De onzekerheid duurt tot vandaag de dag voort, en toen voor de Franse spoorwegen de derde maand van stakingen ingingen, gingen Plan-V444 en ik naar het grote pro-Europese bolwerk dat Schotland heet. Voor mij ondertussen de derde keer, voor mijn reisgenoot de eerste keer. Maar ondanks het feit dat ik er vaker ben geweest, is het een prachtig gebied dat telkens opnieuw kan verrassen, met prachtige natuur, en een trotse en unieke cultuur. In dit deel reizen we naar ten noorden van de grens, met een museale en flinke toeristische omweg. In dit deel hebben we last van de defecte treinen, komen we door die vertragingen in leuke situaties terecht, en komen we in aanraking met de Poileas Inbhir Nis.
We beginnen dit deel waar we het vorige deel achterlieten, in de GWR Night Riviera van Penzance naar Londen. Na een comfortabele nacht rolt de trein even na vijven station Londen Paddington binnen. Ook al staat mijn biologische klok nog steeds op Nederlandse tijd, het blijft vroeg. Gelukkig mag je tot zeven uur blijven liggen. Maar mijn reisgenoot was al ietsjes frisser dan ik, en we besluiten dat we eerst gaan ontbijten, en dat ik daarna nog een dutje doe terwijl hij al Londen ingaat. En dan zit je om half zes ineens aan een tafel in het Loungerijtuig, je bij de reservering inbegrepen broodje met versgebakken bacon naar binnen te werken. :pos:

Rond kwart voor zes scheiden onze wegen, ik dut nog drie kwartier en ga daarna even douchen op het station (ook dat is inbegrepen). Om kwart voor zeven verlaat ik dan de slaapkamer, en ga ik de wijde wereld in.




Nou ja, wijde wereld... Na twintig minuten sta ik op King's Cross, en daar duik ik de lounge van Virgin Trains East Coast in. Onze volgende trein staat al op het bord, de trein van 8 uur naar Edinburgh Waverly, maar het instappen begint pas om 07:40.

Oh, en perron 9 3/4 is nep, het beroemde karretje uit Harry Potter waar je een uur in de rij kan staan voor een standaardfoto wordt vlak voor opening van de giftshop tegen de muur aan gezet. :X

Om kwart voor acht staat mijn reisgenoot weer naast me, en lopen we naar de volgende trein, die ons naar York gaat brengen. Nog snel een foto maken van de Class 91-locs in Virgin-kleuren, Virgin Trains East Coast heeft op de dag dat ik dit schrijf zijn laatste dag. _O-

Londen naar York duurt net iets minder dan twee uur, en in de tussentijd krijgen we een volledig Engels ontbijt geserveerd, evenals drie koppen thee. En dat alles inbegrepen in de Interrail-kaart, omdat Eerste Klas. Combineer dat met het feit dat we 7 minuten te vroeg in York aankomen, en de ochtend begint goed. :pos:

En dan nu de top-tip van de dag: het Britse spoorwegmuseum, dat in York zit, is gratis toegankelijk. Aangezien de deuren om tien uur open gaan lopen we gelijk naar het museum, dat op vijf minuten lopen van het station ligt. In het museum staat heel wat oud materieel, en niet alleen Brits: zo vind je er ook bouwmaterieel van de kanaaltunnel, en een origineel rijtuig van de eerste serie Shinkansen, in oorspronkelijke uitvoering. Een prachtig museum, echt waar voor je geld!




Na een ruim uur vertoeven komen we terug op het station. En eigenlijk hadden we nu een Pacer willen nemen naar Leeds via Harrogate, maar de gekkies van Arriva Northern besloten ineens een Scotrail Turbostar in te zetten. Hopend op beter trokken we per Transpennine Express naar Leeds, op de snelle route. Zoals het hoort deze reis was ook deze trein 11 minuten vertraagd.

In Leeds duurt het niet lang voordat je een Pacer ziet, het is materieel dat veel voorkomt in het noorden van Engeland. De eerste die we zagen namen we, en zo stonden we enkele minuten na aankomst in Leeds op het perron voor de trein naar Knottingley.

Pacers zijn letterlijk bussen op goederenwagons, en daarmee uiterst oncomfortabel. Vanwege zijn ontoegankelijkheid voor rolstoelen en buggy's moet het eind volgend jaar buiten dienst. Maar ach, het is 30 jaar oud, dan maken wat Caution-stickers niet meer uit... _O-

De gekozen trein biedt ons de mogelijkheid om mee te gaan tot Castleford, een verder nietstzeggend plaatsje ten zuidoosten van Leeds. De spoorwegen zijn in dit gebied duidelijk een kleinere versie van de grootsheid van vroeger, onze trein buigt vlak voor Castleford af van een hoofdlijn, takt aan op een andere hoofdlijn die vanaf Wakefield loopt (waarnaartoe geen rechtstreekse treinen bestaan, je moet via Leeds reizen), en op Castleford moet de trein keren voor Knottingley, terwijl hij ook rechtdoor kan naar York (maar ook deze lijn heeft geen treinen meer). Het geheel ademt verloren glorie, en daarmee bedoel ik niet alleen de spoorwegen, maar ook de plaats zelf.


Na een tien minuten vertoeven in het prachtige Castleford, gaan we snel terug naar Leeds.


In Leeds doen we nog even snel wat inkopen, de volgende trein heeft geen eerste klas en dus geen gratis catering. De sprinter die voor deze rit gepland is blijkt echter kapot, na het instappen willen de deuren niet meer dicht. Het vinden van een technicus blijkt moeilijk, en uiteindelijk gaat de trein van 13:18 naar Carlisle met +22 weg uit Leeds.
De route van Leeds naar Carlisle voert over de beroemde Settle - Carlisle lijn, die door het lege landschap van het graafschap Cumbria voert. Een prachtige rit, ondanks de enorme drukte aan boord (meer dan 150 passagiers in de twee rijtuigen van deze trein).



Carlisle is de laatste halte voor de Schotse grens, en dus was ik erg tevreden met het feit dat de (betaalde) trolley op deze trein Irn Bru verkoopt: de nationale frisdrank van Schotland.

Ondertussen voert de rit door prachtige leegte:


In Carlisle is de vertraging teruggebracht tot 15 minuten, maar de aansluiting naar Edinburgh wordt op twee minuten na gemist. Niet dat je mij hoort klagen, want de Engelsen geven een prachtig afscheidscadeau: De Dalesman staat langs het perron! Die hadden we niet verwacht... :D

En nadat de vervloekte boemel terugkeert naar Leeds...


... Gaat de Dalesman erachteraan, over de lijn via Settle.

Door de afleiding van de 75 jaar oude loc is de tijd omgevlogen, en vijftig minuten na aankomst staat de Virgin Trains West Coast-trein naar Edinburgh langs het perron. Een dieseltreintje dit keer, daarvan worden er enkele ook ingezet op de route van Londen Euston naar Schotland via Birmingham.

De route naar Edinburgh loopt over de West Coast Main Line, die hier door erg dunbevolkt gebied loopt. Na Lockerbie, de eerste halte in Schotland op een kwartiertje van Carlisle, is de eerste halte waar de trein langs komt pas in de voorsteden van Edinburgh, drie kwartier en ruim 100 kilometer later. Onze trein rijdt non-stop van Carlisle naar Edinburgh Haymarket.

Station Haymarket, in het westen van Edinburgh. Hier stappen we over richting Fife.

Ook in Schotland lopen onze plannen goed en wel in de soep, na de vertraging in Engeland valt de trein die wij terug hadden willen nemen vanaf Fife naar Edinburgh (met een Class 68 loc en Mark 2-rijtuigen) uit. We keren dan ook maar snel terug naar Edinburgh, waar we eten in een Duitse pizzeria, en we daarna inchecken in ons hotel voor de nacht. Daarna gaan we weer terug naar het centrum.
Edinburgh is echt een prachtige stad, maar het centrale station (Edinburgh Waverly) is toch een vreemd iets. Het ligt in een vallei, tussen de Old Town, uit de middeleeuwen, en de New Town uit de achtiende eeuw. Gooi daaromheen nog wat heuvels met kastelen erop, en dat is de korste samenvatting van het centrum.





Tegen half 11 trekken we terug naar het Hotel, het is laat en zelfs hier, even noordelijk als Moskou, wordt het dan donker.


In de morgen beginnen weer met een gebakken ontbijt (je mist er telkens je lunch door), en daarna gaan we de wijde wereld weer in. Het uitzicht vanaf het hotel is prima, we zitten op het Royal Terrace, een rustige zijstraat op 300 meter van het centrum.


Het is een nieuwe dag, en met meer energie keren we terug naar het schiereiland Fife. Fife zelf is vooral bekend om zijn golfbanen, maar om er te komen vanuit Edinburgh moet je over de Firth of Forth, een brede waterweg. Tussen North Queensferry en Dalmeny is hij even wat smaller (2,5 kilometer), en dus zijn hier in de afgelopen 130 jaar drie bruggen over het water gebouwd, waarvan de spoorbrug het indrukwekkendst is. Maar eerst moeten we weer met een Scotrail Class 170 Turbostar, zoals alle treinen van de dag.

In North Queensferry lopen we van het station heuvelaf naar het water, we komen bij een jachthaventje terecht. De autobruggen zijn al indrukwekkend, de voorste brug (Forth Road Bridge) stamt uit 1964 en is nu voor bussen en hulpdiensten, de brug erachter (Queensferry Crossing) stamt uit 2017 en heeft nu al het autoverkeer op zich genomen.

Maar die spoorbrug is indrukwekkender, die stamt uit 1890. Deze brug is 2,5 kilometer lang, is Unesco Werelderfgoed, en staat daarnaast ook op het Schotse bankgeld (of ten minste, dat van de Bank of Scotland, briefgeld in Schotland is een verhaal apart). :)

North Queensferry zelf is een slaperig plaatsje, een voorstad van Edinburgh. Net als in de rest van Schotland worden de stations en nationale treinen hier beheerd door Scotrail, dat via een concessie in handen is van Abellio. Dus ja, feitelijk zijn we in NS-terrein... :')

Na ons avontuur in North Queensferry reizen we via Edinburgh Haymarket...

...naar Glasgow Queen Street. Net als op alle Schotse stations is er hier tweetalige communicatie (Schots Standaard Engels en Schots Keltisch), vandaar dat er ook Fàilte gu Sràid na Banrighinn staat. :)

Doordat we de dag ervoor moesten snijden in de tijd op Fife, hebben we nu niet veel tijd in Glasgow. Maar een ritje met de metro van Glasgow kan niet missen, de Subway (zoals hij hier heet) verdient eigenlijk nog meer dan Londen de bijnaam Tube. In de stellen is de stahoogte nog geen 1,90, de perrons zijn nog geen drie meter breed, en het geheel doet gewoon schattig aan. *O*

Terug op station Queen Street is het druk bij de Turbostar die ons naar Inverness gaat brengen, en dus stappen we snel in om goede plaatsen te hebben voor de pas van Druim Uachdar die later volgt. De rit naar Inverness voert echter eerst nog door de Lowlands.


Na Perth verandert het landschap dan snel...


... en vervolgens is het mossig, kaal en bergachtig. De pas van Druim Uachdar verbindt Perth met Inverness, dwars door het Cairngorms-gebergte. Dit gedeelte van Schotland kent toendra, eeuwige sneeuw, en in de zomer wordt het nooit echt warmer dan 10 graden. Maar in tegenstelling tot een berggebied rijdt de trein hier op 140 km/h langs. :D



Na 3,5 uur sta je dan in Inverness, of Inbhir Nis (monding van de Ness).

Wij wouden hier even inchecken in het hostel dat we hier geboekt hadden, maar daar deed niemand open op het moment dat we er waren.
Dan maar bepakt en bezakt naar Loch Ness door, waarvoor we de bus nét halen.

Loch Ness is gigantisch, en kan gigantisch duur zijn. Wij besluiten echter om naar Urquhart Castle te gaan, waar je gewoon met de bus kan komen. Het kasteel zelf vraagt belachelijk veel geld voor ingang tot een paar ruïnes, maar ook zonder entreegeld te betalen heb je prachtig uitzicht over het Loch.


Terug in Inverness breekt een boeiende avond aan. Na aankomst willen we echt gaan inchecken, en dus lopen we naar de locatie van het hostel. Daar wordt nu wel open gedaan, door een man met een mes in de hand en zonder verstand van Engels (of Gàidhlig, was het maar zo'n feest). Het pand zelf blijkt volledig niet te voldoen aan veiligheidsregels, en dus bellen we Booking.com om de reservering te annuleren, dit zag er nogal louche uit. Met wat pijn en moeite krijgen we een andere kamer aangeboden, maar die moesten we dan zelf betalen. De nieuwe slaapplek, een B&B aan de andere kant van het centrum, blijkt gerund te worden door een heel gezellige Schot. Het verhaal aangehoord hebbende vertelt hij ons dat de plek die we geboekt hadden geen vergunning kon hebben, dat de plek waarschijnlijk gerund wordt door de lokale Pakistaanse maffia, en dus geeft hij ons het advies mee om aangifte te doen bij de politie. En zo kon ik, bij mijn derde bezoek aan Inverness, gezellig in gesprek gaan met twee agenten van de Highland Police. :X
In de avond, we zijn nu enkele uren verder, doen we na het eten nog een rondje door het centrum. Dit was het Inverness dat ik mijn reisgenoot had willen laten zien, wat prachtig is. :pos:




En omdat we toch wel een beetje de bibbers hebben van mannen met messen, sluiten we de avond af in Hootananny's, een Pub met elke avond live traditionele Keltische Folkmuziek. Zonsondergang is hier in Inverness bijna een half uur later dan in Penzance door de Noordelijke ligging, maar alsnog redden we het om tot ná zonsondergang in de Pub te blijven. Het was na een vreemde dag nog lang gezellig...

En met dit rare einde komt een eind aan deel 3. Voor zij die het zich afvragen: de politie is nog bezig met de bedreiging, Booking.com verkoopt nog steeds plekken voor het hostel (Castle View Accomodation) ondanks het feit dat ik van de Highland Council (de overheidsdienst die gaat over Hotel- en Hostelvergunningen) te horen heb gekregen dat ze mijn klacht gaan behandelen. Maar goed, het is een kleine vlek op wat verder een paar mooie dagen waren. Dit doet dan ook niet af aan de schoonheid van dit deel van Schotland, zoals ook later zal blijken. In het volgende deel zitten we in een aflevering van We zijn er bijna, eet ik steenkool en edelhert en spreek ik Frans en Duits. Op- en aanmerkingen worden gewaardeerd! :D