Ongezien
Met een Sprinter naar Groningen kom ik aan in Assen. Een handvol reizigers stapt de trein uit, een lading nieuwe reizigers stapt in. Onder de uitstappers bevindt zich een blinde jongeman en zijn geleidehond. Bij de controle onderweg was hij niet zeker of zijn chipkaart wel goed was ingecheckt, want bij het overstappen moest het allemaal even snel gaan en met een geleidehond is dat niet altijd even gemakkelijk, zo liet hij weten. Maar zijn chipkaart was prima in orde.
Terwijl iedereen een weg naar de uitgang zoekt, lopen hij en zijn hond de andere kant op. En daar is alleen nog een bankje en het einde van het perron. Een snelle rekensom levert me op dat dat niet goed gaat; hij gaat niet op dat bankje zitten om te wachten op de volgende trein, laat staan dat hij daar naar de treinen gaat zitten kijken. En inderdaad; ze lopen het bankje straal voorbij. Dan rest alleen nog het einde van het perron. Ik begin dus maar vast te lopen in hun richting.
Als blind of slechtziend persoon leg je al je vertrouwen in de pootjes van een blindengeleidehond. In de opleiding tot conducteur heb ik al eens mogen ervaren hoe het is om zonder zicht te navigeren over het station. Begeleid door een blind persoon. En dan een trap op of af. Zelf zie je niks en je weet zeker dat je begeleider ook niks ziet. Dat is een ervaring! Maar de begeleider van een blind of slechtziend persoon is vaak een hond. En die worden tot in de puntjes opgeleid. Dat is voor de hond die ik nu in de gaten houd niet anders.
Zodra het tweetal gevaarlijk dicht in de buurt van de perronrand komt, steigert de hond. Waarna ze prompt stilstaan. De blinde man verandert van koers en zo wandelen ze richting de perronrand waar de trein naast staat. Dan ben ik ook in de buurt en spreek ik hem aan.
'Hij blokkeert vanzelf als het niet goed gaat, hoor,' zegt hij rustig, nadat ik heb gezegd dat ik voor de zekerheid maar even ben komen kijken.
'Het was ook meteen een mooie test,' zegt hij erachteraan.
En inderdaad, de hond weet wat hij doet. Die negeert me straal en begeleidt zijn baasje nu richting de trap. Ik vraag of hij met de lift naar beneden wil. Maar de man kiest voor de trap. Tien meter verderop vinden ze hun weg naar beneden.
Het blijft een bijzonder gezicht.
Waarheen?
Luchthaven Schiphol, 's avonds laat. Ik sta met de laatste Intercity van de dag naar Zwolle op spoor 1. Reizigers stappen in en uit. Er komt een man naar me toegerend over het perron.
'Gaat deze trein naar Almere?'
'Zeker, meneer.'
'Ah. En dan moet ik daar overstappen?'
'Geen idee, ik weet niet waar u naartoe gaat?'
'Haarlem.'
'Haar-lem?'
Ik articuleer extra goed om te voorkomen dat ik de man verkeerd versta en naar de verkeerde trein verwijs.
'Ja, gaat er geen rechtstreekse trein?'
'Niet naar Haarlem. Dan kunt u beter de bus nemen als het rechtstreeks moet. U heeft het toch echt over Haarlem? Hier vijf kilometer verderop?'
'Eh, ja? Moet ik dan niet via Almere?'
'Nou nee, via Sloterdijk misschien.'
De man kijkt me een seconde aan en dan naar het bord dat achter me boven het perron hangt. En slaat dan met zijn hand tegen zijn voorhoofd.
'Ja, dat bedoel ik. Ik zie Almere staan en zeg dat.'
'Spoor 3, meneer, om 53. Overstappen op Sloterdijk.'
'Dankuwel,' zegt hij vriendelijk, terwijl hij van me wegloopt.
Hij zal een lange dag gehad hebben...

Wel of niet?
Op zaterdagavond kom ik aan met een Intercity vanuit Leeuwarden naar Den Haag Centraal op Amsterdam Centraal. Dat is op zich al bijzonder; normaal rijdt deze trein helemaal niet naar Amsterdam Centraal, maar vanwege werkzaamheden is de dienstregeling dit weekend sowieso op veel plaatsen anders. Andere verbindingen, andere vertrektijden. En dat is voor iedereen een kwestie van goed kijken hoe het die dag gaat.
Na aankomst stap ik de trein uit, het perron op. Daar gebeurt iets dat niet anders is dan anders; ik word overspoeld met reizigers die komen vragen of dit de trein is naar Schiphol. Of Sloterdijk (met elke toerist zijn eigen uitspraak). Terwijl ik de vragen op het ontzettend drukke perron beantwoord, hoor ik op de achtergrond mijn portofoon. De nieuwe conducteur die de trein van me overneemt doet een portofoontest met de machinist. De vragen blijven intussen komen. Dan zie ik in mijn ooghoek een collega van standplaats Hoofddorp in mijn richting lopen, met zijn portofoon in zijn hand. Ik hoor hem de machinist oproepen, maar er komt geen antwoord. De collega komt naast me staan, terwijl er weer een nieuwe golf reizigers aan komt lopen met nog meer herhalende vragen.
‘Stopt deze op Lelylaan?’ vraagt een jonge knul.
‘Ja,’ antwoord ik.
‘Nee,’ antwoordt mijn collega op hetzelfde moment.
De knul kijkt ons omstebeurt aan met verbazing in zijn ogen. Ik bevestig hem nog maar eens dat de trein op Lelylaan stopt, waarna hij instapt.
‘Echt niet,’ zegt de collega me daarna, terwijl hij op zijn telefoon zijn digitale dienstkaartje laat zien. Daar staat inderdaad wel Sloterdijk op, maar geen Lelylaan. Maar aangezien ik voor de omroep onderweg elke keer heb opgezocht waar de trein wel of niet stopt, om zeker te zijn dat de informatie die ik geef klopt, weet ik zeker van wel. Ik zoek het treinnummer op in onze app en zie daar nog steeds Lelylaan tussen staan. Ik houd mijn scherm naast dat van mijn collega en zie dan waar het fout gaat; hij heeft een heel ander treinnummer.
Achter ons sluiten de deuren van de trein. De collega die de trein van me overneemt vertrekt er mee. Geen wonder dat de collega naast me geen contact met zijn machinist kan krijgen; zijn trein is nog helemaal niet op het station. De Hoofddorpse collega en ik blijven achter op het perron, terwijl de trein achter ons wegrijdt. We schieten in de lach.
‘Verrek, ik ga er drie minuten achteraan,’ zegt de collega lachend, terwijl hij op het scherm van zijn telefoon kijkt.
‘Het is maar goed dat die jongen kwam vragen,’ lach ik terug.
‘Als wij het al niet met elkaar eens zijn, en dan lopen wij al een tijdje mee!’ krijg ik te horen. Inderdaad, we kennen elkaar al jaren. Als wij het al niet kunnen volgen…
‘Sneu voor die knul dat hij nu in de verkeerde trein zit,’ oppert mijn collega.
‘Juist niet, die trein stopt wél op de Lelylaan,’ kaats ik terug.
‘Ohja.’
Hoofdschuddend van het lachen nemen we afscheid. Zelfs voor het personeel is het soms een kwestie van goed opletten, want ook wij volgen het niet altijd. We zijn net mensen!
Onbespied
Op een druilerige woensdagavond sta ik met de Sprinter naar Groningen in Assen. We hebben hier een planmatige stop van 5 minuten en ik heb even met mijn machinist staan kletsen. We vertrekken op tijd en ik wandel nog even zonder te controleren door de rustige trein.
Vaak wanen mensen zich onbespied; ze zitten in de trein en maken zich hun directe omgeving eigen en vertrouwd. Hoe rustiger de trein, hoe gekker ze zich soms gedragen. De een gaat languit liggen met zijn voeten op de bank, een ander gaat uitgebreid bezig met de selfiecamera om een paar foto's te maken of om zelfs complete danschoreografieën uit te voeren. Sommigen durven het zelfs aan om te gaan zitten zingen, alhoewel dat vaak om meerdere personen gaat; dat voelt dan kennelijk toch wat veiliger.
In dit geval is het een vrij smoezelige jongen die met zijn capuchon op zijn hoofd en een treinkaartje op het tafeltje naast hem uitgebreid een stevige stapel briefjes van vijftig euro zit te tellen.
Dat vind ik altijd de mooiste: zo trof ik eens een knul rond Rotterdam Alexander die tijdens mijn controle zijn treinkaartje niet kon vinden. Al zijn zakken werden leeggemaakt, er kwamen tientallen retourtjes van Capelle-Schollevaar naar Rotterdam Centraal uit zijn jaszak, maar niet die van vandaag. En maar zoeken. Tot hij op een gegeven moment een broekzak leegmaakte met een eindeloze hoeveelheid gevulde zakjes met wiet. Dat duurde een paar seconden en toen keek hij naar die zakjes en toen geschrokken naar mij.
'Euh, dat had u eigenlijk niet mogen zien,' stamelde hij.
'Nou, dát interesseert me niet. Ik kom alleen voor je treinkaartje.'
Niet lang daarna vond hij zijn kaartje van die dag. Natuurlijk had hij die, want hij wilde niet betrapt worden zonder kaartje. Met alle gevolgen van dien.
Maar hier in Assen ligt het treinkaartje al naast deze knul klaar op het tafeltje. Zodra ik langsloop en netjes "Goedenavond" zeg, schrikt de smoezelige jongen zichtbaar. De stapel vijftigjes verdwijnt terstond onder zijn jas.
Ik begin te lachen en zeg:
'Had je niet door dat ik eraan kwam?'
Hij haalt een oortje uit zijn oor en stamelt:
'Eh, nee.'
Ik loop lachend door.
Je pikt ze er altijd zo uit. Mensen die zich onbespied wanen, ik vind ze leuk.
Vest
Het is zaterdagavond en ik heb net mijn auto geparkeerd op de parkeerplaats van het personeel. Ik start mijn apparatuur op en wandel de stationstunnel van Zwolle in. Ik ben net twee weken vrij geweest, vandaag is mijn eerste dienst na de vakantie. Ik passeer de poortjes en kom halverwege de tunnel een jongedame tegen die met een wat bedrukt gezicht op me af komt lopen.
'Meneer, mag ik wat zeggen?'
'Jazeker.'
'Nou, boven op spoor 5 loopt een jongen, helemaal in het zwart gekleed,' begint ze de jongen te omschrijven.
'En met een kogelwerend vast aan...'
Ik spits mijn oren nog wat verder.
'... en een gasmasker aan zijn riem. Ik krijg er een bepaald gevoel bij en ik denk dat hij met mijn trein meegaat, dus ik wil het melden, maar ik kan niemand van de beveiliging vinden,' rondt ze haar verhaal af.
Ik begin met te zeggen dat ik haar gevoel wel snap, maar ben ook in gedachten meteen op zoek naar wat ik ermee moet. Het eerste dat in me opkomt, zeg ik ook hardop:
'Is er dit weekend geen Comic Con?'
Ik pak mijn telefoon erbij, zoek op internet en vind direct mijn antwoord. Ik laat haar het scherm zien en lees voor:
'Comic Con, 23 en 24 november.'
Ze kijkt me aan en zegt:
'Ik heb geen idee wat dat is.'
Ik laat haar op dezelfde internetpagina een paar foto's zien van de beurs waar mensen die verkleed zijn als superhelden, stripfiguren en andere min of meer bekende filmpersonages rondlopen. Ik zie ook meteen dat de uitdrukking op haar gezicht wat meer rust uitstraalt.
'Maar voor de zekerheid zal ik toch nog even bellen of er iemand even mee kan kijken, beter een keer te veel gemeld dan te weinig,' zeg ik er bij.
'Inderdaad. Ik ben al wat gerustgesteld, dankuwel.'
Ze loopt van me weg, op weg naar haar trein. Ik loop door en bel de meldkamer, nadat ik de Zwolse collega die op spoor 5 met zijn trein klaarstaat ook telefonisch heb geïnformeerd.
Even later ben ik onderweg naar mijn eerste trein van de dienst en kom ik de collega's van V&S tegen in de tunnel.
'En, waar is je gasmasker nu?' vraag ik aan een van hen waar ik erg goed mee kan.
'Ah, had jij die gemeld? We hebben gekeken, maar niemand aangetroffen. Het zal inderdaad van de Comic Con zijn geweest.'
Blijkt het allemaal weer mee te vallen. Een lekker begin, na de vakantie!
Conducteur Mike