Ik houd niet van grote rugzakken: vervelend om lang te dragen en lastig om in te pakken en dingen in terug te vinden. Ik heb meestal een kleine koffer bij me, een kleine rugzak met alle belangrijke spullen en vaak nog een losse tote bag, groot of klein naar behoefte, waar ik dingen zoals proviand in steek of soms ook een extra jas of iets dergelijks. Als ik weinig spullen heb, wil ik de koffer nog wel eens vervangen door een weekendtas, die iets fluïder is qua vorm. Maar als ik weer eens met een stofzuiger, schilderij of snelkookpan reis, is de samenstelling weer net iets anders.
Voor korte reisjes: een kleine rugzak en eventueel een tote bag. Als die niet nodig is, kan hij namelijk opgevouwen in de rugzak.
Wat in het bagagerek past, leg ik er in. Kwestie van altijd tellen hoeveel stuks bagage je bij je hebt, jassen, sjaals, truien en losse paraplu’s meegeteld. Heel zelden ben ik wel eens iets vergeten: een reiswekkertje in een nachttrein (had ik in het netje gelegd; dat doe ik dus niet meer) en een hoed op een bagagerek (die draag ik normaal niet en had ik dus blijkbaar niet meegeteld).
Het bagagerek in een VIRM is trouwens het perfecte formaat voor een viool en een jas. Maar iets anders past daar inderdaad niet in.