Buschauffeur blogt. #5
Geplaatst: wo 26 sep 2018, 13:16
Ouwe meuk
Was vroeger alles beter? In de chauffeurskantine zeker, als ik de verhalen moet geloven. Vroeger, toen hadden ze pas bussen!
Het antwoord op de vraag is: nee, vroeger was niet alles beter. We romantiseren het verleden omdat we er alleen de mooiste dingen van onthouden, als een Greatest Hits-cd (of moet ik tegenwoordig Spotify-playlist zeggen?) waar de artiest in kwestie de B-kantjes en boutnummers wijselijk vanaf heeft gelaten.
Ik ben fulltime chauffeur dus ik heb al werk genoeg, maar ik vind het best leuk om eens op 'ouwe meuk' te rijden als de kans zich aandient. Het Haags Bus Museum organiseert bij tijd en wijle 'rijlessen' voor wie wel eens wil proeven aan het vak, maar er niet het rijbewijs voor heeft. Een van de lesbussen van dienst is de 485, een standaard stadsbus (CSA2 voor de nerds) uit 1987.
Het rode gevaarte staat aan de straat bij de remise te wachten voor mijn rondje Den Haag. Hij ruikt ook echt naar oude bus: die typische geurcombinatie van kunstleer en oude dieseldampen. Het dashboard is ontroerend simpel met voor je snufferd alleen een snelheidsmeter, links een piefje voor de richtingaanwijzer en verder nog de draaiknop voor de automatische transmissie, een strook controlelampen en een klein plukje knoppen voor zaken die binnen handbereik moeten zitten, zoals de ruitenwissers en de bediening van de drie deuren. Alles wat je voor het rijden aan of uit had moeten zetten zit op een kast boven je hoofd.
Rijden met deze dertig jaar oude bus is weinig kunst. Hij verkeert in prima staat, heeft pit zat en remt domweg uitstekend. Ik zou zelfs beweren dat deze bus beter rijdt op pokdalige wegen dan een moderne lagevloerbus. Maar dan moet ik er mee sturen.
In een beetje moderne bus is de stuurkolom zowel in lengte als in hoogte verstelbaar. Heerlijk, vind ik. In een CSA2 kun je die luxe mooi vergeten. Het stuur is een hoepel zo groot als de ring van Saturnus en staat vrijwel geheel vlak op een onwrikbare stuurstang. Bekrachtiging zit er gelukkig wel op (al sinds de eerste CSA-bus uit 1967), maar je kunt het stuur nooit eens een keer overpakken zonder half uit je stoel te moeten komen. Dat is even schrikken op mijn eerste rotonde! Netjes met twee handjes het stuur doorgeven is het devies...
Niet zo lang geleden zat ik nog achter het stuur van de twee exemplaren van de Wright Commander die Straatbeeldmuseum Van IJsseldijk van de export heeft gered. Het zijn bussen waarmee ik nota bene nog op de dienst heb gereden. (Ben ik dan zo oud?) Dat voelt gewoon als thuiskomen: pendelen op een oldtimerdag in Moerdijk is dan rijden met twee vingers in de neus. Maar als je het in zo'n ding wat af wilt laten koelen, moet er een luik of een raam open, of moet het lullige ventilatortje van de accessoireshop aan dat met een paar parkers in de chauffeurscabine is geschroefd. Ik vertel het aan een paar verse collega's en ze kijken me aan of ze water zien branden. Wat, geen airco?
Na mijn verplichte pauze kom ik de rest van de middag terecht op... een CSA2. Dan is het toch weer even omschakelen, hoor. Alles werkt een stukje lomper en zwaarder, en je hoepelt je een ongeluk op een rotonde met dat onhandig grote platte stuur. 's Avonds breng ik nog een standaardstreekbus terug naar de stalling, in het donker en in de regen. Is dit dan die bus waar iedere chauffeur zo hoog van opgeeft, waar iedere busfapper van staat te... nou dat dus? Het rijdt geweldig, dat klopt: hoog op de bok, die dikke DAF-diesel die dwars door de linoleum vloerbedekking heen brult. Maar ik hoop van harte dat ik alle tuimelschakelaartjes die ik nodig heb al heb omgezet, want het is pikdonker in de cabine en niets is verlicht. En de motor maakt een hoop herrie, maar perst er echt niet meer dan 170 pk uit, dus moet dat pedaal altijd op de bodem. Aan die kleine buitenspiegels heb ik maar weinig. De rechter zit aan de deur vast en als die door de wind een beetje uit zijn verband wordt getrokken, zie ik er nog veel minder in.
Ik weet nog hoe er is gescholden op die Wrights toen ze eenmaal in het DAV-gebied in dienst kwamen - maar ik hoor nu alleen hosanna over die dingen, als ik vertel dat ik een middagje op 'de 6200' heb gereden. Nou, dan moet het met die 'Rampbassadors' van nu ook wel goed komen...
Was vroeger alles beter? In de chauffeurskantine zeker, als ik de verhalen moet geloven. Vroeger, toen hadden ze pas bussen!
Het antwoord op de vraag is: nee, vroeger was niet alles beter. We romantiseren het verleden omdat we er alleen de mooiste dingen van onthouden, als een Greatest Hits-cd (of moet ik tegenwoordig Spotify-playlist zeggen?) waar de artiest in kwestie de B-kantjes en boutnummers wijselijk vanaf heeft gelaten.
Ik ben fulltime chauffeur dus ik heb al werk genoeg, maar ik vind het best leuk om eens op 'ouwe meuk' te rijden als de kans zich aandient. Het Haags Bus Museum organiseert bij tijd en wijle 'rijlessen' voor wie wel eens wil proeven aan het vak, maar er niet het rijbewijs voor heeft. Een van de lesbussen van dienst is de 485, een standaard stadsbus (CSA2 voor de nerds) uit 1987.
Het rode gevaarte staat aan de straat bij de remise te wachten voor mijn rondje Den Haag. Hij ruikt ook echt naar oude bus: die typische geurcombinatie van kunstleer en oude dieseldampen. Het dashboard is ontroerend simpel met voor je snufferd alleen een snelheidsmeter, links een piefje voor de richtingaanwijzer en verder nog de draaiknop voor de automatische transmissie, een strook controlelampen en een klein plukje knoppen voor zaken die binnen handbereik moeten zitten, zoals de ruitenwissers en de bediening van de drie deuren. Alles wat je voor het rijden aan of uit had moeten zetten zit op een kast boven je hoofd.
Rijden met deze dertig jaar oude bus is weinig kunst. Hij verkeert in prima staat, heeft pit zat en remt domweg uitstekend. Ik zou zelfs beweren dat deze bus beter rijdt op pokdalige wegen dan een moderne lagevloerbus. Maar dan moet ik er mee sturen.
In een beetje moderne bus is de stuurkolom zowel in lengte als in hoogte verstelbaar. Heerlijk, vind ik. In een CSA2 kun je die luxe mooi vergeten. Het stuur is een hoepel zo groot als de ring van Saturnus en staat vrijwel geheel vlak op een onwrikbare stuurstang. Bekrachtiging zit er gelukkig wel op (al sinds de eerste CSA-bus uit 1967), maar je kunt het stuur nooit eens een keer overpakken zonder half uit je stoel te moeten komen. Dat is even schrikken op mijn eerste rotonde! Netjes met twee handjes het stuur doorgeven is het devies...
Niet zo lang geleden zat ik nog achter het stuur van de twee exemplaren van de Wright Commander die Straatbeeldmuseum Van IJsseldijk van de export heeft gered. Het zijn bussen waarmee ik nota bene nog op de dienst heb gereden. (Ben ik dan zo oud?) Dat voelt gewoon als thuiskomen: pendelen op een oldtimerdag in Moerdijk is dan rijden met twee vingers in de neus. Maar als je het in zo'n ding wat af wilt laten koelen, moet er een luik of een raam open, of moet het lullige ventilatortje van de accessoireshop aan dat met een paar parkers in de chauffeurscabine is geschroefd. Ik vertel het aan een paar verse collega's en ze kijken me aan of ze water zien branden. Wat, geen airco?
Na mijn verplichte pauze kom ik de rest van de middag terecht op... een CSA2. Dan is het toch weer even omschakelen, hoor. Alles werkt een stukje lomper en zwaarder, en je hoepelt je een ongeluk op een rotonde met dat onhandig grote platte stuur. 's Avonds breng ik nog een standaardstreekbus terug naar de stalling, in het donker en in de regen. Is dit dan die bus waar iedere chauffeur zo hoog van opgeeft, waar iedere busfapper van staat te... nou dat dus? Het rijdt geweldig, dat klopt: hoog op de bok, die dikke DAF-diesel die dwars door de linoleum vloerbedekking heen brult. Maar ik hoop van harte dat ik alle tuimelschakelaartjes die ik nodig heb al heb omgezet, want het is pikdonker in de cabine en niets is verlicht. En de motor maakt een hoop herrie, maar perst er echt niet meer dan 170 pk uit, dus moet dat pedaal altijd op de bodem. Aan die kleine buitenspiegels heb ik maar weinig. De rechter zit aan de deur vast en als die door de wind een beetje uit zijn verband wordt getrokken, zie ik er nog veel minder in.
Ik weet nog hoe er is gescholden op die Wrights toen ze eenmaal in het DAV-gebied in dienst kwamen - maar ik hoor nu alleen hosanna over die dingen, als ik vertel dat ik een middagje op 'de 6200' heb gereden. Nou, dan moet het met die 'Rampbassadors' van nu ook wel goed komen...