Introductie Innotrans #4: De lange weg terug [8f]

Dit is het forumdeel voor jouw mooie foto's. Plaats dus al je reisverslagen hier. Ook overige foto's zijn welkom, mits ze voorzien zijn van een omschrijving waarom je die foto graag wil laten zien.
Plaats reactie
DDietzen
Berichten: 1514
Lid geworden op: wo 09 aug 2017, 12:58

Introductie Innotrans #4: De lange weg terug [8f]

Bericht door DDietzen »

Deel 1 (dinsdag)
Deel 2 (woensdag)
Deel 3 (donderdag)

Over dit verslag
Maandag 23 september moet ik mijn definitieve scriptierapport inleveren, maandag de 30e is mijn afstudeerceremonie. In die week ertussen hoef ik vrijwel niks meer te doen. Geheel toevallig valt precies in die week de roemruchte tweejaarlijkse Innotrans-spoorbeurs in Berlijn, waar ik veel over gehoord heb en best nieuwsgierig naar ben. Logisch gevolg: na het inleveren van mijn scriptie trakteer ik mezelf op een tripje Berlijn!
Dinsdag heen, woensdag en donderdag op de beurs, vrijdag terug. De reis zal ik gaan doen met – mijn eerste – Deutschlandticket, want a) het is veel goedkoper dan tickets met IC’s en ICE’s, b) de IC Berlijn rijdt toch niet die dagen wegens werkzaamheden rond Hengelo en Rheine, en vooral c) ik houd zo mogelijk nog meer van avontuurlijke treinreizen dan van de bestemming zelf. Onderweg komt er meer dan genoeg van dat avontuurlijke terecht, dus gaat al gauw mijn schrijfdrang kriebelen. Ziehier, in vier delen, het reisverslag van mijn eerste Innotrans en mijn eerste Deutschlandticket :D Dit is deel 4 en het slot: de terugreis.

Voor verwachtingsmanagement: de weinige foto's die ik heb gemaakt met mijn slimfoon zijn vooral ter illustratie van het verhaal. Je leest dus een woordverslag met wat beelden, geen beeldverslag met wat woorden ;)

De treinreis samengevat
Vrijdag
Spoiler: show
08:01 Berlin Hbf > 09:47 Magdeburg Hbf (RE1)
10:33 Magdeburg Hbf > 11:41 Braunschweig Hbf (RB40)
11:54 Braunschweig Hbf > 12:42 Hannover Hbf (RE70)
13:05 Hannover Hbf > 14:41+8 Osnabrück Hbf (RE60)
14:49 Osnabrück Hbf > 15:22 Münster(Westf)Hbf (RE2)
14:51+35 Osnabrück Hbf > 16:00+10 Rheine (Snelbus)
16:48 Rheine > 17:03 Bad Bentheim (RB61)
17:10 Bad Bentheim > 17:53 Hengelo (Snelbus)
17:57 Hengelo > 18:11+5 Delden (Stopbus)
18:23 Delden > 18:53 Zutphen (RS24)
19:05 Zutphen > 19:21 Apeldoorn de Maten (RS30)

Guten Morgen, Sonnenschein!

Ondanks mijn verlate wekker word ik uit mezelf om tien over zeven al wakker. Tja, dan toch maar even opschieten en de trein van 8:01 proberen te halen. Na het aankleden, opfrissen en inpakken poets ik eerst m’n tanden voordat ik ga eten, zodat ik niet weer terug naar boven hoef na het ontbijt (aan een wastafel nabij de ontbijtzaal heb ik even niet gedacht). Er zijn slechtere plekken voor de dagelijkse gebitsreiniging dan een kamer met vol uitzicht op alle treinverkeer op de Stadtbahn. Het uitchecken is secondenwerk, de ontbijtzaal inkomen duurt drie keer zo lang. De tijd tikt, dus ik werk (iets te) snel een portie scrambled eggs, een kaiserbroodje kaas (kaaserbroodje? (A) ), wat vruchtenyoghurt en een glas multivitaminesap naar binnen voor het eerste stuk van de reis.

Afbeelding
31. Vrijdagochtend 8 uur, onder de kap van Berlin Hauptbahnhof, voor het begin van de terugreis.

Driftig been ik naar het station, en daarbij voel ik mijn nu goed gevulde maag wel, maar ik ben netjes op tijd voor de RE1 naar Maagdenburg. Die rijdt met een Desiro HC (zo’n gemixte enkeldubbeldekker), vertrekt iets vertraagd en is redelijk druk. Aanvankelijk heb ik bovenin aan het raam twee stoelen voor mezelf, maar ik zit nog geen minuut of een klein kind iets achter me zet al een keel op. Nee dank u, ik verhuis wel, zo ga ik m’n thuisreis niet beginnen. De goede plekken zijn nu al wel vergeven, dus kom ik terecht op een tweezitter naast de wc, die van vertrek in Berlijn tot aankomst in Maagdenburg een onophoudelijke toeloop kent. Hebben Duitsers zo’n slechte blaas of zou de rest van de wc’s in het stel defect zijn?

Nog voordat we het Berlijnse centrum uit zijn, dommel ik al zowat in slaap dankzij de volle zon in m’n gezicht en de korte nacht. Bij Zoologischer Garten zie ik dat we ongepland een aantal minuten aan de kant gegooid worden om een IC naar Amsterdam – oh nee, Münster – voor te laten, die ons inhaalt over de sporen van de tegenrichting. (Dat zoiets kán op de drukke Stadtbahn in volle ochtendspits!) Uiteindelijk blijf ik de hele rit suffig wakker, misschien behoudens een microslaapje hier en daar. Vlak voor de eindbestemming vraagt een jongen of ‘ie zijn telefoon mag opladen bij mijn stoel en neerleggen op mijn tafeltje aan raamzijde (hoewel stoel en tafeltje ernaast aan het gangpad niet worden gebruikt). Ik krijg een voorgevoel van een valstrik – een kompaan die de telefoon weggrist waarna de jongen mij kan beschuldigen van diefstal, of zoiets – en roep ‘m dus expliciet na dat ik niet op z’n telefoon let: dat is mooi z’n eigen verantwoordelijkheid. Uiteindelijk gebeurt er niks.


De toerist uithangen

Afbeelding
32. Rare jongens, die Maagdeburgse architecten.

In Maagdenburg moet ik drie kwartier zien dood te slaan. Bij de VVV buiten het station vraag ik na wat ik binnen veertig minuten kan zien van de stad. “Ui, das ist recht kurz”, jaja, dat weet ik, maar ik krijg uiteindelijk toch een tip losgeweekt om naar de Dom te wandelen. Op de route stuit ik nog op een heel markant lila gebouw met golvende uitstulpende muren en planten op willekeurige plekken in en aan de muur; wat dat precies was, kon ik niet ontwaren uit het VVV’er-geratel; achteraf blijkt het de ‘Groene Citadel’ te heten. Heel apart, zo’n gebouw tussen alle moderne architectuur. Het klooster kom ik ook nog tegen; dat is zo fors dat ik het eerst aanzie voor de Dom, maar het heeft erg weinig franje en drie heel rare, haast akelige standbeelden ernaast.

Afbeelding
33. Het klooster van Maagdenburg, met een colonne bejaarde toeristen op leeftijd.

Afbeelding
34. Zijaanzicht van het klooster met de, ahum, bijzondere sculpturen.

De Dom zelf is dan wel een heel stuk imposanter. Mijn timing is perfect, want precies wanneer ik bij de Dom aankom, gaat mijn wekker dat de helft van mijn overstaptijd is verstreken en ik dus moet omkeren. Omdat ik een kortere route terug neem, heb ik op het station nog tijd om flink in te slaan. Een bieslookbrezel (die combinatie vond ik bij een eerder reisje in München goddelijk lekker) en een nogacroissant scoor ik bij een kraam in de hoofdgang waarvan de vrouw achter de balie loon ingehouden lijkt te krijgen per woord dat ze zegt; ze is enorm nors en kortaf. Bij een groter zaakje om de hoek, iets uit de gangbare looproutes, zijn ze een heel stuk vriendelijker, en haal ik een verwarmd broodje mozzarella-tomaat en een Berliner bol (gelukkig geen Maagdeburger halve bollen, daar zou ik m’n tanden op stuk bijten immers (A) ) met pruimenmousse (?) en glazuur aan de buitenkant. Zo, hiermee kom ik de dag voorlopig wel door.

Afbeelding
35. De Dom van Maagdenburg.

Op het perron voor de stoptrein naar Braunschweig is het flink druk, en dat baart toch wel lichte zorgen, want op de heenweg was dit ook al het drukste traject, en bovendien zijn de acht bakken treinstel die de app me eerder beloofde ingeruild voor slechts vier. Nipt weet ik nog een halve vierzitter te claimen, tegenover een jonge vrouw met een kunstzinnige stijl die de hele rit druk aan het tekenen is op haar tablet. Halverwege de rit komt een controlerondje met toepassing van de good cop, bad cop-strategie: twee barse Veiligheid & Service-equivalenten van de DB bewaken elk een balkon aan weerszijden van een zitgedeelte, en een poeslieve conductrice doet de daadwerkelijke controle. Onderweg wordt het nog drukker en moeten we inschikken voor een derde en uiteindelijk vierde persoon in de vierzitter. Mijn beoogde wc-bezoekje, dat nu langzaam wel nodig wordt, stel ik maar uit tot de volgende trein, want ook de gangpaden worden steeds voller nu.

Afbeelding
36. In de schaduw van Maagdenburg Hoofdstation.


Westfalenbahnperikelen

In Braunschweig heb ik weer een ruime overstap van 40 minuten op de rechtstreekse RE60 dwars door het land naar Osnabrück, maar een halfuur eerder gaat een 'tussenrit' tot Hannover. Die pak ik maar; mocht er met de rechtstreekse iets mislopen, dan ben ik in elk geval al een stuk verder in de goede richting. Ik kan zo ook al gelijk mijn blaas legen aan boord, al is dat niet zo makkelijk als het lijkt: het zesdelige treinstel mag dan wel een toilet in elke bak hebben, maar twee zijn defect en de rest onbereikbaar dankzij defecte tussendeuren. Gaat lekker zo, Westfalenbahn! Gelukkig vind ik wel nog één werkend toilet, maar wanneer ik terugkom is mijn mooie zeldzame tweezitter ingepikt en moet ik het doen met een gedeelde vierzitter.

De notie dat er iets met de rechtstreekse RE zou mislopen blijkt geen al te vergezocht idee, want in Hämelerwald (halverwege de rit naar Hannover) worden we op een zijspoor binnengenomen. Onze trein stroomt daar vol met gestrande reizigers uit de inmiddels lege RE70 richting Bielefeld naast ons van een halfuur eerder (in uursdienst met de RE60), die met +50 staat aangekondigd wegens een “defecte overweg”. Geen idee waar die overweg stuk door is en waarom ‘t zou veroorzaken dat die andere trein pas twintig minuten na ons door zal mogen, want wij hebben op de hele rit nergens last van snelheidsbeperkingen of wat dan ook. Eufemisme voor een aanrijding, of stiekem gewoon een defecte trein?

In Hannover ga ik maar meteen naar het vertrekperron van de doorgaande RE richting Osnabrück/Bielefeld, want je zal net zien dat die RE70 niet twintig minuten later maar stiekem toch strak achter mijn versterkingsrit aan komt rijden. Dat gebeurt echter niet, dus moet ik gewoon zoals gepland een halfuur wachten; de geplaagde RE70 staat inmiddels met +60 aangekondigd en wordt dus op hetzelfde moment verwacht als de RE60. De route is duidelijk populair, of er zijn gewoon geen alternatieven, want het perron staat stamp- en stampvol en het wordt alleen maar drukker. Het waait er ook nog eens snoeihard, mijn broodje vliegt echt bijna uit m’n hand.

Tijdens het wachten krijg ik een melding in de DB-app dat mijn RE2 Osnabrück-Münster uitvalt wegens Notarzteinsatz; dat wordt een halfuur vertraging. Nee, een uur zelfs, want de volgende rit van de RB66 die daar in halfuursdienst met de RE2 hoort te rijden, is spoorloos verdwenen uit de planner. Nee, toch maar een halfuur, want ik kan natuurlijk óók alsnog via Bad Bentheim gaan. Dat wordt een snelbus van Osnabrück naar Rheine, een RB61 van Rheine naar Bentheim, een stopbus van Bentheim naar Hengelo, en dan verder westwaarts met een Nederlandse treinvervangende bus. Wat meer bussen dan me lief is, maar allez.

De punctuele RE60 komt uiteindelijk als eerste voorrijden, en warempel ben ik als één van de eersten aan boord en kan ik dus een plek uitkiezen. Dat moet wel haastig, dus kies ik per ongeluk de zonkant; niet heel slim, met een lange rit voor de boeg. De trein stroomt vol en de hele rit tot Osnabrück heb ik afwisselend verschillende medereizigers naast me zitten. Dat in tegenstelling tot de net geklede man aan de overkant van het gangpad, die doodleuk breed uitgespreid twee stoelen en tafeltjes inneemt, ook wanneer de gangpaden vollopen met mensen. :neg: Mede dankzij de drukte is het nogal rumoerig, dus pak ik voor het eerst deze trip mijn oortjes erbij voor wat muziek. Met een schuin oog kan ik Top Gear meekijken op de tablet van m’n laatste tweezitscollega.


Haast u langzaam

Vlak na Bünde zit een overwegstoring, dus komen we vlak voor de overweg tot stilstand waarna we binnen een seconde weer optrekken (waar is die hele stilstand dan voor nodig?) om in een sukkeldrafje en toeterend over de overweg te rijden. Die is inmiddels helemaal wegbreed afgezet met een scala verkeersregelaars erbij. Voor mij wordt het nu wel even zweten, want dat grapje kost ons 7 minuten vertraging terwijl ik in Osnabrück maar 10 minuten overstap op de snelbus naar Rheine had. Omdat ik toch al even een WC wilde opzoeken vóór de busrit, kan ik ook gelijk een HC opzoeken als ik toch aan het wandelen ben.

Toevallig zie ik op het benedendek de HC een eind voor me uitlopen, dus loop ik ‘m achterna en probeer z’n aandacht te trekken. Dat wil niet echt, want met vlotte passen beent hij door de trein naar achteren, en hij baant zich beter dan ik een weg door verschillende balkons vol met blokkerende fietsen. Wanneer ik net denk hem te kunnen inhalen, ben ik juist net te laat, want hij verdwijnt in de achterste cabine. Het glas van de deur lijkt enorm dik, en hoeveel ik ook op de deur klop om z’n aandacht te trekken, hij geeft geen enkele sjoege, niet eens een blijk dat ‘ie überhaupt doorheeft dat ik er sta. Na vijf minuten grijpt ‘ie ineens naar de omroepmicrofoon en hoor ik “Das Schienenersatzverkehr in Osnabrück wartet” door de trein schallen, waarna ‘ie zich omdraait en me voor het eerst recht in de ogen aankijkt door het glas van de deur, haast alsof de omroep specifiek naar mij gericht was. Aparte manier van communiceren, in dat geval.

Afijn, nu die WC nog. Daarvoor moet ik eerst langs een man zien te komen die nu, met z’n rug naar me toe, breeduit op de trap is gaan zitten. Omdat er nog een vrouw voor me staat die ook langs die man wil, kan ik ‘m niet op z’n schouder tikken. Ik wil ‘m aanspreken, maar hij heeft oortjes in, en de muziek lijkt nogal hard te staan: ik, die vrouw én een derde medereiziger moeten uiteindelijk onze stem verheffen tot een schreeuw voordat de man ook maar iets opmerkt. En die wc? Twee zijn er defect, daarna geef ik het op, want Osnabrück nadert rap en ik ben het schravelen langs al die fietsen op balkons beu.

Ondanks de omroep heb ik geen vol vertrouwen erin dat de snelbus daadwerkelijk wacht, dus trek ik alsnog een stevige sprint samen met wat medereizigers die hetzelfde lijken te denken. Osnabrück Hbf is nogal een doolhof, de uitgang kan ik niet meteen vinden, ik heb waarschijnlijk ergens een trap te veel genomen. Precies op geplande vertrektijd kom ik op de helder aangeduide halte aan de rand van het busstation, maar daar staat geen treinvervangende bus. En die komt ook niet. En nog niet. En nog stééds niet. Een gelede stadsbus die intussen komt voorrijden bij de halte wordt door sommigen aangezien voor treinvervangend vervoer, maar helaas, dit is echt de stadsdienst.

Na twintig minuten veert iedereen op wanneer een touringcar de hoek om komt, maar ik ruik al teleurstelling wanneer ik een NS-logo op een velletje achter de voorruit ontwaar: dit is de snelbus uit Deventer, die lijkt te vallen onder Fernverkehr (het is immers een vervanging van de IC Berlijn) en ik dus helaas niet mag nemen met mijn Deutschlandticket. De bus stroomt leeg, en ik begin me ondertussen af te vragen hoe makkelijk het zou zijn om je van de domme te houden en stoïcijns in te stappen in overtuiging dat dit de snelbus naar Rheine is, om zo in Deventer te geraken. Helaas, voordat iemand dat experiment kan uitvoeren, gooit de chauffeur de deuren dicht en gaat er leeg vandoor, wellicht voor een pauze.

Ik begin te overwegen om maar de RB61 naar Ibbenbüren en daar de stopbus te nemen, maar de DB-app toont forse vertragingen op die route – interessant genoeg ook live vertraging van de stopbus die de rit nog moet aanvangen, chapeau! – dus dat laat ik maar. Pas een halfuur na gepland vertrek komt dan eindelijk de snelbus uit en naar Rheine voorrijden, een dubbeldeks touringcar. Ook deze zat goed vol en het duurt een aardige tijd voordat ‘ie leeg is, en dan wordt het hopen op een goed plaatsje; gelukkig weet ik als één van de eersten in te stappen. Met het idee dat ik in Rheine misschien moet rennen voor de overstap straks, verzeker ik een plekje onderin, op een stoel in de rijrichting in een vierzitter waar ik vervolgens moet gaan voetjevrijen met een heel verwaaide maar heel jolige wat oudere man.

Het duurt de nodige tijd om de stad uit te komen, over één bepaald stoplicht met halve wegafzetting en zeer scherpe bocht doen we gevoelsmatig eeuwen. Toch arriveren we veel sneller in Rheine dan de geplande rijtijd; als de snelbus op tijd was vertrokken, had ik gewoon nog de RB61 van een uur eerder gehaald (overstaptijd: -12 minuten) en was ik zelfs een halfuur éérder thuis geweest dan gepland. Jammer dat het treinvervangend vervoer toch niet helemaal goed afgestemd is en functioneert dus. Onderweg is het gaan regenen en bij uitstappen in Rheine betreft dat de categorie pijpenstelen.


In het zicht van de landsgrens

Heel opgelucht dat we er eindelijk zijn, stuif ik naar een perron waar een stoptrein richting Münster staat te keren om aan boord mijn nu wel érg volle blaas te legen. De RB61 die ik straks moet hebben, komt inmiddels al aanrijden uit Bad Bentheim. De dienstregeling is exact dezelfde als normaal, wat betekent dat het pendelstukje Bentheim-Rheine van een kwartier twee omlopen behoeft voor een uursdienst: 53 minuten kering in Bentheim en 36 minuten in Rheine, tsja, efficiënt is anders... Eerst lijkt het treinstel afgesloten te zijn tijdens de kering langs het perron, maar even later blijkt ‘ie toch open te zijn.

Eerst ga ik nog mijn allerlaatste proviand inslaan: een broodje gezond op een stationswinkeltje. De klant vóór mij had ook zo’n broodje, maar komt terug om verhaal te halen dat er vlees op haar broodje gezond zat; gelukkig voldoet mijn bestelling wel aan de kwaliteitseisen. Daarnaast koop ik nog een ‘mezzo-drink’, een soort ijsthee denk ik. Zo heb ik wel de nodige statiegeldflessen verzameld, maar op het station lijkt geen statiegeldautomaat te zijn, en om nou in de stromende regen een supermarkt te gaan zoeken die er wel één heeft, nou nee, dank u beleefd.

In de wachtende RB61 zoek ik alvast een mooi plekje en peuzel mijn broodje op. Dat plekje is plotsklaps een stuk minder mooi wanneer in de vierzitter schuin achter me een vrouw plaatsneemt met een kei- en kéíhard schreeuwend kind. De hoop dat die geluidsoverlast snel ophoudt, vervliegt gauw, maar wanneer ik de snerpende herrie beu ben en ga verhuizen, zijn bijna alle tweezitters al bezet. Na een wandeling heen en weer door de trein beland ik dan op de laatste vrije tweezitter; niet veel verder van mijn originele plek, maar het gekrijs is hier tenminste wat beter te harden.

In Bad Bentheim arriveren we stipt op spoor 2, waar aan de overkant de Lint van de Bentheimer Eisenbahn richting Nordhorn staat te wachten. (Ik dacht dat die tegenwoordig vanaf een apart perronnetje ‘Bad Bentheim Nord’ op hun eigen emplacement vertrok, vlak voor het hotel daar, maar blijkbaar niet dus? Weet iemand meer?) Op een drafje – voor de zekerheid – begeef ik me trap af, trap op naar het busplein waar de treinvervangende bus naar Hengelo staat te wachten: een gelede stadsbus uit de regio Paderborn. Niet het allerbeste comfort, zeker niet voor een snelwegritje, en de verwarming is ook iets te goed opgestookt naar mijn smaak, maar ach, we zijn bijna in Nederland.

Op de grens ontwaar ik een lange file in de tegenrichting voor de Duitse grenscontrole, die uitgevoerd wordt op één rijbaan bij de grensparking waar alle verkeer overheen geleid en gecheckt wordt. Ben ik effe blij dat ik op de heenweg niet deze bus nam! Het ommetje door de erg krappe weggetjes in en rond het dorp Oldenzaal om dat station te bedienen, is voor Piet Snots Duitse neef, want er stapt niemand uit en niemand in. De aankomst in Hengelo is wel op tijd. Daar sta ik voor een keuze: stopbus naar Delden en dan via Zutphen per stoptrein naar Apeldoorn, of de snelbus naar Rijssen en van daaruit de intercity? Optie Delden zou me ruim een kwartier eerder thuis moeten brengen, maar de overstap van stopbus op trein is wel wat krapper; toch neig ik ernaar, want gezien de ervaring van de heenweg lijkt me de snelbus naar Rijssen veel vertragingsgevoeliger.


Bijna thuis

Ook vanavond lijkt dat idee niet uit de lucht gegrepen, want bij navraag bij een medewerker voor het treinvervangend vervoer over welke bus wanneer komt, weet zij me te melden dat “alles in de soep loopt”; het is avondspits en de nodige bussen zouden in de file staan. Ik besluit maar de eerste bus te pakken die komt voorrijden, zodat ik tenminste onderweg ben: uiteindelijk blijkt dat, zowaar op nagenoeg de geplande vertrektijd, de stopbus naar Delden te zijn met een touringcar. Inchecken wordt ‘m niet, want in tegenstelling tot NS heeft Blauwnet geen paaltje neergezet.

De chauffeur heeft het er maar moeilijk mee tijdens de haltering, want onophoudelijk vraagt ‘m een reiziger of de bus naar Rijssen of Delden gaat, geeft ‘ie antwoord, druipt de reiziger af en stelt de volgende reiziger exact dezelfde vraag. En dan stappen er via de achteringang ook nog reizigers in en uit de bus. Op volume 150% roept hij wel twintig keer oorverdovend via de speakers “DEZE BUS GAAT NAAR DELDEN! DELDEN! DEZE BUS GAAT NIET!!!! NAAR RIJSSEN!” om, of een variant erop. Zo vaak zelfs, dat een paar medereizigers die het allang weten, beginnen te jennen: “U gaat naar Rijssen ja? Deze bus naar Rijssen?” Met kleine vertraging en grote gehoorschade vertrekken we uiteindelijk naar Gezondheidspark en eindbestemming Delden; op deze boemelroute is een touringcar echt overtrokken, had die dan op de snelweg naar Bad Bentheim ingezet!

Afbeelding
37. Een onverwachte toeschouwer tijdens je toiletbezoekje.

Aankomst in een verregend Delden, met uitstap op een fietspad, is met lichte vertraging. De kerende trein uit en naar Zutphen lijkt net gearriveerd en dus lopen de stromen in beide richtingen langs elkaar over het station. Misschien komt het door het grauwe natte weer, maar het station lijkt echt middenin het grote niets te liggen. De vervolgtrein is een solo Lint met de mysterieuze eindbestemming ‘Testrit’, helemaal achterin – het verst weg van de perrontoegang – is het nog mooi rustig dus neem ik daar plaats. De rit verloopt verder zonder echte bijzonderheden, tot ik één laatste wc-bezoekje pleeg: het toilet blijkt exact dezelfde icoontjes te gebruiken als de DB-toiletten, en – in sterk contrast met vrijwel elk NS-toilet dat ik het afgelopen jaar heb gezien – is er geen graffiti te bekennen binnen. Wel een klein stifttekeningetje van meneer Krabs. _O_

In Zutphen wandel ik door de trein naar voren, en besluit ik gelijk het aantal zitplaatsen van dit Lintje te tellen, want daar heb ik wat tegenstrijdige getallen van zien zwerven op het internet. Voor de nieuwsgierigen: het blijken er totaal 132, precies het aantal dat ik voor waarheid aanhield. Wachtend op vertrek van de allerlaatste etappe, de stoptrein naar Apeldoorn de Maten waar mijn vader me komt ophalen, spot ik nog de intercity naar Zwolle met de Flow-VIRM met ‘Werken bij NS’-branding; wie weet zal ik daar over een paar maanden nog eens op ingaan…

Afbeelding
38. Bijna thuis!


Epiloog

Na twee dagen op zo’n gigantisch drukke beurs met mensen van over de hele wereld, twee lange treinreizen, en met die kuchpipo van het IntercityHotel nog in het achterhoofd, zou het me vreemd lijken als ik níét één of ander virusje heb opgelopen. Uit voorzichtigheid met m’n ouders op leeftijd, allebei met geen superoptimale gezondheid inmiddels, doe ik na thuiskomst dan ook wat voorzichtig en houd ik wat afstand. Zaterdagochtend word ik nog fris wakker, lijkt er niks aan de hand en leg ik de laatste hand aan mijn afstudeerpresentatie. Maar zaterdagmiddag begin ik toch wat te snotteren en te hoesten, en ga ik mezelf serieus isoleren thuis. De nacht naar zondag is slapeloos dankzij urenlang veelvuldig overgeven op een lege maag – voor mij het gebruikelijke recept bij elke ziekte die ik oploop – en zondag voel ik me goed beroerd.

Omdat ik toch op m’n takenlijstje had staan om een afspraak voor een coronaboosterprik te maken, doe ik zondagmiddag uit nieuwsgierigheid een zelftest; mocht ik nu corona hebben, dan hoef ik immers geen afspraak te maken. Tot mijn verbijstering komt de T-streep onmiddellijk vol tevoorschijn op het moment dat de vloeistof dat punt bereikt, zelfs nog vóórdat de C-streep tevoorschijn komt. Zo knalpositief ben ik nog niet eerder geweest! Een afstudeerceremonie doen terwijl ik gigabesmettelijk ben, is natuurlijk een heel slecht idee, dus sla ik driftig aan het bellen en appen voor overleg met mijn commissie. Niet veel later komt het besluit: mijn afstuderen wordt met bijna drie weken uitgesteld. Greetings from Innotrans! :cry: De rest van de avond ben ik druk met alles en iedereen afzeggen, en de nodige administratieve zaken omgooien.

Vergeleken met mijn eerste (en enige voorgaande) keer corona, toen ik twee weken goed ziek was, herstel ik nu gelukkig snel. Het ergste is na drie dagen al voorbij, en ik houd enkel nog een week een vervelende hoest. Poging twee van mijn verdediging lukt wél, en ik kan eindelijk na een heel moeilijk jaar trots verklaren: ik ben afgestudeerd! *O*

Dat was het dan, het reisverslag van mijn eerste Innotrans! Hopelijk hebben jullie veel plezier beleefd aan het 'meereizen' :D
Dit was ook mijn eerste fotoverslag, en mijn eerste meervoudige reisverslag. Was de indeling in vier delen - één per dag - goed passend, of hebben drie of twee langere delen de voorkeur? Feedback is welkom! :)
waldo79
Berichten: 8481
Lid geworden op: do 13 mar 2008, 14:00
Locatie: 's-Hertogenbosch

Re: Introductie Innotrans #4: De lange weg terug [8f]

Bericht door waldo79 »

Een heel verhaal :D en terugbrengen naar 3 delen zou voor mij te lange lappen tekst opleveren.
Gebruikersavatar
Daniel
OVNL-bestuurslid
Berichten: 40635
Lid geworden op: zo 09 mar 2008, 16:29
Locatie: Amersfoort
Contacteer:

Re: Introductie Innotrans #4: De lange weg terug [8f]

Bericht door Daniel »

Mooi verhaal weer, en gefeliciteerd met je diploma!
Schapekop in de Keistad
Dagelijks Amersfoort - Veenendaal-De Klomp en weer terug...

Mijn foto's: https://www.flickr.com/dbleumink/
Jelle
Berichten: 57
Lid geworden op: wo 07 aug 2019, 12:29
Locatie: Twente

Re: Introductie Innotrans #4: De lange weg terug [8f]

Bericht door Jelle »

Leuke verhalenserie! Ik kan beamen dat Innotrans zeer intens was, ik was er namelijk op de vrijdag. Bijzonder dat jij wel een halfslachtige tassencontrole had, ik kon zo doorlopen. Veel herkenbare foto's, al heb ik dankzij het feit dat wij er maar één dag waren en sommige stands op de vrijdag al vroeg werden afgebouwd of allang weg waren (looking at you Infrabel), lang niet alles dat ik wilde kunnen zien.

Gefeliciteerd met je diploma *O*
Gebruikersavatar
ICE11
Berichten: 3400
Lid geworden op: ma 05 mei 2014, 23:57
Locatie: Aken

Re: Introductie Innotrans #4: De lange weg terug [8f]

Bericht door ICE11 »

Stoppen voor een defecte overweg moet altijd vanwege veiligheidsbestemmingen.

En Mezzomix is een mix uit cola en sinas, in het zuiden van Duitsland ook bekend als "Spezi". ;)
umbusko
Donateur
Berichten: 6005
Lid geworden op: zo 28 okt 2018, 16:45
Locatie: Maastricht/Berlin

Re: Introductie Innotrans #4: De lange weg terug [8f]

Bericht door umbusko »

Mooie verslagenreeks en boeiend geschreven, bleef interessant om te lezen! Ik vond de verdeling goed zo. Iets meer foto's mag, maar haalt misschien ook weer het format wat onderuit. ;)
DDietzen schreef: ma 25 nov 2024, 21:22 Rare jongens, die Maagdeburgse architecten.
Maar dat je Hundertwasser niet herkent, zeg. :o Ik vind die stijl echt onmiskenbaar, maar nu je er eentje gezien hebt, herken je de volgende natuurlijk sneller. :Y

Wel erg balen van de afloop. Een reis afsluiten met ziekte is nooit aangenaam, en al helemaal niet als het dan ook nog covid is. :(
Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 13 gasten