In die tijd vond ik het leuk om foto's te voorzien van watermerken, iets wat ik vandaag de dag niet meer doe, omdat 't eerder vervelend is om te doen.
De route die in dit eerste deel wordt afgelegd is: Essen, Schaffhausen, Stein am Rhein, Konstanz, Walzenhausen, Romanshorn, Friedrichshafen, Lindau, Feldkirch, Győr, Komárom, Komárno, Bratislava.
- Spoiler: show
Ik begin dag 1 in Essen, in Duitsland. De tocht naar Nederland was, ondanks veel werkzaamheden, niet noemenswaardig en ik besloot voor de eerste formele Interrail reisdag te overnachten, ergens in NRW, omdat dat me kosten- en dienstregelingtechnisch comfortabeler uitkwam. Ik kon zo vroeg in de ochtend op een ICE stappen richting het zuiden, zonder dat ik daar veel te laat aan zou komen, of veel te vroeg omdat ik weer eens besloten zou hebben om de nacht-IC naar Basel te gaan nemen, met een dooie verrotte kop. Niks van dat dit keer.
1. Hier komt de eerste trein van de Interrail-tocht aangereden, een ICE Velaro D met bestemming München. Ik zal deze nemen tot Stuttgart.
De eerste bestemming van de dag wordt Schaffhausen in Zwitserland en daarvoor moet ik een keer overstappen in Stuttgart op de twee keer in het uur rijdende intercity naar Zürich. De aansluiting op die trein was 17 minuten, wat ruim klinkt, maar ik kom er na Mannheim achter dat we met een kwartier vertraging rondrijden. Goodness me, alles kan kapot. We komen uiteindelijk met +13 aan op Stuttgart Hbf en wie dat station een beetje kent (lees: ik niet op dat moment) weet dat dit een kopstation is met een heel lang perron, veel sporen en geen mogelijkheid om aan de uiteinden naar een ander spoor over te stappen. Ik had uiteindelijk nog iets van drie minuten om naar het goede spoor te gaan omdat het uitstappen bemoeilijkt werd door mensen die natuurlijk veel te veel koffers meesjouwen en die de trein uit proberen te zeulen. Ik moest helemaal van achteraan die trein van spoor 15 naar spoor 3 en dan is een drafje of een snelwandeltempo onvoldoende: ik moest rennen voor m'n leven en met enkele seconden nog over kon ik half astmatiserend alsnog in het eerste Zwitserse rijtuig klauteren van de IC. Vanaf nu kon ik weer stilletjes aan 'je mag nu weer gaan beginnen te genieten' denken.
2. Een welkome verrassing: een cateringkarretje komt voorbij. Ik verschaf mij thee en een Zwitserse gevulde koek, een Biberli.
Na een lange tocht kom ik aan in Schaffhausen. Hier blijf ik niet lang hangen; ik stap meteen over op een DB-Quietschie (met toilet) die ik neem tot aan Neuhausen Bad Bf, dat, net als Basel Bad Bf, een Duits station is, op Zwitsers grondgebied. Het kan hier, net als dat Jestetten een Zwitsers station is, op Duits grondgebied.
3. De Duitse trein vertrekt hier uit Neuhausen Bad Bf.
4. Het station is overduidelijk Duits, met DB logo, maar de rest is overduidelijk Zwitsers met het gele zebrapad.
Vanaf Neuhausen Bad Bf. wandel ik naar beneden richting de Rheinfall watervallen en onderweg passeer ik het één en andere.
5. Ik kom langs het op dat moment relatief nieuwe station Neuhausen Rheinfall, waar een RE voorbij komt rijden met bestemming Zürich. Op de achtergrond zijn de Rheinfall watervallen te zien, de hoogste watervallen van Europa.
6. In de achtergrond is het Schloss Laufen te zien en links daarvan een brug waar op dat moment een Thurbo-GTW voorbij rijdt. Die trein rijdt door een tunnel, onder het kasteel door, dat komt zometeen aan bod.
7. Een S-Bahn Zürich dubbeldekker komt het viaduct overgereden die in het verlengde van station Neuhausen Rheinfall ligt.
8. Een Thurbo-GTW zoals die op foto 6, maar dan en-profil op de brug, met achter de trein de tunnel en het kasteel waar deze onderdoor rijdt.
9. Aan de andere kant van de tunnel ligt een stopplaats met de naam Schloss Laufen am Rheinfall, waar deze treintjes van lijn S33 Winterthur-Schaffhausen eens in het half uur halteren.
10. Het is een wat maf plaatsje met een matig perronnetje en de treinen stoppen hier slechts tot 19:00. Vanaf dan rijdt alles hier voorbij.
11. Terug in Schaffhausen (ook in het kanton, want Schloss Laufen ligt grappig genoeg in Zürich). Hier een blik op een deel van het stationsgebouw van Schaffhausen, met Deutsche Bundesbahn als opschrift. Buiten beeld is ook Schweizerische Bundesbahnen te zien, maar dit laat wel zien hoe divers dit oord wel niet zou moeten zijn.
12. Schaffhausen is, net als veel andere Zwitserse oorden, een paradijs voor degenen die muurschilderingen, allegorieën, poëzie, Heimatstil, Fachwerk etc. kunnen appreciëren.
13. Schaffhausen heeft meer dan wat, want bovenop een nabijgelegen heuvel ligt ook een burcht met de naam Munot.
15, 16. Verkeer op station Schaffhausen.
Op het station van Schaffhausen koop ik een ticket voor morgen: het Euregio Bodensee Ticket. Tegenwoordig heet het simpelweg het Bodenseeticket, maar het komt erop neer dat ik een dagkaart koop voor 1 zone of alle zones in het Bodenseegebied waarmee ik allerlei treinen, bussen, tandradbanen en zelfs veerboten kan nemen. Het wordt een dag waarop ik zodoende mijn Interrail pass niet gebruik. Ik koop het aan de DB-automaat, maar ik vergeet het ticket zelf uit de automaat te halen... eer ik daar achter kom heeft iemand het er al uitgehaald en kan ik weer een nieuwe kopen. 27 euro foetsie, maar ja... daar doe ik niks meer aan.
Vanavond verblijf ik voor het eerst bij iemand via Couchsurfing en daarvoor moet ik naar Ramsen toe, een oord dat ligt in een Zwitserse exclave, omringd door Duitsland, maar gescheiden door de Rijn met de rest van Zwitserland. Er rijdt geen trein naartoe, maar er rijden wel bussen, zowel Duitse (vanuit Singen) en vanuit Zwitserland. Laat zich kort nadenken welke ik genomen heb en om welke reden.
17. Een blik op het dorpje Ramsen.
Dag 2, 24 juli 2017
Deze dag zal in het teken staan van het Bodenseegebied en omdat ik in Ramsen overnacht zal mijn eerste tussenstop in Stein am Rhein zijn, een stadje dat in dezelfde exclave ligt, maar dan pal aan de Rijn.
18. De Duitse bus heeft me in Stein am Rhein afgezet.
19. Stein am Rhein laat zich ook goed kort bewandelen, met ook hier allemaal sprookjesachtige beschilderingen.
De poëzie op de gebouwen zijn vaak filosofisch van aard, zoals dit hier:
20. Fachwerk!Zufrieden sein ist grosse Kunst,
Zufrieden scheinen blosser Dunst
Zufrieden werden seltnes Glück
Zufrieden bleiben, Meisterstück.
21. Aan de andere kant van de Rijn inmiddels ben ik aanbeland op het treinstation van Stein am Rhein.
Vanaf Stein am Rhein reis ik geleidelijk aan steeds verder oostwaarts, met vanzelfsprekend tussenstops onderweg. De eerste tussenstop is in Kreuzlingen. Het is technisch gezien een grensstation omdat vanaf hier een spoorlijn loopt naar het Duitse Konstanz. Ik besluit om niet per trein naar Konstanz te gaan rijden, maar in plaats daarvan gewoonweg de grens over te lopen.
22. Douanepost Kreuzlingen-Emmishofen. Het oogt allemaal niet heel levendig.
23. Konstanz is een internationaal oord. Er komen Zwitserse, maar natuurlijk ook Duitse treinen hier langs. Een RE komt nu tegemoet op een spoorwegovergang in het centrum van Konstanz, met bestemming Karlsruhe.
24. Een zogeheten Seehas van de Duitszwitserse tak van de SBB komt hier een brug over gereden in Konstanz.
25. Het treinstation, vanaf een spoorwegovergang bekeken.
26. De tocht gaat verder per trein: in Konstanz stap ik op een Thurbo-treintje naar Kreuzlingen en vanaf daar zet ik mijn reis voort richting het oosten. Onderweg rijden we vlak langs de Bodensee.
27. Overstappen in Rorschach, waar oud en nieuw samenkomt. Links de nieuwe GTW, rechts een oude motorwagen van de intussen met de Appenzeller Bahnen gefuseerde RHB.
28. Over Appenzeller Bahnen gesproken: tijd om er eentje te nemen! Hierzie een hybride tandradspoorlijn die aangegeven staat als S-Bahn. Ik kan me geen andere tandradspoorlijnen boven halen die als S-Bahn geafficheerd worden, maar dit is er een: de S26 die hier vanaf Rheineck naar boven zal klimmen tot Walzenhausen.
29. Iemand een hellingspercentage?
30. Een flinke klim, met een flink uitzicht op de Bodensee!
31. Eindbestemming bereikt: Walzenhausen. De halte ligt op een helling en het ligt volledig in een gebouw.
32. Het is met deze tocht dat ik anno nu in alle Zwitserse kantons ben geweest. Walzenhausen ligt in Appenzell Ausserrhoden en daar komen is nogal een opgave. Ik ben van alle kantons eigenlijk alleen niet wezen wandelen in Glarus, Nidwalden en Obwalden. Hoe het ook zij: naast het uitzicht over de Bodensee is er ook een uitzicht landinwaarts, met overal (drink)fonteintjes.
33. Ik ga niet met dezelfde trein naar beneden, maar in plaats daarvan neem ik nu een bus van Postauto naar beneden naar St. Margrethen. Het is een buslijntje die over een weg loopt die kronkelend naar beneden toe gaat. Voor iemand die dit nog nooit gedaan heeft op een echte berg is dit al best spectaculair.
In St. Margrethen hield ik al geen rekening meer met een aansluiting van 0 minuten op een trein naar het westen, waar ik naartoe moest, maar toch kon ik die trein nog halen omdat die met lichte vertraging aan kwam. Dat maakte het voor mij mogelijk om onderweg nog even uit te stappen in Rorschach Hafen om wat proviand voor onderweg in te slaan.
34. Rorschach Hafen. Mag je deze trein gewoon een broodtrommel noemen?
35. Intussen een eindje verderop, in Romanshorn. Hier ga ik ter land, ter zee en in de lucht eer aan doen omdat ik nu met de veerboot de Bodensee ga oversteken richting Friedrichshafen in Duitsland.
36. Vroeger had ik nog geen smartphone, maar wel een tablet, mijn alleskunner, zonder 3G, 4G of wat dan ook. Alleen maar terend op wifi. Dat is pas avonturieren. Moet je je voorstellen, de mensen die 20 jaar geleden überhaupt nog geen internet kenden onderweg. Hoe het ook zij: ook zonder internet kon ik me onderweg wel vermaken.
37. Een onheilspellende lucht hangt boven het water...
38. Net aangekomen aan de veerhaven van Friedrichshafen is het meteen tijd om door te pakken en de eerstvolgende trein te nemen naar Friedrichshafen Stadt over de kortste treinroute van heel Duitsland (letterlijk van Hafen naar Stadt) die nog geen 800 meter lang is.
39. Ondanks de korte afstand krijgt DB het toch voor elkaar om met 4 minuten te vertrekken terwijl er een 4 minuten overstap is op de IRE naar Lindau. Tegelijkertijd: DB zou DB niet zijn als die IRE zelf ook vier minuten vertraging heeft, waardoor er uiteindelijk niks aan het handje is... Wel dikke 218 ervoor!
40. Lindau Hbf!
41. Heel veel dingen aan deze foto's is intussen al verleden tijd. Alex (links) rijdt niet meer in deze contreien; Lindau Hbf heet intussen Lindau-Insel; hier stoppen geen EC's meer waarbij gelocwisseld werd...
42. Het stationsgebouw van Lindau Hbf.
Hier regel ik de reserveringen voor nachttreinen die ik nemen ga tijdens deze tocht. Dat kon toentertijd nog gewoon aan de DB kaartautomaat. Na alles geregeld te hebben en heel veel geduld te hebben uitgeoefend met het trage ding, liet ik uiteindelijk mijn pinpas zitten in de automaat. Ik was nog niet weggelopen van de wachtruimte waar die automaat stond en iemand merkte op dat iemand zijn bankkaart heeft laten zitten. Ik weet meteen dat die van mij is en ik weet dat ik weer eens enorm veel geluk heb.
43. Tussendoor, natuurlijk, de inmiddels ter ziele gegane EuroCity met 218's ervoor in voorspan.
44. Nürnberg? Nee joh, Lindau! In de weerspiegeling is overigens de trein te zien waarmee ik zometeen naar Oostenrijk zal gaan rijden.
45. Per ÖBB-Talent, wederom vlak langs de Bodensee, is het nu tijd om naar Feldkirch te rijden. Dat alles kan ik nog steeds doen met het Bodenseeticket...
46. Aangekomen in Feldkirch. Hier heb ik nu twee uur te doden terwijl ik wacht op de nachttrein naar Hongarije, die ik hierna zal gaan nemen. Deze trein heb ik niet vandaag zonet gereserveerd, maar eerder al, in Nederland, aan een NS-loket.
47. Ik besluit om het centrum van Feldkirch op te zoeken. Dat ligt niet echt naast de deur t.o.v. het treinstation, dus zal ik een bus moeten nemen. Ik kan die gewoon nemen binnen Feldkirch en deze Liechtensteinse dubbeldekkerbus stond als eerste te wachten. Prima! Wel een noot: met het Bodenseeticket mag je niet naar Liechtenstein zelf.
48. Het is hier erg rustig in de avond. Niet verwonderlijk, want het regent ook en er is geen EK voetbal zoals vorig jaar.
49, 50. Daar hebben we een Nightjet. Het is niet mijn trein, maar wel een trein naar Kroatië. Mijn trein komt hierna.
Ik kom erachter hoe de Oostenrijkers goederen rangeren, namelijk door met deze dingen te gaan jongleren in de vorm van deze lekker los laten rollen over het spoor zonder dat er ook maar iets aan vast zit...
Uiteindelijk komt dan mijn nachttrein en kan ik echt in een bed gaan slapen, in een trein. Dat is voor mij een première. Vlak voor het instappen wordt mijn Interrail pass en mijn paspoort ingenomen door de conducteur. Voor iemand die nog nooit zo'n nachttrein genomen heeft is dat raar en ik vraag ook waarom, maar ik begrijp al snel dat aan het einde van mijn route ik alles weer terugkrijg. Nadien word ik begeleid naar mijn couchette. Het is zo'n zesbedscoupé die helemaal duister is, vol slapende mensen die ik niet kan zien. Het geeft me echt zo'n bunkergevoel, vooral met zo'n deur met twee sloten erop. Niet echt een gevoel van plezier eigenlijk, maar ja, uiteindelijk slaap je ook alleen maar. Ik krijg voor de rest helemaal niks mee van onderweg. Ik ben er als laatste bijgevoegd en ik zal ook als eerste de trein weer verlaten. iedereen gaat vermoedelijk naar Boedapest, maar ik zal al uit gaan stappen in...
Dag 3, 25 juli 2017
...Győr! Iets minder dan een uur voor het uitstappen krijg ik mijn ontbijtje in de vorm van een pakje sinaasappelsap en het intussen legendarisch geworden voorverpakte zachte chocoladecroissantje. Hiermee en hierbij mag ik mezelf officieel een echte nachttreinreiziger noemen!
51. Hup, eruit. Welkom in het Oostblok! Ik heb echt geen idee wat ik hier in het echt moet aantreffen, maar dit is zo een beetje het eerste wat ik tegenkom.
52. Een klapperbord-CTA! Da's alweer een tijdje geleden. Het geeft mijn trein nog aan, de EN "Kálmán Imre/Wiener Walzer". Het doet mij bovengemiddeld goed dat de trein op tijd is aangekomen.
53. Het is een divers allegaartje hier met MÁV-START Talentjes en Raaberbahn/GySEV-rijtuigen.
54. Nog een hele blik op de perrons...
55. Schitterend. Een Railjet.
56. En ten slotte nog een klappertjesbord, maar dan nu als vertrekstaat. Het ding maakte een hoop herrie!
Het station kom ik erachter dat de geheugenkaart van mijn fototoestel vol is. Ik moet daarom even op een bankje op het perron de laptop tevoorschijn toveren en wat foto's gaan overzetten terwijl in de tussentijd om de minuut allerlei onverstaanbare dingen worden omgeroepen, voorafgaand aan allerlei leuke jingletjes.
Eens ik buiten ga, ruik ik meteen - geen grap - goulash. Ik ben in Hongarije zeker? Jawel, en niet eens in Budapest. Ik ga eens wat wandelen hier, want iets zegt me dat het een mooi oord is.
57. Met veel bloempjes maak je zelfs een gebied met veel lelijke flats een stuk
Onderweg, op zich naar wat mooie plekken kom ik al vrij vlug de eerste bedelaar tegen. Ik weiger natuurlijk wat te geven, maar als 'straf' gaat die bedelaar obstinaat voor allerlei dingen staan die ik toevallig wil fotograferen. Gaat lekker!
58. De rivier de Rába loopt hier vlak langs de vestingmuren van de stad. Naar diezelfde rivier is ook de Raaberbahn vernoemd.
60. Fascistoïde treinstationarchitectuur zeker? Nee, dit is gewoon het stationsgebouw van Győr, buitenaf gezien.
Ik moet voor mijn volgende trein een reservering kopen. Het betreft een IC en dan vertelt het jonge stationspersoneel mij (in prima Engels) dat ik dat aan de automaat kopen kan. Ik meende ergens gelezen te hebben dat het optioneel is, maar of het geldklopperij is of niet, het maakt niet uit, ik heb zo weer een nieuw kaartje voor in de verzameling. Ergens klinkt het flauw om een reservering te kopen vooreen rit van iets langer dan een kwartier, maar goed... de trein was kort en best druk. Niemand trok zich wat aan van die reserveringen en controle kwam er ook niet. Lekker belangrijk weer dus. Ik ben blij dat de tocht maar een kwartier duurde, want de trein meurde naar mensen die een voorliefde hebben voor knoflook of iets dergelijks.
61. Station Komárom. Ogenschijnlijk een suf stopplaatsje, met heuse CTA-bakken.
62. De intercity die me naar Komárom gebracht heeft. Deze trein rijdt verder naar Budapest. Ik zal deze hele tocht niet (en de jaren erna tot nu toe ook niet) in Budapest komen.
63. Een overzicht over het station. Links, in de verte, aan de andere kant van de rivier de Donau, ligt Komárno, Slowakije.
Komárom is een gespleten dorp dat ligt aan de Donau, met aan de andere kant van de Donau de Slowaakse wederhelft Komárno. Vóór de Eerste Wereldoorlog was dit nog één dorp, maar bij het ontstaan van Hongarije en (Tsjecho-)Slowakije (daarvóór waren die nog onderdeel van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije), bij het ingaan van het Verdrag van Trianon, werd het dorp opgedeeld omdat de loop van de Donau werd genomen als basis voor de nieuwe gecreëerde grens. Dat vonden de inwoners zacht gezegd niet leuk, zeker wanneer je in het achterhoofd houdt dat het zuiden van Slowakije eigenlijk vol zit met Hongaren (nog meer dan Slowaken). Pas met het Schengenverdrag konden de twee vrijelijk weer naar elkaar toe, maar de mentale opdeling was dan al een feit.
Een verbinding tussen de twee dorpen bestaat in de vorm van een grote brug, die zelf opgedeeld is door een “grens-eiland” waar alle douane-faciliteiten staan en wisselkantoren. Het is dat Slowakije vandaag de euro als valuta heeft, maar toch… Hongarije heeft dat niet. Op die brug word ik aangesproken door een Hongaar die óók al geld wil, maar wanneer ik dat ook hier weiger lacht hij en klopt hij me op de schouder. Dat klopje op de schouder zal ik tijdens de reis nog vaker tegenkomen. Het zal wel zoiets betekenen van medelijden hebben, à la waar ben je mee bezig. Dat vraag ik me nu ook wel een beetje af.
64. Intussen, aan de Slowaakse kant...
Komárno is (in tegenstelling tot Komárom, waar helemaal niks aan is) een interessant oord met een citadel (die soms toegankelijk is in de vorm van rondleidingen, die voor mij niet lekker uitkwamen qua bezoekerstijden) en een historisch centrum met een soort hofje met gebouwen vol rare architectuur.
65. Het 'hofje' in kwestie, het Courtyard of Europe geheten.
66. Het Generaal Klapku-plein.
67. Tijd voor een Zastávka.
68. Net als Komárom heeft Komárno ook een treinstation. Het station hier is vele malen statiger opgebouwd dan aan de andere kant van de Donau, maar het heeft dan weer wel de uitstraling van een mausoleum.
69. Het heeft een grote wachtruimte met wat planten om het wit-blauwe geheel geheel op te fleuren, socialistische kunst en verder verrotte deuren.
De perrons zelf stellen weinig voor, los van dunne strookjes. Het station heeft ook zo'n schijnbaar typisch terras met wat hekken die de toegang tot de perronnetjes en de sporen moeten bemoeilijken. Eigenlijk was de stoptrein naar Bratislava net weg, waardoor ik lang wachten kon, maar ja, daardoor kan je wel wat rondkijken en zien dat er een RegioJet-talent klaar staat die ik niet nemen mag met mijn Interrail-pass.
70. Deze RegioJet zou tegelijk vertrekken met een stoptrein van de Slowaakse spoorwegen, maar ja, de aankomsttijden zouden ook hetzelfde zijn ongeveer, dus ach.
71. Deze RegioJet-Talent zal n ieder geval nergens heen gaan de komende tijd...
72. In mijn geval mocht ik een tijdje in een oude railbus zitten die een enorme hoop herrie maakt: het pure Oost-Europese gevoel van treinrijden.
73. Yeehaa!
Ik moet overstappen in Nové Zámky en ik stap over op een Skoda-dubbeldekker met stopcontacten en WiFi zowaar! Het zijn mooie dingen, met een TV-scherm die een real-time kaart toont met de locatie van de trein erop, de snelheid, de temperatuur aan boord en buiten – zulk soort dingen.
74. Haltes onderweg: Jatov. Het grote niks.
75. Eindpunt: station Bratislava hl.st.
76. Overzicht van de perrons.
77. Lekker stijlvol welkom.
78. Trams op de keerlus aan het hoofdstation, in drievoud. Je zou hier vanaf het hoofdstation met tram 1 naar Petržalka kunnen, om daar een trein te nemen naar Wenen, die niet vanaf het hoofdstation vertrekt.
Het is hier heet, ik heb honger en dorst en ik ben behoorlijk moe. Dat samen maakt dat ik een onuitstaanbaar persoon wordt. Alles waar ik me wat aan kan ergeren, erger ik me dan twee keer zo erg aan. De prijzen in het centrum zijn niet bepaald "Slowaaks" (wat ik ervan zou verwachten), maar ik heb gevoelsmatig aan wat broodjes genoeg om me op te peppen.
79. Lijnenspel.
80. Ooit gehoord van de Soevereine Militaire Orde van Malta? Het is een soort ridderorde dat voor elke reden dan ook vandaag de dag nog steeds bestaat als land, met eigen paspoorten etc. (die nog erkend worden ook in heel veel landen), maar dan zonder grondgebied, alhoewel ze wel ambassades hebben en andere gebouwen die extraterritorialiteit genieten. Als je dacht dat Vaticaanstad al raar was...
81. De Tatraatjes, of wat het eigenlijk ook is.
82. Terug aan het station, want het is weer tijd voor een nachttrein!
83. Het is wat rustiger nu en nu kan ik ook wat beter de socialistische kunst hier appreciëren.
84. Ik heb nog nooit zo'n joekel van dichtbij gezien. Wat een ding joh!
85. Mijn trein is intussen aangekondigd met 20 minuten vertraging. Tenminste niet zo erg als die Eurocity die met 240 minuten vertraging ergens wortel stond te schieten. Anderhalf uur had die nog 100 minuten vertraging. Die zullen voor het begin van de nacht niet meer in Tsjechië aankomen.
De 20 minuten van mijn nachttrein zijn intussen opgelopen tot 70 minuten (het kan hier dus ook). Om de tijd te doden besloot ik wat gesprekken te voeren met mensen die met mij ook op de trap zaten, want dit station heeft een sterk gebrek aan bankjes of andere zitplekken in de stationshal (waar kennen we dat nou nog meer van). De eerste met wie ik contact kreeg was een Duits gezin, bestaand uit een vader en twee zoontjes, die net van een vakantie uit Oekraïne komen en in het bijzonder is de vader verbouwereerd en vol ongeloof over het nieuws. “De hele reis in Oekraïne is stipt verlopen, maar uitgerekend nu krijgen we een monstervertraging! Ongelooflijk!” Voor de rest krijg ik ik te maken met Afghaanse vluchtelingen die Engels noch Duits spreken die van alles van me wilden. De vertraging van mijn nachttrein kromp wonderwel en uiteindelijk kwam ik weer stipt aan in Duitsland.
In het volgende deel de aankomst in Duitsland en dan komt stilaan Tsjechië in beeld. Ik heb geen idee hoe veel delen ik hiervan maak. Dit zijn pas 3 dagen, terwijl ik zeker bijna drie weken onderweg ben geweest. Ik hoop dat het een beetje de moeite zal zijn.
Deel 2 staat hier.