dragen tot het moment dat je een ooievaar tegenkomt, of een ander soort vogel. Of gewoon totdat het april is. Van mijn hotel heb ik ook zo’n bandje gekregen die je dan om je linker pols zou moeten doen.
72. Een blik op het perron. Hier was ik de avond ervoor ook al dus, maar toen was het donker en nu zie je tenminste nog iets in een zekere stemmige sfeer.
73. Een mooie, oorspronkelijke stationsklok. Werken doet ‘ie al jaren niet meer, me dunkt.
74. Een aparte gewoonte hier in Bulgarije is dat je papiertjes opplakt aan je raam van mensen die een jaar geleden (of langer) zijn gestorven. Opdat ze niet vergeten worden, moet de gedachte zijn.
75. Ik zou niet zomaar op een willekeurig tijdstip naar het station toegegaan zijn als ik niet wist dat er een trein aan zou komen. Deze rakker is bezig met een tochtje naar Stara Zagora.
Hier sluit ik dit eerste deel af. In het volgende deel ga ik naar Roemenië toe om op zoek te gaan naar onder meer Wadlopers, oude Franse treinen en allicht kom ik per toeval nog wat ex-Nederlandse bussen tegen.
Deel 2 is hier te vinden.