Vergesst nicht: wer Unrecht lange geschehen lässt, bahnt dem nächsten den Weg
Vergeet niet: wie onrecht lang laat voortduren, opent de deur voor het volgende onrecht.
Lille Flandres (Willy Brandt)
Begin mei heb ik met familie een trip ondernomen naar Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In een week zouden we met trein, bus en boot een tochtje maken om het laatste land in het Verenigd Koninkrijk te bezoeken dat ik nog niet eerder bezocht heb: Wales. Ik heb ervoor nog speciaal geoefend op de uitspraak van Llanfairpwlldinges, mocht ik daar terecht komen. Ik zou ik niet zijn als ik niet een vage route zou bedenken door een gebied waar maar sporadisch iets rijdt, zelfs zonder de aanwezigheid van een spoorlijn. Welkom bij weer een nieuwe aflevering van Droomhuis op het platteland, oftewel Escape to the Country, zoals dat SBS6-programma van oorsprong heet.
Ik dacht er nog aan om dit verslag op te delen in twee delen, maar toen ik dat verslag over Zuid-Korea voorbij zag komen met zo'n 180 foto's of zo was ik meteen genezen: deze plemp ik in z'n geheel erin.
De hele route is hier te vinden op Trainlog.
Het gebeuren begint in Rotterdam, waar ik voor het eerst de Eurocity Direct ga nemen. Met Interrail uiteraard, want die losse tickets zijn me te guitig en hier heb je gelukkig geen reservering voor nodig. Welja: dan moet die wel rijden. De trein ervoor en erna vielen uit, maar mijn trein van 08:41 reed gelukkig wel. Het zou jammer zijn als gelijk het hele plan en het ganse humeur richting de verbrandingsoven kon, gelet op het gebrekkige aanbod aan treinen in Frankrijk richting Normandië. Specifiek is mijn bestemming Le Havre en dat maakt dat de kans groot is dat ik twee en een half uur moet wachten op de volgende reisoptie en pas laat in de avond aankom.
Met de SNCF die in een fase is waarin zo een beetje iedere trein die goed loopt onderhevig moet zijn aan een reservatieplicht heb ik geen zin om meer uit te geven dan nodig is, zonder aan noemenswaardig reisgenot in te boeten uiteraard, rijden we op de trage manier langs Tournai en Lille. In Lille staat een dubbele TGV-dubbeldekker klaar voor een rit naar Parijs. Voor 10 euro reservering was dit nog wel een schappelijke optie. In het weekend zou je met de tweemaal daagse TER kunnen rijden naar Parijs, om daarna naar het noorden te togen, maar je kunt ook met de paar 'directe' opties vanuit Lille in Rouen kunnen raken, met of zonder overstap in Amiens, maar dan moet je de familie overhalen om de hele dag in stoptreinen te zitten met lange overstappen en geen TGV te nemen. Dat is een ander verhaal.
De rit in de TGV is rustig, buiten is het sterk bewolkt, we halen onderweg nooit 300 km/u. Jammer. In het benedendek zitten, helemaal aan het uiteinde, voelt toch alsof je gepropt zit in een hoek van een ruimte waarvan het plafond net te laat is voor je gemoedsrust als gemiddelde Nederlander.
1. Paris Nord bereiken we alvast op tijd. De bewolking heeft voorlopig plaatsgemaakt voor zonneschijn. De jas kan uit!
In principe is het aanbod richting het noorden vanuit Paris Saint-Lazare er wel, maar het grootste deel is Nomad en die treinen vereisen een reservering. Er zijn wel losse TER's die daar vertrekken waar je precies geen reservering voor nodig hebt en op zo eentje mikken we vandaag.
2. Tussen de aankomst van de TGV en het vertrek van de obscure TER die geen reservering vereist zit een paar uur, dus gaan we maar een klein hapje eten om moed te tanken voor de lange tocht naar de OV-nachtmerrie die Normandië heet. Het ziet er wellicht ranzig uit, maar deze uiensoep was wel erg lekker.
3. Eenmaal in Saint-Lazare kun je natuurlijk met Interrail alleen niet binnen. De poortjes hebben geen QR-lezer en er is geen andere manier om binnen te komen dan via de blauwe zone, waar je aan de dienst- en nooduitgangpoorten mag gaan uitleggen wat voor ticket je hebt en wat je precies wilt. On ne besoin pas aucune reservation pour ce train is alvast voldoende om de poort open te krijgen en zo komen we op tijd bij de trein die in tegenstelling tot de Nomad ietsje vaker stopt.
Welja. De trein zonder reservering rijdt minder vaak en doet er ook wat langer over. Er kwam een storm op ons af met hagel en dat legde de stroomvoorziening in Parijs plat, waardoor we ongeveer een uur vertraging opliepen. Dan moesten we nog een keer overstappen naar Le Havre, waar het verblijf is, maar gelukkig was er nog een losse trein later naar Le Havre die we konden nemen. Tijdens het wachten is er nog tijd om even de kelder uit te klimmen en zo'n typisch Franse expresso te nemen, zo'n klein bekertje gif zonder liefde of ziel, maar wel met die hatelijk andere schrijfwijze.
4. De volgende dag reisden we op een Pass Normandie Découverte: in het weekend voor 20 euro met twee personen onbeperkt met de trein en de 'car Nomad' (streekbus) onderweg. Vanuit Le Havre gingen we eerst naar Rouen. Ik ben eerder in die stad geweest en ik wilde er graag nog eens komen om er even te gaan struinen.
De geplande route was om vanuit Rouen naar Caen toe te gaan, om vervolgens per bus naar Cabourg te gaan, per trein naar Trouville en daarna per bus via Honfleur uit te komen in Le Havre.
De trein naar Caen was goed beklant. Ergens niet verwonderlijk met zo weinig treinen op een dag, maar ergens ook weer wel, want ja... er rijdt vrij weinig op zo'n weekenddag.
5, 6. In Caen rijdt een tram, al dan niet met totaalbestickering. Niet al te lang geleden was dat er zo een met banden en een geleiderail. Daar waren ze na een tijdje toch niet zo tevreden over en dus hebben ze daar maar een 'gewone' tram van gemaakt.
7. In Caen heb je een kasteel en dat terrein was vrij toegankelijk en begaanbaar. Dat kon ik wel smaken en dus bleef ik eigenlijk langer in Caen dan ik voorzien had, met het oog op de planning. De voorziene bus naar Cabourg liet ik ook maar lopen. Ik had geen zin om daarvoor te gaan haasten.
8. Een Citaro voor de liefhebber.
Met de bus naar Cabourg al ruimschoots vertrokken, moest ik op zoek naar een alternatief en die leek ik gevonden te hebben: als ik de trein zou nemen tot aan Lisieux, zou ik een minuut hebben om over te stappen op een bus naar Honfleur, die op dat moment nog reed, maar wat we niet wisten, en wat de planner ook niet aangaf, was dat er werkzaamheden rondom het stationsgebied waren, waardoor bus 123 überhaupt het station niet meer aandeed, terwijl de stadbus wel gewoon het station bleef aandoen. Er stond ter plekke ook niets over geafficheerd en ik ontdekte dit feit pas toen ik begon te zoeken naar een storingenpagina op de Nomad-site. Na lang zoeken vond ik dan de reden waarom bus 123 maar niet kwam. Stelletje tyfuslijers. Ongeveer al het andere leuke van de dag de prullenbak in en zo konden we weer dezelfde route - via Rouen - per trein terug naar Le Havre. Als er iets is waar ik een hekel aan heb, is het wel dezelfde route terug rijden.
9. Lisieux, met een stadsbus, maar geen streekbus. Opvallend genoeg hing er aan de abri ook geen dienstregeling van bus 123 (meer?), maar wel nog het lijnnummer. Het is alsof ze geen donder geven om het OV hier. Hier hebben we de stadsbus van Lisieux, die hier dus wel komt.
10. Zo konden we een uur wachten op de volgende trein naar Rouen. Hier komt een heel lange trein aan met bestemming Parijs en ik denk dat die lengte gerechtvaardigd is.
11. Station Le Havre is als een schuur.
12. Een kleurenspel in de stationshal van Le Havre. Ik besloot na het onzingebeuren van een paar uur terug eens naar het Nomad-loket te gaan om eens verhaal te gaan halen, maar: 'wij zijn van de trein, niet van de bus'. Het heet allemaal Nomad, maar het is allemaal wat anders. Krijg lekker de vinkentering.
13. Een dag later regent het, maar toch gaan we, terwijl we het vertrek van een specifieke stadsbus afwachten, het treurige stationsgebied een klein beetje verder verkennen. Het stationsgebied waar ik twee avonden op rij dezelfde mensen in dezelfde auto heb zien liggen foefelen. Hier hebben we een stadsbus en de dodehoeksticker accentueert hier wel mooi op dat wit.
14. Om de bus te bereiken nemen we de tram, en ja, ook Le Havre heeft een tram. Het is alsof iedere grote stad in Normandië een tram heeft, maar schijn bedriegt natuurlijk. Deze tram heeft ons naar Grand Hameaux gebracht, het eindpunt van lijn A. Hier is het een klein stukje stappen naar het beginpunt van lijn 13 met bestemming Étretat.
15. Die lijnfilmen zijn iedere keer weer een ramp, maar ja, wat wil je met een telefoon? Enfin: met deze rakker gaan we naar één van de trekpleisters van de regio. We reizen op een enkele rit van LiA, waardoor we de tram kunnen combineren met de bus.
16. Enkele rotondes zijn voorzien van beelden zoals dit hier: een wit paard en een kerel die... stenen aan het rapen is? Het zal wel iets anders voorstellen. Aardappelen of zo.
17. We stappen af aan de halte Le Grandval, de busparkeerplaats van het oord. Touringcars en stadsbussen staan hier door elkaar heen. Deze bus van lijn 21 is de tweede stadsbus die dit oord aandoet en deze lijn hier rijdt wel direct door naar Le Havre, maar over een andere route.
18 - 20. Impressies van Étretat met zijn bekende rotspartijen.
Het plan na Étretat is om per streekbus (car Nomad) naar Fécamp te rijden en van daaruit per trein terug naar Le Havre te gaan, maar we krijgen een déjàvuutje voorgeschoteld van 'Lisieux': we ontdekken aan de bushalte dat er werkzaamheden zijn (goh!) en dat de bus in kwestie omgeleid wordt, maar ditmaal staat wel aangegeven waar de vervangende halte is, namelijk in het centrum ter hoogte van het postkantoor. Ik vraag nog aan een buschauffeur, waar moeten we nu eigenlijk gaan staan? Komt die dan niet hier op Le Grandval, waar we nu staan? Die stadsbussen komen hier al langs (waar heb ik dat eerder gezien), de doorgang richting het noorden in het centrum is vrij. "Neu, je kan beter naar dat postkantoor lopen, want de ene keer komt 'ie hier wel, de andere keer niet, ik weet het niet". We gaan daar braaf staan bij die plek en we treffen daar een paar andere mensen die ook op de bus aan het wachten zijn. Aan die plek staat een geïmproviseerde paal met bestickering die overeenkomt met onze bestemming, zij het zonder dienstregeling. Terwijl ik me afvraag hoe die bus in godsnaam daar langs moet komen zien we op een kruispunt in de verte die bus komen vanuit de richting Le Grandval, en hij buigt af naar rechts, van ons af. Incompetente draken die het zijn. Ik trek nog een sprintje naar die bus toe, maar de afstand is te groot en de bus is al weg voordat ik überhaupt het kruispunt overgestoken ben. Voor welke reden dan ook stonden op de plek waar de bus wèl halteerde wel degelijk mensen en dat zullen dan wel weer locals zijn geweest die deze onzin beter kennen dan die klotetoeristen die hier nooit geweest zijn. Nou ja. We kunnen weer een uur wachten en erna kunnen we met een volle blaas en frustratie met stadsbus 21 mee terug naar Le Havre. Het is je gemiddelde Normandië-ervaring zeker?
21. Je kunt natuurlijk na twee keer genaaid te zijn geweest die de Nomadentranen de moed opgeven en de bus niet meer nemen uit cynisme, maar nee, we proberen het gewoon nog een keer: vanuit Le Havre gaan we dan maar met de Caen-express 122 richting Honfleur, bij gebrek aan andere ideeën. Die bus rijdt gelukkig wel zoals voorzien en we kunnen die zowaar nemen. Met kaart betalen is zelfs óók een optie.
22. Tussen Le Havre en Honfleur rijden we twee hoge bruggen op, om de Seine over te steken. Het is net alsof we in een trage achtbaan zitten die de hele tijd op de motor aan het remmen is.
23, 24. Het is etenstijd in Honfleur en na een pan mosselen gebikt te hebben is er tijd genoeg om het favoriete vakantieoord van menig Fransman/Française te gaan doorstruinen. De president is hier ook wel eens een paar keer gespot geweest.
25, 26. Het busstationnetje van Honfleur. Er is bij dat busstation een hok open met daarin een loket waar je echte tickets (niet van die bonnetjes) van tevoren kunt kopen voor de bus.
27 - 30. Terug in Le Havre lopen we nog wat rond in het centrum, met beter weer dan vanochtend. Ik vind het ergens wel wat hebben. We zijn ook langs het stadhuis geweest en aan het 'strand' geweest, maar gek genoeg heb ik daar geen foto's van. Het is in elk geval vergelijkbaar met de rest van de stad: modernisme, systeembouw, beton.
31. Tijd om naar Engeland te varen. Brittany Ferries biedt een overtocht naar Portsmouth, maar het viel me de weken ervoor op dat er relatief veel overtochten uitvielen. Alle overtochten die met een bepaald schip zouden worden gedaan, de Cotentin, werden opgeheven omdat er iets met dat schip zou zijn of zo. Bij mijn overtocht was dat het geval, maar we werden voor dezelfde dag omgeboekt naar een ander schip: de Commodore Clipper. Brittany Ferries heeft dit schip sinds dit jaar verworven, waarschijnlijk om de Cotentin last-minute te vervangen en er is nog geen moeite gedaan om het logo van de vorige rederij te vervangen.
32. In het havengebouw is de vloer voorzien van een satellietfoto van Frankrijk in de loop van de Seine, van het Kanaal tot aan Parijs. Grappig detail vind ik dat als je naar de douanefaciliteiten loopt, je al effectief zo het Kanaal 'oversteekt'.
Welja, omdat we reizen begin mei, hebben we een ETA nodig. De app downloaden was niet nodig, het was voldoende om wat langer in de virtuele wachtrij te wachten en alles in de webomgeving in te vullen. Op dat moment had een ETA nog een introductieprijs van 10 pond, maar vandaag de dag is de prijs alweer 16 pond. Het ding is twee jaar geldig, dus als ik nog eens naar Schotland zou willen of zo, om maar wat te noemen, kan ik daar gewoon weer mee het land inreizen.
We vertrekken met wat vertraging omdat het busje waar wij in zaten maar niet vertrok, aangezien een reiziger opgehouden werd bij de Franse Grenspolitie. Na vertrek kwamen we de ziel weer tegen, raakten we aan de praat en zo ontdekten we dat de man in kwestie uit de Falkland Eilanden kwam. Hij had moeilijkheden bij de Franse Grenspolitie omdat zijn paspoort de code GBD heeft in plaats van het voor Europa gebruikelijke GBR. GBD is de code die gehanteerd wordt voor burgers van British Overseas Territories en hoewel die mensen volwaardige Britse staatsburgers zijn met daarbij horende rechten om te wonen en te werken op de Britse eilanden, waren deze mensen nooit burger van de Europese Unie en mochten zij ook niet vrij reizen in de EU. Misschien deed de politie wel moeilijk omdat ze zoiets nooit hadden gezien, vooral met het oogpunt op Brexit.
33. In de avond was het flink aan het stormen. We zijn stom geweest om bier te drinken aan boord en jawel, na een tijdje moesten wij allemaal het toilet met een bezoekje vereren. Ik heb geen zeebenen, maar de grap is dat ik een paar weken later weer een overtocht zou gaan maken en dan zou het langer gaan worden dan een nachtje. Oef, hoe zou ik dan drie dagen op zee gaan uithouden? Enfin: zeeziek en wel bereiken we Portsmouth.
34. In Portsmouth zouden we eigenlijk met de hovercraft naar Isle of Wight gaan, maar omdat we allebei zo ziek waren hebben we daar maar van af gezien. In plaats daarvan gaan we maar wat rondlopen in de stad, die er overigens vervuild en verpauperd bij lag. Enkele stadsbussen waren elektrisch.
35. In Portsmouth heb je een maritiem museum. Om het terrein op te komen heb je op zich geen kaartje nodig, maar je moet wel even je bagage laten controleren. Om de boten op te komen of de exposities/musea heb je wel een ticket nodig.
36. We vervolgen onze weg naar Southampton. Hier zouden we hoe dan ook naartoe moeten gaan, omdat we oorspronkelijk een veerboot voorzien hadden van Wight naar Southampton, maar per trein vanuit Portsmouth gaat het evengoed.
37. Een trein valt uit, maar met een andere overstap raken we alsnog in Southampton. Ik reis deze keer op een los ticket, omdat ik voor dit enkele ritje een reisdag niet waard vond.
38. De volgende dag gaan we richting Wales, met een tussenstop in Bristol. We hebben dit GWR-joekel genomen met krappe, scheve stoelen, maar de rit was te overleven. De overkapping wordt verbouwd en hier is geopteerd voor een bijzondere steigerconstructie om de boel bij elkaar te houden.
39. Ik krijg hier Railtime-vibes van.
40, 41. Bristol ziet er uit als een stad die verkend mag worden en als eerste nemen we deze m2, een dubbeldeksbus die een rondje om de stad heen rijdt en naar een buitenwijk kart. Het bijzondere aan deze bus is dat deze geleidewieltjes heeft, zoals een paar bussen in Essen (NRW) die ook hebben.
42, 43. Het ziet er wat kneuterig uit, om nu geleidewieltjes te bouwen op een bus voor een enkele bus en zo'n enkele busbaan, maar ja, zo'n curiosum blijft een curiosum...
44. Bristol heeft een brug die ontworpen is door Isambard Kingdom Brunel en die bruggen zijn bijzonder. Ik heb zo'n brug al een keer eerder gezien: de Royal Albert Bridge in Plymouth.
45. Een dubbeldeks-Yutong. Zouden die ook stoelverwarming hebben?
46. Vlak buiten het centrum van Bristol is het geloof ik wel goed toeven.
47. Specifiek: in het gebied waar de veerboot komt. We staan op de aanlegsteiger van Mardyke en we gaan deze veerboot nemen naar het centrum.
48. Vanaf de veerboot hebben we uitzicht op een aantal schepen, waaronder deze SS Great Britain.
49. Zo'n boot toert toch net wat fijner dan een bus.
50. Aan de City Centre stappen we af en gaan we op zoek naar eten. Er was een marktje aanwezig en zo konden we een bakje paëlla halen.
51. Het weer was goed en menig inwoner besloot om het Castle Park (op de achtergrond zichtbaar) op te zoeken om te gaan recreëren. Bristol kwam voor mij wel over als een prima stad voor een bezoekje. Prima sfeer, prima uitstraling.
52. Om dan nog te zwijgen over het treinstation. Van buiten ziet dat er toch magistraal uit! Het is dat je voor ieder station aan het personeel moet vragen om de poortjes open te doen omdat je op een Interrail-pass rijdt, maar toch...
53. We vervolgen onze tocht naar Cardiff, de hoofdstad van Wales. We zien een DB-loc voorbij komen. Bitte?
54. Kijk nou eens, een nieuw ding, een Stadler-geval van Transport for Wales. Da's eens wat anders dan die oude tweebaksdiesels die je hier ook hebt rondrijden op de voorstadsdiensten...
55. ...precies deze. We hebben er zo een genomen tot aan Queen Street.
56. We zijn echt in Wales, zeker? De kat heeft over het toetsenbord gelopen en voilà je hebt een taal. In dat opzicht is dit nog niet zo 'erg' als Gaelic maar evengoed onbegrijpelijk zonder enige kennis.
57. We hebben tijd om het centrum van Cardiff een beetje te verkennen. We komen het grote kasteel daar tegen met de Welshe draak...
58. ...en Paddington. Ik miste het beest al in Londen Paddington, maar nu tref ik 'm hier aan in Wales.
59. Een stadsbus in Cardiff, wederom voor de Citaro-liefhebber.
60. BYD is daar intussen ook te vinden.
61. Na een overnachting in Cardiff gaat het richting het noorden. Ik heb gevonden dat enkele ritten op de verbinding Cardiff-Manchester worden uitgevoerd door Intercity 225-materieel en zo'n rit wilde ik precies nemen...
62. Prima reizen zo. Ja, ik reisde op een tweede klas pas, omdat dat ik dat elders het niet waard vond, dus dat eten aan boord heb ik allemaal niet meegekregen.
63. Hier staat Manchester. Eigenlijk schrijf je dat 'normaliter' in het Welsh als Manceinion, maar de grammatica gebiedt dat in sommige gevallen de eerste M een F wordt... ja, daar ga ik mij dus niet aan wagen.
64. Heuvels, schapen.
65. De ene keer zijn de achterste rijtuigen afgesloten wegens een te kort perron en de andere keer is het voorste rijtuig afgesloten wegens een te kort perron. Consistent is dit niet.
66. We stappen uit in Shrewsbury en kijk nou, daar hebben we DB weer.
67. CAF is ook van de partij in Groot-Brittannië. In Wales vind je er een aantal, maar ook hier heeft West Midlands Railway van deze rakkers in dienst.
68. Het stationsgebouw van Shrewsbury.
69. Dát is nog eens een nugget van een stadsbus.
70, 71. Shrewsbury, de geboorteplaats van Charles Darwin, is een ooglijk oord, met her en der wat vakwerkhuizen...
72. We zijn niet meer in Wales, maar desondanks vinden we nog steeds draken...
73. Dat gebouw staat een beetje scheef, niet?
74. We vervolgen de tocht richting Manchester met... jawel, wederom Intercity 225. Dit keer in de zwarte uitvoering.
75. We passeren onderweg een Pacer die geparkeerd staat bij een soort van spoorwegmuseum bij Crewe.
76. Daar staat ook dit rare geval, in de oorspronkelijke Intercity-livrei... een APT staat daar ook ergens.
77. Manchester Piccadilly. We blijven hier niet lang, we gaan verder richting Liverpool en daarvoor moeten we naar één van de twee doorgaande sporen, buiten de overkapping, waar het altijd druk is en altijd chaos.
78. Ik ben wel eens eerder in het Manhattan aan de Mersey geweest en wat dat betreft is Liverpool geen onbekende voor me, maar ik blijf het toch een stad met een bijzondere uitstraling vinden. Niet zo'n excessieve hoogbouw en brede blokstructuur als in New York of zo, maar toch...
79. Even deze vier kerels hello goodbye zeggen.
80. Vanaf het station van James Street, waarvan maar één ingang open leek te zijn, nemen we een MerseyRail-trein naar Chester. Hier moest ik toch wel even uitleggen aan de poortjes dat Interrail hier gewoon geldig op is.
81. Na een lang ritje in deze nieuwe 'metro' zijn we dan aangekomen in Chester, waar op dat moment een heritage-trein stond, klaar voor vertrek.
82. Je kunt gratis stoelen reserveren via GWR, maar in de praktijk hebben we daar geen reet aan gehad. In geen enkele trein werkten die reserveringen en voor de rest was het 'sit wherever you like'. Nou ja. We hebben kunnen zitten in deze Avanti-Azuma en kunnen zien dat de Paus uitgekozen was. We verlaten de trein in Llandudno Junction.
83. Het laatste stukje tot aan Llandudno geschiedt met deze CAF-trein van wederom TfW.
84. Zou het kunnen dat hier vroeger veel meer treinen kwamen dan nu?
85. Llandudno is zo'n kustplaats in Wales dat zijn hoogtijdagen al lang en breed achter zich heeft. Het voelt een beetje triestig bijna, met een economie die probeert zijn kop boven water te houden, maar desondanks is de ligging wel mooi.
86. Op deze dag wordt het 80e jubileum van VE-Day en VJ-Day gevierd, de overwinning op de nazi's en op de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar is een hele ceremonie voor opgezet hier, met de burgemeester en nog wat andere hoogwaardigheidsbekleders.
87. Met een orkest, zang en een heus herdenkingsvuur nog wel.
88. Na afloop gingen we nog even naar de pier toe, waar het meeste intussen al dicht was. Het reuzenrad was wel nog in bedrijf, maar er zat niemand in.
89. In het hotel hebben we een lift die hoopt dat we van onze rit naar boven genieten.
90. De ochtend erop was alles wat deed herinneren aan de herdenkingsceremonie al verdwenen. Alleen het woord 'herinneren' in het Welsh stond nog op het podium geplakt, samen met de zillion klaprozen.
91. Llandudno staat bekend om zijn tram: de Great Orme Tramway. De pinterminal had geen zin vandaag, dus werd het of contant betalen, of aan de top aftikken.
92. Dit geeft wel een idee hoe steil de klim is die de tram moet maken hier.
93. Maar pas op! Schapen!
94. Onderweg moeten we een keer overstappen op het Halfway Station, waar de treinen op een wat andere manier de heuvel op wordt getrokken.
95. Daar zijn de schapen...
96. Vanaf het Summit Station kun je eventueel ook met de bus naar beneden (of met de bus naar boven, dat kan ook natuurlijk). Ieder uur heb je zo'n Optare rijden.
97, 98. Een flink uitzicht op de wijde omgeving...
99. O ja, als de tram en de bus nog. niet genoeg was: er is ook een kabelbaan, maar die is een stuk minder populair, merkten we...
100. Dat zijn geen schapen meer. Dat zijn bokken!
101. Weer onderweg naar beneden komen we de bus weer tegen.
102. Onderweg kruisen!
103. Ik vermoed dat tijdens een zeker jaar een breiwoede is uitgebarsten.
104. Terug beneden gaan we even bij daglicht de pier op.
105. Komaan, dit ziet er toch best aantrekkelijk uit zo wel, ware het niet dat je hier niet fijn kunt zwemmen; het is geen zandstrand of zo. Je kunt hier wel zwemmen, maar da's bijna twee kilometer verderop.
106. We verlaten Llandudno weer, per bus. Vandaag is de eerste dag van twee dagen dat we gebruik maken van het busdagkaart voor Noord-Wales: '1 Bws' (de w spreek je uit als een doffe o, zodat je effectief gewoon 'bus' zegt). Voor 7 pond kun je zo een best netwerk afstruinen in deze regio. Onze reisopties in Llandudno zijn niet heel breed, maar zolang we in Bangor kunnen raken is dat al héél wat, gezien onze Franse faalescapades. We krijgen hier nog een veeg na: de eerste bus die we willen nemen is nooit komen opdagen en reizigers beginnen zich al te verontschuldigen... aan ONS.
107. Britse bussen in een nog oude Arriva-stijl...
108. Met het 1 Bws ticket kun je met bijna iedere bus in Noord-Wales reizen, dus ook met Arriva, TrawsCymru... Wij nemen een obscure buurtbus van O R Jones, met zo'n chauffeur die zijn werk ongeveer beu is, in een afgetrapt klein wit busje. We doen ermee een rondje door het oord dat ik in het begin al eens aangehaald heb: Llanfairpwll-etc.
109. Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. Ik kan dat intussen redelijk vloeiend uitspreken, of, nou ja, wat ervoor moet doorgaan.
110. Het stationnetje is echt klein, met korte perronnetjes en je moet maar hopen dat er iets stopt. Als ik op dat moment de trein wilde nemen, mocht ik in elk geval twee uur wachten. De dienstregeling zuigt mild apenballen. We kunnen weer de bus nemen, die overigens ook slechts eens per twee uur rijdt.
111. Wie herinnert zich de tijd dat er bij ons in Nederland nog Optares rondreden?
112. Het is warm en we proberen het oord met de lange naam te ontkomen, om ergens midden op een provinciale weg over te stappen voor een andere bus naar Caernarfon. Ik vind dat die bussen hier zo klein zijn, zo krap... alleen maar een groot paar deuren voorin, niks achterin... ik vind het niet echt heel fijn ergens.
113. Goh. Mijn volgende bestemming van een paar weken later heb ik nu al bereikt.
114., 115 Caernarfon is een alleraardigst oord met een groot kasteel, met stadsmuren en alles. Heel mooi. De dag erna zou een enorm voedselfestival zijn waar tienduizenden mensen op af zouden komen. Chaos! Gelukkig zijn we tegen die tijd dan al verdwenen.
116. De volgende dag deel twee van het 1 Bws-avontuur: met deze witte bus naar Pen y Pass. Het is een bus van Sherpa'r Wyddfa en die buslijnen - die beginnen met de letter S - doen veelal routes in de countryside, in het bergachtige gebied hier.
117. We rijden met deze bus door het oord Llanberis, waar je twee bergspoorwegen hebt. We hebben besloten die niet te doen, gezien de dienstregeling van de treinen op het hoofdnet hier, die ongeveer eens per vier uur rijden en dat zou betekenen dat we tegen middernacht bij het verblijf zouden aankomen. Hier een beeld van het meer waar Llanberis aan ligt, met de sporen van de industrie die hier is.
118. Ja, we rijden met deze bus een bergpas op.
119. Sommige bussen hebben een wat interessantere kleurstelling, sommigen zijn zelfs dubbeldekkers en die zijn ook nodig hier! Het weer is perfect en dat trekt héél véél wandelaars.
120. Een mens kan hier prima wandelen. Mobiel bereik heb je hier relatief weinig.
121. De bushalte van Pen y Pass staat ter hoogte van het jeugdherberg (YHA), alhoewel dat er verlaten uit zag. Het schijnt nog wel open te zijn.
122. We zetten de avontuurlijke route voort: we volgen de loop van het stroompje Afon Glaslyn, onderweg richting Beddgelert.
123. Natur pur.
124, 125. Hoogst pittoresk.
126. In Beddgelert heb je een treinstationnetje van zo'n bergspoorweg, zoals je die overigens heel veel in Wales nog hebt. We dachten er nog aan om hier wel op een stoomtreintje te stappen, maar het treintje kwam maar niet en we hebben uiteindelijk maar besloten om maar weer de bus te nemen.
127. Maar! Eenmaal in de bus, wat komen we daar tegemoet? De trein. We kunnen de trein nog goed bijbenen ook.
128. Eindbestemming van het bus-avontuur: Porthmadog. Deze bus heeft tenminste wel een interessante bestickering.
129. Porthmadog is tevens het eindpunt van dat stoomtreintje, dat niet lang na onze aankomst ook hier zou aankomen.
130. We gaan Wales verlaten met dit joekel van TfW, voor de rit van meer dan vier uur naar Birmingham.
131. Birmingham heeft een stier. Misschien een soort weerspiegeling van de zuipdrang van de bevolking hier.
132. Ons hotel is hoog in een toren, maar nog nét aan met spoorzicht!
133. Een tram!
134. Het oude havendeel, met op de achtergrond nieuwere bouw...
135. Dat treinstation waar we uitstapten, New Street, is toch... een bijzondere verschijning, zo. Binnen het station is het opgedeeld in gekleurde zones voor specifieke perrons.
136, 137. Als je even negeert dat de stad zijn rauwe kanten heeft, en je in het oude stadscentrum wandelt, krijg je toch een idee een prima bestemming gevonden te hebben. Zou je niet verwachten. Moet wel benadrukt: een oord als Slough blijft gewoon Slough, het maakt niet uit hoe en waar je er bent en dat gaat dit niet evenaren.
138. We blijven slechts in Birmingham om er te overnachten en we gaan de dag erop meteen naar Londen toe.
139. Met Interrail kun je gewoon Thameslink en Overground gebruiken, ook al heeft het stationspersoneel er soms grote twijfel bij, of hebben ze er nog nooit van gehoord. Ik heb standaard wat pagina's open staan over Interrail met wat linkjes erin en wat niet om hun weerzin te helpen verdrukken.
140. Niet bijster druk vandaag.
141. Eindelijk, eerste keer deze tocht: ale.
142 - 144. Daar we Londen al een paar keer gezien hebben besluiten we maar om de botanische tuinen + het bijbehorende park van Kew Gardens te gaan bezoeken. Daar vermaken we ons wel voor een aantal uur.
145. Het station Kew Gardens is een beetje bijzonder: hier stoppen zowel treinen van London Overground als metro's van London Underground. Met Overground mogen we mee met Interrail en dat mogen we het personeel ook nog een keer gaan uitleggen.
146. De volgende dag gaan we weer op huis aan. Het is mijn eerste keer inchecken voor Eurostar in Londen. Op zich ging het wel redelijk vlot. Geen gedoe, zolang je de procedure maar goed volgt, bril af doet, op de goede plek staat etc.
De impressie van Wales is interessant. Qua OV moet je mazzel hebben als je ter plekke gaat plannen omdat er maar iets moet rijden op dat moment, maar als je er iets uit weet te krijgen heb je wel iets moois als je de heuvelachtige, bergachtige landschappen weet te vinden. Ik heb gelukkig het Welsh overleefd en een paar weken later zou ik de volgende onmogelijke, onverstaanbare taal tegenkomen, maar dat komt nog. Voorts blijft Frankrijk gewoon Frankrijk.
Een latere post waarin ik in een kleine week een rondje Frankrijk, Zwitserland en Italië deed, dat eigenlijk vóór deze tocht hier plaatsvond, is hier te vinden.