Een eerdere reeks waarbij ik per trein van Turkije via Oekraïne terug naar Nederland reisde is hier te vinden.
Tocht er door hun schimmen
Nog een stroom van lang,
Lang vergeten namen,
Lang vergeten ogen?
Zullen wij nog weten
Dat wij ons vergeten
Zijn vergeten?
Amsterdam Muiderpoort
(Victor E. van Vriesland)
Op het moment van posten is het bijna quatorze juillet, maar op Goede Vrijdag zag ik kans om samen met Weekend Vrij en Interrail naar België te gaan om wat treinen te nemen die alleen doordeweeks rijden, zodat ik enkele lijnen af kon strepen die ik daar nog niet gedaan heb. Aangezien de maandag na Goede Vrijdag altijd een vrije dag is, kon ik dat tochtje mooi combineren met een tochtje door het noorden van Frankrijk. Veel van het noorden van Frankrijk heb ik al gezien, maar ik wilde eens iets echt nieuws doen. Inspiratie vond ik in de paar weken ervoor: toen ik uit Oekraïne kwam had ik een etentje geregeld bij een Michelinsterrestaurant in Hongarije waar champagne genuttigd werd om te vieren dat ik de tocht overleefd heb en omdat ik twee dagen erna jarig was. Een week later ging ik met het werk uit eten waar wederom champagne genuttigd werd en de week dáárop was het Goede Vrijdag en om de champagne-streak voort te zetten moest ik op zoek naar een excuus om weer aan de edele Franse bubbels te gaan. Het excuus waar ik naar op zoek was zit eigenlijk al in de naam van de mousserende wijn zelf: ik ga naar de Champagne-streek toe.
Het plan is om door België te rijden waarbij ik onder meer in
Aperitief: het sluitstuk van Oekriënt Express in Hongarije
Voordat ik begin aan het verslag in België en Frankrijk wil ik nog een kort staartstukje aanleveren waarbij ik vanuit
1. Toen ik Oekraïne uit was, eindigde ik mijn dag in Boedapest. De dag erna had ik een ochtendje om de stad een beetje te verkennen, maar dat is echt onvoldoende tijd voor een eerste keer hier. Ik kon met mijn planning een wandelingetje maken door het Városliget (stadspark ten noordoosten van de ring) en op zich wilde ik al niet al te veel wandelen omdat het goed stevig warm was die dag. Ik zal nog eens terug moeten komen om de stad eens wat uitgebreider te ontdekken. Deze eerste korte impressie smaakte alvast naar meer.
2. Nadat de ochtend erop zit is het tijd om naar Budapest-Nyugati te gaan met de metro. Daar zie ik eens trams die je ook in Amsterdam hebt.
3. Ik krijg een beetje Frankrijk-vibes van deze architectuur. Veel grote stations ten zuiden van België hebben zo’n driehoekige marquise.
4. De bestemming van vandaag is Esztergom, gelegen aan de Donau, aan de grens met Slowakije. Vanuit Boedapest kom je daar best makkelijk, met de Z72 die ieder half uur rijdt. De trein die er voornamelijk op zit is de KISS, al is de trein die hier links in beeld te zien is niet de trein die me naar Esztergom gebracht heeft.
5. Ik verwonder me een beetje onderweg: het landschap langs de Donau is erg heuvelachtig en dat is niet echt het landschap dat ik zou verwachten van Hongarije. Hoe dan ook: station Esztergom. Ik ben niet zo vaak in Hongarije geweest maar ik vind het wel geinig dat de (informatie)borden op het station wel heel erg op de Zwitserse lijken qua kleur, lettertype en uitstraling.
6 - 8. Ik wilde de bus nemen naar het centrum, maar ik heb geen forinten contant bij me en online mag ik bij Volánbusz geen tickets van Esztergom naar Esztergom kopen… nouja, dan maar lopen en dan loop ik maar door straatjes als deze. Landelijk, schilderachtig op zijn eigen manier.
9 - 12. Foto 6 t/m 8 zijn geen volledige impressies voor Esztergom. De stad is eigenlijk mooier en interessanter dan dat. De basiliek en het kasteel zijn het waard om te beklimmen.
13. Ik noemde dat Esztergom aan de grens met Slowakije lag. Vanaf de basiliek heb je een mooi uitzicht op de rivier de Donau en de brug die Hongarije met Slowakije verbindt, al denk ik wel dat de meeste Hongaren nog steeds stiekem wensen of denken dat dat stuk Slowakije nog steeds Hongarije is, want in dit oord staat een monument die het Verdrag van Trianon herdenkt. Het is een kras op de Hongaarse ziel, een trauma en ik denk dat ze nog steeds hopen dat er een dag komt dat ze (delen van) hun verloren land weer terug kunnen krijgen. Een omineuze gedachte.
14 - 15. De bussen die ik niet heb genomen heb. Je hebt zelfs streekbussen die helemaal naar Boedapest toe rijden. Ik vind de bussen wel apart, het zijn vaak modellen die je in West-Europa anders niet tegenkomt…
16. Welja, toen was het etenstijd en dat eten kwam met een wijnarrangement. Het was een heel diverse selectie en wie mij nu nog zegt dat wijn allemaal meer van hetzelfde is verklaar ik voor gek of onwetend. Het begon allemaal dus met een glas champagne en voilà, daar is het bruggetje met de rest van deze post. Het decadente ‘etentje’ zou ongeveer twee uur gaan duren, werd me verteld, maar uiteindelijk heb ik er toch vier en een half uur gezeten geloof ik. Ik doe dit soort dingen nooit, maar des te meer was het een leuke, interessante ervaring met nieuwe smaken, nieuwe gerechten, waarvan het ene mij beter smaakte dan het andere. Ik had niet gedacht dat ik bruine boter bijvoorbeeld niet lekker zou vinden, om maar iets te noemen.
17. Toch wil ik nog even wat losse plaatjes erbij gooien. Hier zit ik in een taxi om me van Esztergom naar de andere kant van de Donau te brengen, naar Štúrovo in Slowakije. Er zijn geen grensoverschrijdende bussen en ik heb geen zin om een uur te gaan wandelen naar het treinstation aldaar, langs een saaie weg. Ik moet wel echt zeggen: wat een contrast is Štúrovo met Esztergom zeg. Wat een saai, oninteressant gat. De taxirit kostte slechts 4,64 euro en dat is eigenlijk geen geld voor een taxi…
18. Esztergom ligt aan een doodlopende spoorlijn, maar toch kun je er redelijk makkelijk in Bratislava raken, als je tenminste met de taxi op het treinstation aan de overkant kunt raken. Hier stoppen een aantal eurocity’s die vanuit Boedapest naar Bratislava en Praag rijden. Het station heeft tweetalige naamborden: het Slowaaks en het Hongaars.
19. Ach kijk, een bus.
20 - 22. Impressies van het treinstation. Vergane glorie.
23. Mijn trein komt aan: met de EC 278 ga ik naar Bratislava. Net als de rest van de tocht komt hier geen Interrail aan te pas en heb ik dit op een enkele reis gedaan à 7,66 euro.
Onderweg probeer ik tickets te regelen voor het vervolg naar Wenen, maar het blijkt een enorm gezeik om aan e-tickets bij ÖBB te komen. Los ervan dat het al mega ergerlijk is dat de app van ÖBB gewoonweg uit een webview bestaat waarbij je de layout iedere keer moet downloaden omdat er niet aan caching wordt, dat dus voor problemen zorgt als je op een instabiel netwerk zit zoals hier in Slowakije, doe ik er een half uur over om een ticket te zoeken voor naar Wenen (dat 18 euro kost!!) en je krijgt er de melding bij dat je dat ticket alléén kan (en moet) laten uitprinten bij kaartautomaten in Oostenrijk (“Please mind: ticket pick-up at self-service machines only within Austria! The ticket for this journey…”). Flikker een eind op of laat me gewoon een QR-code tonen vanaf mijn telefoon joh. Dat maakt mij strontchagrijnig en ik wil er snel vandaan, maar daar duurt mijn oponthoud hier nog te lang voor. Ik wilde een soort omweg maken door Hongarije (via Sopron) maar door dat gedoe met tickets heb ik daar al helemaal geen zin meer in. Ze kunnen de grond in zakken. Het enige positieve is dat ik in Bratislava wat Tatratea kan inslaan en dat ik een papieren ticket heb kunnen krijgen in Petržalka tot aan Pamhagen. Pamhagen? Ja, Pamhagen. Vanuit Slowakije zijn ticketprijzen tegen een bepaald prijzengamma voor Europa ietsje voordeliger dan bij ÖBB en kan ik in Oostenrijk los nog een ticket kopen naar Wenen van tenminste acht euro, zodat ik er - in combinatie met een random voucher - gratis mee de ÖBB-lounge in kan, om zo anderhalf tot twee uur overstaptijd op de ICE naar Frankfurt te kunnen doden in comfort.
24, 25. Om dan echt het gedeelte met Oekraïne af te sluiten: vlak voordat mijn ICE vertrok, kon ik de D 40149 naar Kyiv nog inspecteren. Ik hoop dat ik dat joekel nog eens nemen kan.
Uiteindelijk kwam ik op mijn verjaardag aan het begin van de middag terug thuis aan. Ik heb een (te) kleine overnachting ingelast in Frankfurt, waar we overigens met meer dan een half uur vertraging ergens na twaalven aankomen. What’s new?
Al met al was dit een bijzondere tocht, zonder Interrail. Zou ik het opnieuw doen? Ja! Misschien volgend jaar wel, al heb ik eigenlijk andere plannen in gedachten, maar goed... we gaan het allemaal zien.
Lijntjes afvinken in België
26. Tijd voor het hoofdgerecht: het verlengde weekend met Goede Vrijdag/Pasen. Te beginnen in Aalst in België, waar ik de P-trein naar Burst zal gaan nemen, terwijl op de achtergrond een zootje kinderen staat te wachten in de miezer. Het stationsgebouw is een mooie.
27. Van Hool. RIP.
28, 29. Daar heb je het joekel voor de P-trein. MW41, met aan de ene kant Burst op de display en aan de andere kant Aalst, want waarom zou je dat de hele tijd moeten aanpassen?
Er valt eigenlijk niet zo veel te vertellen over deze rit. We rijden met acht andere reizigers langs Vijfhuizen waar we concludeerden dat daar meer dan vijf huizen waren (ja, heel flauw) en voor de rest verliep de overstap in Burst op de intercity naar Brussel gunstig.
30 - 35. Over Brussel gesproken: ik heb daar eens voor de grap een bezoekje gebracht aan een paar obscure haltes tussen Brussel-Noord en Brussel-Zuid: Brussel-Congres en Brussel-Kapellekerk. In allebei de gevallen wil je er niet dood gevonden worden, maar hé, ze zijn wel allebei monumenten in tijd, die opvallend genoeg recentelijk zijn schoongemaakt, want die stations zaten vol met graffiti en dergelijke. Wel stinken ze allebei nog stevig naar de pis. Ergens is Congres prachtig, maar ergens is het tegelijk ook schabouwelijk. De daklozen maken hier dankbaar gebruik van dit onderdak. Wat is Brussel toch een schandvlek van de lage landen.
36 - 38. En dan Kapellekerk. Dat station is wat raar ingericht, maar och, het is het enige station op deze lijn 0 waar alleen de S1-trein slechts eens per uur stopt. Op Congres stopt die zelfs tweemaal per uur. Wie wil hier dan ook zijn? Je kunt vanaf hier al Brussel-Centraal zien liggen…
39. Ik maak een slagje naar Denderleeuw om een intercity te nemen met een wel heel vreemde materieelinzet: M4-rijtuigen die gesandwicht zijn tussen twee M7-motorbakken. Maar dan keer twee. Hier de knotsgekke sandwichformatie op het eindpunt in Schaarbeek.
40. Ramen open! Onbedoeld is dit een soort Coradia Stream High Capacity avant-la-lettre…
41. Hoe lang gaan we dit genot nog kunnen ervaren, met pluche zetels, gordijntjes en ramen die open kunnen?
42. Daar is Brussel-Kapellekerk weer.
43. In Schaarbeek stap ik op de S1 tot aan Buda. Vanaf hier is het een kwartiertje lopen tot het vroegere station van Machelen (Brabant). Het ligt er nog, het is niet echt toegankelijk, maar toch… vanaf de trein kun je het soms nog wel eens zien liggen.
44, 45. Na een busritje naar Vilvoorde kan ik een ritje maken in een M5, die gare dubbeldekkers met in het bovendek zo’n balk in het raam die je zicht belemmeren en dat rare rek waar je koffers en andere bagage in kwijt kunt in een 2x1-opstelling.
46. Ik had nog niet genoeg gekregen van de M4 en ik heb maar een intercity genomen tot aan Namur waar M4 op zat. Het was de klasverhoging waard.
47. Vanuit Namur maak ik een uitsteker naar Jemeppe-sur-Sambre om nog een aparte P-trein te nemen die net als die ene tussen Aalst en Burst alleen doordeweeks enkele keren per dag tijdens de spits rijdt. Terwijl ik wacht op de MW41 die de dienst naar Gembloux zal waarborgen, komt er een klassiek motorstel voorbij.
48. De halte voor Gembloux: Chapelle-Dieu. Het station had vroeger twee sporen, maar het tweede spoor is verwijderd, want tja, die was niet meer nodig met zo weinig treinen. Het spoorbordje lag er wel nog, in de bosjes…
49, 50. De laatste ‘nieuwe’ lijn van de dag die ik nog ingepland heb begint in Schaarbeek. Het is toch zo’n imposant station… Eigenlijk wel het mooiste stationsgebouw in heel het Brussels gewest, vin'k toch.
51. De S81 is wel een erg rare S-trein. Het moet gebaseerd zijn op de S8 (Zottegem - Louvain-la-Neuve), maar deze trein begint in Schaarbeek en eindigt in Ottignies en doet ongeveer drie slagjes per dag, wederom op werkdagen. Het is geloof ik ook het hoogste nummer voor een S-trein in heel België.
De S81 loopt onderweg twaalf minuten vertraging op door ophoping van verkeer richting Ottignies, waardoor ik een aansluiting op de intercity naar Charleroi mis en dat is nogal vervelend, omdat ik nu een redelijk comfortabele aansluiting in Charleroi op de laatste S63 van de dag naar Maubeuge in rook op zie gaan en nu de kans bestaat dat ik die trein óók al zal gaan missen. Ik heb nu alleen de S61 nog over naar Charleroi met een overstaptijd van 0 minuten. Toen die S61 er eenmaal was liet de treinbegeleider zich niet zien. De kerel had zichzelf opgesloten in de machinistencabine en tja, dan moet ik maar op de deur kloppen om te vragen of ‘ie ervoor kon zorgen dat de S63 een paar minuten langer kon wachten. De man deed in het begin moeilijk, want het was geen officiële aansluiting en hij kon niks doen, maar dat laat ik mij niet zomaar aansmeren. Dat hun treinen vertraging oplopen en dat ik anders gewoon op tijd zou zijn en ik dit gedoe niet gehad zou hebben… nee, hij zou uiteindelijk nog wat telefoontjes plegen en voorwaar, vlak voor het binnenrijden in Charleroi-Central zag ik op de digitale vertrekstaten dat de trein naar Maubeuge aangegeven stond met +5. Gelukkig maar, ik had ook eigenlijk niet anders verwacht hier. Het zou ook wel vrij duur worden voor de NMBS, een taxiritje naar Maubeuge.
52, 53. Al met al aangekomen in Maubeuge. Voor het eerst dat ik hier ben in het donker…
Alles wat rest is inchecken in het hotel bij het station dat een andere naam/eigenaar heeft gekregen en erna bij mijn ‘stambrasserie’ op loopafstand aan het avondeten gaan.
Naar Parijs via Laon met omwegen
54. De volgende ochtend regent het in Maubeuge. Ik zal voor het eerst in een Omneo Premium (Regio 2N) zal gaan rijden.
55. De treinen bevallen me eigenlijk wel, hoewel ik die straffe LED-verlichting bovenin wel mild hinderlijk vind. Qua rijcomfort is het wel prima, zolang de infrastructuur het toelaat.
Om in Laon te komen vanuit Maubeuge kun je een treinvervangende bus nemen vanuit Hirson, maar dat wil niemand, dus ben ik gegaan via Tergnier, maar het probleem van Tergnier is dat de TER Maubeuge-Paris daar niet stopt en dat je er voorbij moet rijden, moet uitstappen in Compiègne en het hele eind terug moet steken. Het biedt me wel de gelegenheid om een TGV-reservering te maken aan het loket, aangezien je die niet meer aan de kaartautomaten kunt kopen (boe SNCF!).
56. Met zo’n Parijser voorstadsjoekel ga ik weer terug, met dit keer wel een halte in Tergnier.
Onderweg terug naar Tergnier kan ik de fabriek van Saint-Gobain vastleggen die we passeren en dat is grappig, omdat de ramen in veel treinen hier gemaakt zijn door Saint-Gobain…
57. Raampjes open!
58. De overstap in Tergnier is voor Franse begrippen erg krap en hoewel de trein met +5 staat aangekondigd (ondanks dat ‘ie hier begint) vertrekt ‘ie toch op tijd. Het was dus ergens terecht dat ik wel vaart maakte nadat ik deze foto gemaakt heb.
59. We raken na een overtocht door een door-en-door verrotte infrastructuur in Laon. De oude stad is gebouwd op een heuvel en om bovenop te komen, neem ik de bus die gelukkig redelijk aansluit op de trein.
60. Zie hier het hoogteverschil.
61. Ik zeg wel bus, maar vroeger gingen de inwoners en toeristen van Laon op een andere manier naar boven of beneden, namelijk via een soort van kabelspoorweg, maar dan op banden. Helaas rijdt er al sinds 2016 geen enkele trein meer over omdat het ding ontmanteld is. De stadsregering vond de onderhoudskosten te hoog. De stations zijn afgesloten maar niks is gesloopt. De hele infrastructuur inclusief de stations staan er nog, om nog verder te verroesten.
62 - 64. Enkele impressies van de zogeheten ‘Poma 2000’...
65, 66. Voorts nog wat impressies van de oude stad.
67. Vanuit Laon raak je zonder over te stappen in Parijs. Daarvoor krijgen we een enkele Régiolis.
Als dat terugsteken via Compiègne al niet gek genoeg was: het traject Laon - Parijs kan er ook wel wat van. Het traject Crépy-en-Valois - Parijs ligt eruit door werkzaamheden maar toch raken we in Parijs nadat we bij Ormoy-Villers kopmaken en via een goederenlijn via Creil de hoofdstad binnen zullen rollen.
Na aankomst in Paris-Nord ga ik voor het eerst de wandeling maken naar Paris-Est om een idee te krijgen van hoe lang dat duurt. Vandaag neem ik nog niet de trein vanuit Paris-Est, maar ik ben er juist voor een andere afspraak, eentje die goed verstopt zit op het station.
68 - 70. Vanaf de perrons ga je een verdieping naar beneden alsof je de metro gaat nemen. Je gaat daar op zoek naar de toiletten, waar je een toegang moet vinden naar de parkeergarage die nog een verdieping lager zit. Als je dan de parkeergarage betreedt en naar de uitgang loopt, kom je een reeks deuren tegen en den is het de deur met het nummer 9 die interessant is, want daarachter zit een wondere wereld. Je zal moeten bellen, want de deur is op slot. Ik heb geluk dat ik wat anderen tegenkwam die ook hier naar binnen wilden en zo raakten we uiteindelijk in deze "bunker" met daarin een miniatuurspoorwegvereniging. Pal onder het treinstation van Paris-Est. De Association Française des Amis des Chemins de fer heeft hier zijn ruimte zitten en die ruimte is groot. Niet zo groot als die in Hamburg, maar toch. Het is ‘s zaterdags open tussen half drie ‘s middags en zes uur ‘s avonds en de toegang is gratis. Een allegaartje aan modeltreinen is hier vrij regelmatig aan het rijden met zo’n tientallen mensen die er met mij ook aanwezig waren. Je zal er geen Nederlandse treintjes vinden, maar je mag in principe je eigen treinen meenemen en die ook laten rijden, zolang ze maar op hun spoor passen (H0 1:87).
71, 72. Nadien werd het tijd om nog eventjes in het centrum van Parijs rond te lopen terwijl het nog licht was. Ik koos voor een bezoekje aan de Galeries Lafayette Haussmann, een oord waar je mij normaliter nooit zal vinden omdat ik dat wat er verkocht wordt elitaire onzin vind, maar het uitzicht vanaf de bovenste verdieping (binnen en buiten, wederom gratis toegang) is wel machtig. Eiffeltoren incluus!
73. Even weer voor de grap met de metro.
Champagne!
74. Het is eerste Paasdag en na een aardig ontbijtje is het tijd om vanuit Chantilly, waar mijn verblijf was, weer naar Parijs te gaan.
75, 76. Er is niks fijners aan Parijs om op zondagochtend naar Montmartre te gaan. Rust voor mij, terwijl de locals voor hun lol de trappen op en af rennen als zondagse sportactiviteit. Ik doe liever wat Franse chansons op, zoals Fugain…
77. Engelse architectuur, dat vind je hier ook.
78. Een houten molen, die vind je hier ook.
79. Stadsbusjes, die vind je hier ook!
80. Ik had eigenlijk niet eens zo veel tijd om hier rond te lopen, maar vanaf het moment dat ik de vertrektijden van Paris-Est ging controleren, zag ik dat mijn voorziene trein naar Épernay anderhalf uur vertraging had en ergens vond ik dat niet eens zo heel erg. Geen haast meer op deze zondag. Prima! De tegentrein had ook al een megavertraging, maar waarom die vertraging zo groot was weet ik eigenlijk nog steeds niet. Na aankomst in Épernay was het begonnen met regenen en was de tijd om hier rond te lopen nogal kort geworden. Het is eigenlijk voornamelijk een sterk op champagnetoerisme gefixeerd oord dat me eigenlijk al niet echt kon interesseren, dus beter was het dat ik al vrij vlot een trein had die me richting Reims kon brengen.
81. Ik stap wel onderweg uit in Rilly-la-Montagne, een dorpje, midden in het park Montagne de Reims.
82. Het stationsgebouw is geverfd in een tint rood die me doet denken aan Franse stations op de Tendaspoorlijn.
83. Het is een kalm dorpje waar meerdere champagne-/wijnboeren zitten, zelfs van dezelfde familie, die onderling ruzie met elkaar hebben denk ik, maar dat maakt mij niet uit: ik heb hier de gelegenheid om - zelfs op een zondag - dan eindelijk champagne te drinken in de Champagne. Na deze ‘ervaring’ ben ik er nog steeds geen echte fan van en ik drink nog altijd veel liever andere dingen dan dit.
84. Daarna volgde een korte inspectie van de velden die er nu nog kaal bij liggen. Het begint pas de leven rond juli, met champagnefeesten tegen midden en einde juli om de nieuwe oogst te vieren. De velden nodigen dan wel uit tot bewandelen…
85. Een blik op het dorp en het landschap.
86. Terug op het stationnetje, midden in de Champagne.
87. Voor Frankrijk zal het wel vrij uitzonderlijk zijn, maar treinen rijden in deze streek gecadanceerd om de twee uur op de zondag. Nog steeds niet heel vaak, maar toch.
88. Eindpunt voor vandaag: Reims.
89. Best grappige oude treinen zijn hier te vinden onder de kap.
90. De goeie ouwe TGV… ook oud, maar ook weer niet zó oud.
91. Statuur.
92. Reims heeft een tram die deels zonder bovenleiding rijdt en de fronten van die tramstellen hebben de vorm van een flute, zo’n champagneglas en dat vind ik een leuk detail.
93. Reims heeft een enorme kathedraal, maar op zich vind ik die van Amiens toch nèt even wat bijzonderder.
94, 95. Ik neem de TER naar Champagne-Ardenne, het eindpunt van de trein uit Charleville-Mézières en Sedan. Dit station is een halte aan de hogesnelheidslijn tussen Straatsburg en Parijs. Het is leuk om hier een uurtje te gaan staan rond zes uur omdat dan er best wel wat TGV’s voorbij komen, zowel met halte als zonder halte en om dan juist die treinen op volle snelheid voorbij te zien blazen is ronduit machtig. Ook is het geinig om eens op de voetgangersbrug te staan boven de sporen op het moment dat er een trein voorbij komt razen. Je voelt de kracht die zo’n trein creëert en de brug stuitert lichtjes maar merkbaar…
96. Je ziet aan alles dat het relatief nieuw is, al vind ik dit van buiten een soort van tombe.
97. Champagne-Ardenne (in het oord Bezannes) is niet alleen het eindpunt van de TER, maar ook van de tram en hier is de bovenleiding weer teruggekeerd.
98. Zélfs een ICE kwam voorbij, al duurde het heel lang voordat ik er eentje kon ontwaren.
99. De route terug naar huis gaat via Givet en Dinant. Ook op tweede Paasdag rijden de TER’s gecadanceerd iedere twee uur en er is zowaar een prima aansluiting op de TER naar Givet. Ik moet wel zeggen dat ik verbaasd ben dat de trein hier zo duur is als je het verhoudt tot wat je krijgt: een enkele reis Champagne-Ardenne - Givet kost los nog méér dan een vergelijkbare afstand in Nederland. 32,80 euro voor een enkele reis! Voor een vergelijkbare afstand zou je in Nederland 23,60 betalen. En colère!
100. Na het intussen welbekende ritje langs de Maas is daar dan station Givet, waar alle treinen eindigen, terwijl ze vroeger doorgereden zouden zijn naar Dinant.
101. De aansluiting op bus 154a is nog even matig als altijd met ongeveer net zoveel minuten als bijna het getal dat in het lijnnummer zit (iets langer dan 50 minuten), maar er is tenminste een bus…
102. Dinant, met wat Nederland-placement.
Wil je nou ook dat 'welbekende ritje' langs de Maas doen tussen Charleville-Mézières? Je zou wel eens mazzel kunnen hebben: deze zomer heeft TER Grand-Est (ze noemen dat tegenwoordig Fluo of zo) een dagkaart in het leven geroepen à 10 euro waarmee je onbeperkt de trein kunt nemen tussen Givet en Charleville-Mézières. Een mooie lijn die je zonder twijfel eens gedaan moet hebben, al laat de lijn zich ook genieten met de fiets. Ik moet echt weer eens een vouwfiets aanschaffen. Tips zijn welkom!
Een volgende post waarin ik een Ausflug naar Genève en het Berner Oberland beschrijf is hier te vinden.