Een vorige post waarin ik een tocht naar Normandië en (Frans-)Vlaanderen beschrijf is hier te vinden.
Se llaman hijos de las nubes, porque persiguen la lluvia. También persiguen la justicia, más esquiva que el agua del desierto.
Ze worden kinderen van de wolken genoemd omdat ze de regen zoeken. Ook zoeken ze gerechtigheid, nog ongrijpbaarder dan water in de woestijn.
San Sebastián/Donostia (Eduardo Galeano)
Wat achtergrond
Ik ben eens eerder in Spanje geweest in mijn leven. In 2018 ben ik naar Catalonië en Aragón toe gereden per trein in een tijd waarin Catalonië nog in de schijnwerpers stond in het kader van het onafhankelijkheidsreferendum dat een jaar eerder in 2017 gehouden werd. Ik was geïnteresseerd in de vibe daar met die ‘strijd’ voor onafhankelijkheid, terwijl natuurlijk voor mij ook de Pyreneeën nieuw waren en ik sowieso op zoek ben naar mooie treinroutes, stadjes en dorpjes etc. waar je überhaupt met het OV komen kunt.
Wat betreft de situatie in Catalonië rond 2017 kan ik het misschien wel zo kort samenvatten: veel Catalanen spreken niet Spaans (ook wel Castiliaans genoemd omdat we het over een andere taal binnen Spanje hebben) van huis uit, maar Catalaans en een deel van die bevolking heeft de wens om een eigen onafhankelijke republiek op te richten, nadat hun taal en cultuur al onderdrukt is geweest onder dictator Francisco Franco. Het Spanje van na Franco, dat een democratie geworden is, heeft getracht hieraan tegemoet te komen door Catalonië een hoge mate van autonomie te geven, maar veel mensen waren hier niet gelukkig mee, gezien de grote economische verschillen tussen ‘noord’ en ‘zuid’, waarbij Catalonië over het algemeen welvarender is dan bijvoorbeeld Andalusië en daarom de welvaart van ‘het noorden’ wordt aangewend om de begroting van ‘het zuiden’ aan te vullen. Het is een beetje een kinderachtig verhaal ergens, maar vanaf het moment dat separatistische partijen een meerderheid konden vormen in het Catalaanse parlement werd de wens om onafhankelijk te worden sterker geprofileerd en geuit, tot het moment dat honderdduizenden mensen (vredig) de straat op gingen en er een illegaal referendum georganiseerd werd. Nadat dit referendum gehouden werd (dat geboycot werd door tegenstanders ervan) werd aan de hand van de positieve uitslag de onafhankelijk voor een paar seconden uitgeroepen, met als gevolg dat alle politiek leiders werden opgepakt (als ze al dan nog niet gevlucht waren) en velen werden veroordeeld tot wel meer dan tien jaar per persoon voor hoogverraad of iets dergelijks. Als antwoord hierop was ieder dorp en iedere stad in Catalonië voorzien van gele lintjes en posters die opriepen tot vrijlating van de ‘politieke gevangenen’. Vandaag de dag hebben bijna al die mensen gratie gekregen omdat de regerende partij in Spanje in het parlement een meerderheid zocht en daarbij afhankelijk was van partijen in Catalonië die de onafhankelijkheid nastreven. Het kan gezegd worden dat sindsdien de onafhankelijkheidswens hersendood is.
Als je dacht dat dit het enige notabele onfhankelijkheidsconflict in Spanje was, heb je het mis, want dit voorbeeld is nog een onschuldig potje stoeien in de zandbak vergeleken met wat er aan de andere kant van de Pyreneeën decennialang heeft plaatsgevonden. We gaan het eens over het Baskenland hebben en dan gaan we het eens hebben over geweld en terreuraanslagen. Hoe dat zo ver gekomen is? Dat is nog altijd een raadsel voor me, maar wat ik wel weet is dat er eeuwenlang een volk leeft in de uithoek die we nu ongeveer kennen als het Baskenland, waar mensen een taaltje spreken dat totaal niet lijkt op het Frans of het Spaans. Niemand weet ook waar die taal vandaan komt, waar die mensen vandaan komen en hoe die mensen daar zo gekomen zijn. Het volkje heeft een geschiedenis die ergens misschien wel licht vergelijkbaar is met die van Friesland: het gebied waarin dit volk leefde heeft altijd vrij geleefd en ze zijn zover ik weet niet onderworpen geweest aan een feodalistische heerser. De Basken werden wel altijd overheerst, maar ze werden altijd met rust gelaten en iedere macht die het waagde om hun gebied te veroveren werd verslagen doordat ze de bergen niet de baas konden zijn. De bergen, waar de Basken altijd dankbaar gebruik van hebben gemaakt voor hun verdediging. Vanaf het moment dat Napoleon Spanje binnenviel was het gedaan met de rust: de relatieve autonomie werd afgepakt en dit zou het startschot zijn van een reeks burgeroorlogen die de Basken niet konden winnen. Ze kregen wel hun autonomie in 1936 weer terug, maar dat duurde niet lang, want de fascisten onder leiding van Francisco Franco (daar heb je ‘m weer) kwamen aan de macht en hoewel de Basken ook nu weer vochten tegen deze troepenmacht, werd het Baskenland deel van fascistisch Spanje, werd de Baskische taal verboden en werden duizenden Baskische separatisten geëxecuteerd. Dit leidde ertoe dat de ETA werd opgericht: een groep die zou strijden voor bevrijding/onafhankelijkheid. Wat politiek niet zou lukken, moest maar met geweld, moord en terreur gebeuren en honderden aanslagen zijn uit hun naam gepleegd. Zelfs na de dood van Franco en de herintroductie van autonomie van de Baskische regio bleven de aanslagen komen, tot in 2010 toen de ETA zichzelf ophief. Schijnbaar kunnen de Basken er nu mee leven dat ze, in een Europa van open grenzen, als volk erkend worden en dat ze hun ding kunnen doen als zodanig.
Kleine zijstap in de geschiedenis: aan de andere kant van de Pyreneeën, waar Frankrijk ligt, wonen óók Basken, in een gebied dat geen autonomie heeft. Daar is het opvallend genoeg veelal vredig gebleven, terwijl dat gebied ook tot het ‘grotere Baskenland’ gerekend wordt. Daar is de bevolking eerder geassimileerd tot Frans-republikeins staatsburger met Baskische identiteit.
Het plan
Machtig interessant allemaal en des te meer reden om die kant uit te gaan als tweede bestemming in Spanje, om er te gaan wandelen en de cultuur, het eten, het drinken en de geschiedenis ter plekke te verkennen. Alleen… voor het wandelen moet het weer wel meewerken en dat deed het precies niet. Het gebied aan de Baai van Biskaje staat bekend als een regenachtig gebied en ja, het zou er inderdaad goed stevig gaan regenen. Ik had als plan dat ik een weekje zou spenderen in Frans-Baskenland om er te gaan wandelen en/of fietsen, om erna een week of anderhalf in Spaans-Baskenland te spenderen. Op de dagen waarop ik Frans-Baskenland zou bezoeken zou het onophoudelijk gaan regenen. Met een Interrail-pass als wapen heb ik dan maar gezegd: dan ga ik maar naar de ‘woestijn’, daar waar Madrid ligt, want daar was ik immers ook nog nooit. Zo ontstond er een vaag plan waarin ik Frans-Baskenland maar voor een andere keer bewaarde en ik uiteindelijk een chaotische route volgde. In dit deel kom ik het meest zuidelijk via
Bordeaux drinken in Bordeaux als voorproefje
1. Laat ik voor de grap eens beginnen met deze duikbrillen/minions/badeenden in de kelder van Antwerpen. Ze horen er eigenlijk helemaal niet te komen, gezien hun gevaarlijke zwakke remmen, maar soms wordt er toch eentje naartoe gestuurd. Ik ben direct na het werk vanuit Amsterdam naar Lille gereden om daar te overnachten, zodat ik meer aan mijn eerste echte reisdag richting het zuiden zou hebben. Ik zag een overstap in Parijs niet zitten en aangezien er directe treinen zijn vanuit Lille naar Bordeaux die Parijs vakkundig omzeilen… dat scheelt weer dubbel reserveren.
2. Het was bij aankomst in Lille dat ik ontdekte dat de vertrekstaten ook informatie in het Nederlands toont, zij het gebreken, want treinen die niet meer rijden… die zijn ‘verwijderd’? Wel ja, dan is ‘ne prend pas de voyageurs’ ook heel Nederlands.
3. De volgende ochtend was het ergens tegen vijf uur en het begon te schemeren. Ik heb overnacht in een goedkoop F1-hok met een onophoudelijk piepende USB-poort die zelfs na een paar ferme stoten niet ophield met piepen. Ik heb er ondanks dat wel doorheen kunnen slapen en tja, op den duur moet je toch je nest uit en dan vind je je bij dit brutalistische (?) bouwwerk wat de metro van Lille moet voorstellen.
4, 5. Gelukkig rijden er tenminste metro’s om vijf uur ‘s ochtends op een zaterdag en zo kan ik makkelijk de TGV halen van 06:15 met bestemming Bordeaux. Het weer is nu al matig met reeds begonnen gedruppel.
6. Na een rit van vijf en een half uur en een beetje aangekomen in Bordeaux-St-Jean. Je zou denken dat de deuren van die treinen een ontwerp hebben van bergen of zo, maar nee, het is gewoon slijtage van de stickers die gebruikt worden voor die rood-paarse kleur.
7. Oulala, da’s een station zoals je die verwacht. Een grote marquise (overkapping) en een groot, statig stationsgebouw met zo’n hal.
8. Poah, dikke wandschildering van het zuiden van Frankrijk.
9, 10. Terwijl het in Lille regenachtig was, was het zonnig en droog in Bordeaux. Een mooie gelegenheid om er even te gaan verdwalen in het oude centrum, dat min of meer autovrij is gemaakt.
11. Trams zonder bovenleiding. Mij is verteld dat in de straat er stroken zijn aangebracht die de trams ook van stroom kunnen voorzien op een veilige manier.
12. Het slechte weer komt echter na een tijdje al in de buurt…
13. Een gelede MAN Lion’s City.
14. Met een dagkaart voor het OV in Bordeaux kun je ook gebruik maken van de BAT3-veerboot.
15. Een matige poging tot symmetrie.
16. Bij een Griek in het centrum wordt de schaft voorzien.
17. Zodra het begint te regenen (regenen? Hagel!) duik ik een wijnzaak binnen om daar te doen wat ik hier in Bordeaux wilde doen: Bordeaux drinken in Bordeaux!
18. Terug op het station, wanneer het weer droog is, is het tijd om naar het verblijf te gaan en me voor te bereiden op het vervolg van de tocht zuidwaarts.
19. De perrons zijn wat raar ingericht met hekken rondom de trappen, maar goed, als het niet druk is zal het wel meevallen zeker?
20. Een nez cassé komt langs…
21, 22. De volgende dag bevind ik me op station Pessac-Alouette (dat vreemd genoeg in HAFAS ‘Alouette-France’ wordt genoemd). Hier neem ik een lokale trein tot aan Biganos Fracture (in HAFAS Facture Biganos geheten). Merk de bovenleidingportalen hier op… Het doet wat denken aan die portalen bij Hollandsche Rading.
23. Ik kan niet ophouden hier steeds een verlekkerd kijkend gezicht met ronde wangetjes in te zien.
24, 25. Biganos Fracture. Het ligt ergens in het midden van een zekere leegte. Het stationsgebouw doet me ergens denken aan zo een in Zwitserland, met een laag perron erbij. Een tocht van een paar uur richting Hendaye, aan de Franse grens, wacht op me.
26. Hier had ik dus eigenlijk willen uitstappen, maar ja, ik heb mijn plannen omgegooid, dus dit zal voor een andere keer worden.
27. De Baai van Biskaje krijgen we onderweg al in Frankrijk te zien…
28. Dat we in Frans-Baskenland zijn mag iedereen weten want vanaf Bayonne verandert de architectuur vrij plotseling en worden stationsborden opeens steeds vaker tweetalig weergegeven: in het Frans en in het Baskisch.
En toen was er geen trein de grens over
29. Eenmaal in Hendaye merk je daar niets meer van. Het breedspoor ligt hier al heel wat jaren voor het personenvervoer ongebruikt bij.
30. Vroeger had je nog een nachttrein van hier naar Lissabon én een nachttrein van hier naar Parijs. Die laatste wil tijdens het hoogseizoen nog wel eens rijden, maar die eerste gaan we niet meer terugzien. Nu zullen we het maar moeten doen met een hele hoop hindernissen.
31. Station Hendaye. Het is intussen begonnen met regenen.
32. Ondanks dat er hier over breedspoor bijna niets meer rijdt, kun je nog steeds per trein de grens over: Euskotren biedt een meterspoorverbinding aan tussen Hendaye en Lasarte-Oria (ter hoogte van San Sebastián/Donostia) die ieder half uur rijdt. Ik zie geen trein aan het perron staan, waardoor ik vermoed dat ik de trein net gemist heb, dus besluit ik om maar de grens over te gaan lopen, al regent het.
33. SNCF op de voorgrond en Renfe op de achtergrond.
34 - 36. De grensovergang richting Irún in Spanje is opgedeeld in meerdere bruggen. Je hebt de brug voor de auto’s, een brug voor voetgangers, een brug voor het meterspoor van Euskotren en een brug voor het breedspoor en het normaalspoor.
37. Vlak over de grens, is de eerste tussenhalte te vinden langs het meterspoor: Irún Ficoba, maar… het station is dicht. Er is geen informatie te vinden. Er wordt wel iets omgeroepen vanaf het perron, maar dat versta ik niet omdat het te ver weg is en tja, je kunt immers niet op het perron komen. Zou deze eigenaardige halte niet bediend worden op zondag? Ik besluit maar door te lopen.
38, 39. Irún Colón dan maar, het hoofdstation van Euskotrein in Irún. Ook dit station is dicht. Wat gaan we nu krijgen? Ik weet dat dit station meerdere ingangen heeft, dus loop ik naar de hoofdingang langs de hoofdweg toe, waar ik ontdek dat het station wel open is. Ik vraag aan een medewerker wat er aan de hand is en het is hier dat ik ontdek dat er werkzaamheden zijn op de lijn en dat er vervangbussen ingezet worden. Tja, het zijn op momenten als deze dat kwartjes vallen en dat puzzelstukjes op hun plek vallen, want ik zag in Hendaye al twee bussen staan.
40, 41. Dan maar de treinvervangende bus in. Het is zo’n Irizar-geval en hier word je meteen met je neus op de feiten gedrukt: Euskal Trenbideak, Baskisch.
42. Het treinvervangende vervoer neemt ons tot een halte met de naam Gaintxurizketa. Mooi, denk je dan, de trein staat er, dus een geruisloze overstap, maar nee, wanneer de ontstane wachtrij op de helft is rijdt de trein weg. Gelukkig hoeven we niet lang te wachten, want een kwartier later komt de volgende er alweer aan.
43. Het oogt en voelt toch lommerrijk en ergens tropisch aan hier. Exotisch.
44, 45. We komen aan in Amara, het hoofdstation van Euskotren in San Sebastián/Donostia.
46. Ik mag nu een stukje lopen naar het andere treinstation van de stad, dat aan de andere kant van de rivier Urumea Itsasadarra ligt. Het weer is intussen wat opgeklaard, en goh, dit is geen verkeerde eerste impressie. Zo’n uitstraling.
Kennismaking met de Spaanse Interrailbureaucratie
47. Het Renfe-treinstation van San Sebastián/Donostia is een enorme bouwput. Hier stond ooit een groot stationsgebouw met een rode spooroverkapping, maar dat alles is gesloopt en het enige wat overgebleven is zijn twee verstopte sporen.
48. Je moet eerst een brug over, om aan de andere kant van de sporen de provisorische ingang te vinden. Tot zover je goede eerste impressie.
49. Omdat ik met Interrail reis in Spanje, moet ik reserveringen maken. ik kan die niet online maken omdat Renfe die mogelijkheid met de jaren onmogelijk heeft gemaakt. Je kunt voor enkele AVE-treinen wel online reserveren via derde partijen, maar daar heb ik niks aan. Ook kun je direct bij Renfe telefonisch iets proberen, maar hooguit twee dagen voor vertrek en dan nog moet je op een station met een open loket fysiek aanwezig zijn om fysieke tickets op te halen. Ik heb de tijd om hier op het station dan maar gelijk een kleine rits aan reserveringen te regelen aan het loket en dat lukt wonderwel in het Spaans. Ik kan zelf Frans en ik heb tien jaar geleden mij ooit Spaans geleerd tijdens een zomervakantie, maar omdat ik het nooit gebruikte (op die ene keer in 2018 na) ben ik bijna alles vergeten en spreek ik nu een hybride van Frans, Italiaans, Spaans en Engels. Ik hoopte eerst dat ik meteen de trein kon nemen naar Madrid, maar die trein zat helaas vol, dus heb ik mijn reis voor nu maar op moeten knippen in Vitoria/Gasteiz. Reserveringen voor Media Distancia kostten mij 4,00 euro, terwijl de enige Avila-trein die ik voorzag mij 6,85 kostte.
50. Pas een kwartier voor planmatig vertrek kun je met die tickets door de poortjes komen. Wat mij betreft op tijd genoeg om een doorkomst van de plaatselijke Cercanías (in het baskisch Aldiriak genoemd) te bekijken. Normaliter rijden ze door tot aan Irún, maar ook daar zijn werkzaamheden wegens een deels ingestorte tunnel, waardoor ze beperkt worden tot Lezo-Errenteria.
51. Dan komt het joekel aan dat me naar de Baskische hoofdstad zal brengen.
52. In de trein doen de beeldschermen het pas zodra we Baskenland uit zijn. Die beeldschermen hebben zeker geen Baskische taalmodus? De gesproken omroep in de trein doet alles wel braaf tweetalig binnen Baskenland.
53. De trein volgt een kronkelende en vooral trage route richting het zuiden, langs de vele heuvels en bomen. Ik zat helaas niet aan het raam en ik zat ook nog eens op zo’n plaats met zo’n klein kutraampje, dus heel veel beelden heb ik niet van de route gemaakt. Eenmaal aangekomen in Vitoria/Gasteiz komt niet veel later nóg een trein aangereden uit San Sebastián/Donostia: een intercity die een fractie later vertrok als de Media Distancia-trein waarmee ik gereisd heb. Het verschil tussen die twee zal wel beperkt zijn, los van een verschil in prijs voor het reserveren… Deze treinen rijden trouwens ook in Turkije.
54. Vertrektijden. Als je routes wilt plotten ben je eraan voor de moeite om dat via de site van Renfe te doen. Die toont immers niet alle treinen. Best gebruik je de app van ADIF, de infrastructuurbeheerder in Spanje. Die toont wel alle vertrektijden.
55. Er zijn automaten, die erg lijken op de Franse. Niet altijd zijn de automaten zo modern. Soms heb je echt van die bakken met een beeldscherm alsof ze van een oude beeldbuis zijn gejat, met van die flikkeringen erin. Jaren ‘90 zooi waarvan het een wonder is dat ze er nog een touch-screenfunctionaliteit aan hebben weten toe te voegen.
56. Een blik naar boven, in de stationshal van Vitoria/Gasteiz.
57. En van de andere kant gezien, van buitenaf.
58 - 61. Impressies van de stad bij een druilerig weer. Het is een mooie stad en ik kan me inbeelden dat de sfeer er in de zomer beter is.
62. Typisch Spaans: rolpaden en roltrappen in de open lucht. Welja, dit is nog overdekt.
63. Als het helder zou zijn, had je de heuvels in de verte beter kunnen zien.
64. Een deel van de oude stadsmuur met zo’n kek valhek.
65. Hoe verstop je een regenpijp? Je schildert er een cactus van.
66. Als er iets is waar die Basken goed in zijn, dan is het wel muurschilderingen maken.
67. In de stad rijden trams en zo nu en dan komen die voorbij. Je hebt er twee types. Deze zijn de nieuwere.
68. Deze zijn de iets oudere, de kortere, wat meer ‘plompzakkerige’, als dat een woord mag zijn.
69. In de avond kom ik nog even terug op het treinstation en kijk nou: een oud stoptreinjoekel!
70. De volgende dag gaat de tocht door naar het midden van het land. Ik heb wederom de Media Distancia-trein voorzien, om de trage route te volgen (en dus niet van spoorbreedte te wisselen).
71. Details. Het oude Renfe-logo in de tegels…
72. Dat wat me zes jaar geleden opviel valt me nog steeds op: de sticker links van de deur en onder het raam suggereert dat de trein twee deuren heeft die open kunnen, terwijl de trein in de praktijk er maar één heeft.
73. Onderweg, ter hoogte van Miranda de Ebro, passeren we enkele motorbakken van de nieuwe CAF-treinen die door Renfe op AVE-treinen gezet gaan worden. De S-106, bijgenaamd ‘Avril’. Ook in die buurt stonden nieuwe ICE L-stellen en stellen die voor DSB zijn bestemd.
74. Ditmaal heb ik wel een plek aan het raam en dan is het extra duidelijk hoe reizvoll het landschap wordt. Hier komen we door een bergdorp genaamd Pancorbo, waar we zowaar stoppen. Het flauwe is dat hier alleen in de ochtend drie treinen stoppen en voor de rest helemaal niks… Een keertje een RE richting Burgos, een MD richting Madrid (mijn trein) en een RE terug richting Pamplona. Mensen uit Madrid die terug willen hebben pech.
76. You had one job.
Wie zegt dat het altijd droog en heet is in Centraal-Spanje?
77. Het grappige is dat je verwacht dat het in de buurt van Madrid vooral heet en droog is, maar precies wanneer ik er ben, regent het hier in Ávila.
78. Mooie klok. Weer eens wat anders dan de modernere Festina-dingen.
79. Het is net een schuur van binnen dat gebouw.
80 - 82. In Ávila is de stadsmuur nog redelijk gaaf gebleven. Machtig.
83. Het regent de hele tijd, maar na een tijd regent het harder en dan is het maar tijd om een bar in het centrum binnen te duiken.
84. Barvoedsel.
85. Een stadsbus. Een redelijk kleine nugget.
86. De volgende bestemming is Madrid, maar zelfs al is het een regionale trein… je moet met een Interrail-pass er een ticket voor halen bij het loket. Het ticket zelf kost niks, maar het ticket geeft eigenlijk alleen aan dat je moet overstappen in El Escorial, ondanks dat ‘ie in de dienstregeling aangegeven staat als een directe trein.
87. Mijn trein wordt het Cercanias-stel dat op de achtergrond staat. Waarom die niet verder rijdt richting Madrid is mij een raadsel. Ditzelfde grapje zou ook worden gemaakt bij een andere regionale trein vanuit Madrid.
88. Onderweg in de voorstadstrein in regionale dienst.
89. Je kan moeilijk zeggen dat dit een stedelijk gebied is, ha.
90. Tijd om over te stappen in El Escorial. Het werd wel vijf keer omgeroepen in de trein, maar het is prettig dat de aansluitende trein aan de overkant van het perron staat.
91. Aankomst op Madrid Chamartín. Ik wist niet dat hier zo veel sporen waren (dat zie je hier niet, maar dat doet er niet toe). Het station is een grote bouwput.
92. Mijn verblijf is in het stadje Valdemoro. Ik had geen trek om in de drukke stad te overnachten en prijzen waren belachelijk hoog. Hier viel het wel mee en de plek zelf leek wel in orde. Je raakt hier ieder half uur met de C-3 die Aranjuez aandoet.
93. Er zijn veel bussen waarmee je in het centrum kunt komen, die ook aansluiten op de trein.
94, 95. Impressies van Valdemoro.
Valdemoro is een oord dat de Spanjaarden ook wel een 'slaapkamerstad' noemen, omdat degenen die er wonen er eigenlijk alleen naartoe komen om te gaan slapen, want er gebeurt toch vrij weinig in het oord. Die gelaten sfeer voel ik ook wel. In het centrum is het rustig en ik snap ook wel dat als je vanuit Chamartín naar hier gaat, dat je ook wel goed gaar bent na een lange dag werken. We hebben het over een rit van drie kwartier. Als toerist wil je hier ook niet zijn omdat je zozeer Madrid of de Spaanse hoofdstad wil ontdekken, maar hé, ik apprecieer ook oorden als deze omdat deze een wat puurder en echter beeld van Spanje geven en een beeld geven van de werkende Spanjaard die iedere keer weer heel wat uren lang aan het beulen is in de hoofdstad, iedere keer maar weer ongeveer een uur forenzend zijnde. Ik ben voor mijn forenzentocht ook een uur onderweg, dus op zich is dat zo heel vreemd niet (en ik heb het erger meegemaakt!) maar ja, vergelijk Madrid maar eens met Amsterdam.
Dat ik nu in de regio van Madrid ben had ik niet verwacht toen ik begon met plannen voor deze tocht. Ik blijf nog een klein tijdje in deze contreien, om daarna weer richting de baai van Biskaje te gaan. Het vervolg komt in het volgende deel aan bod.
Het tweede deel is hier te vinden.