Een goed begin is, uhh...
Na een iets te kort nachtje (het vierde op rij) ben ik op tijd wakker voor de 1628 richting Schiphol, voor de reis naar Ypenburg, waar ik voor de zomer mijn fiets had geparkeerd i.v.m. alle werkzaamheden rond Delft. Ik zie meteen dat de voorliggende 242 door Duitsland is uitgespuugd met een slordige 20 minuten vertraging en zo zowat bovenop de 1628 komt te rijden. Normaal zou ik dan de trein nemen die als tweede komt voorrijden, omdat de eerste alle drukte wegvangt, maar de overstap in Amersfoort is de beruchte 2 minuten dus dat kan ik me niet veroorloven. Niet veel later strandt de 1628 vlak na vertrek uit Enschede, krijgt eerst zelf +20 en wordt dan opgeheven, dus de vertraagde Duitse trein it is.
Hop op de fiets en richting station, waarbij ik eraan denk om mijn losse fietstas mee te nemen, want mijn Ypenburgse fiets heeft geen fietstassen. Na een vlotte fietstocht ben ik netjes op tijd op het station, leg ik mijn fiets aan de ketting en vat ik post op het perron. Voor vertrek spraken DB en Bahn.expert elkaar tegen over de rijtuigvolgorde: eerste of tweede klas voorop? Ik vat post midden op het perron voor de beste kansen. De IC jakkert tyfonerend met ongenadige snelheid binnen, en even vrees ik dat ‘ie weer onaangekondigd Apeldoorn gaat overslaan – dat is me al eerder overkomen namelijk – maar gelukkig gebeurt dat niet. Ik zie dat de tweede klas voorop rijdt, draaf om de meute heen naar voren, plof neer in een rustig hoekje van het voorste rijtuig, en realiseer me dan…
SHIT, m’n fietssleutel zit nog in m’n fiets!

Enkele seconden na die ontdekking klinkt de deursluitfluit al, dus ik kan niet meer uitstappen. In Amersfoort terugreizen naar Apeldoorn om de sleutel er alsnog uit te vissen, zal ‘m ook niet worden, want dan houd ik geen speling meer over om op tijd in Delft te komen. Ik app mijn vader of hij de sleutel eruit wil gaan halen om een ‘gijzeling’ te voorkomen, en bedenk me dan… SHIT, mijn Ypenburgse fietssleutel zit ook aan die sleutelbos! Die fiets zal dus ook geen kant op gaan vandaag. Zeul ik voor niets die logge onhandige fietstas mee...
I'm going to the wild, wild West
Na vertrek uit Apeldoorn komt een omroep “Het is vandaag heel erg gezellig in de trein, u bent verplicht om uw tassen boven of onder uw stoel te leggen” etc. etc. De conducteur zou mensen beter kunnen aansporen om zich meer over de trein te verspreiden, want voorin waar ik zit heeft elke reiziger zo’n vier stoeltjes voor zichzelf. (Of DB zou eens kunnen zorgen dat niet alle eersteklasrijtuigen bij elkaar zitten waardoor aan die kant van de trein de grote massa zich ophoopt in het dichtstbijzijnde tweedeklasrijtuig. Wat is er mis met één eersteklasrijtuig aan de voorkant en één aan de achterkant? Met een zo symmetrisch mogelijke treinsamenstelling scheelt het ook nog eens gedoe bij omgekeerde rijtuigvolgorde

De IC haalt maar geen vertraging in en komt vlak voor Amersfoort nog eens stil te staan op de fly-over. In de app zie ik de aansluitende IC naar Den Haag op snelheid komen. Voor de zoveelste keer dus een gefaalde cross-platformaansluiting te Amersfoort, waarom probeer ik het nog eigenlijk? Was het ook alweer Einstein die zei dat de definitie van zotheid is om telkens hetzelfde te doen maar een ander resultaat te verwachten? Enfin, de volgende IC naar Rotterdam is een schamele vier bakken, en die naar Den Haag van over een halfuur “zeer druk” met nu al +7. Daar heb ik allebei geen trek in, dus blijf ik mooi zitten – kan ik gelijk m’n telefoon blijven opladen in de Duitse rijtuigen – en ga ik het ‘over Leiden’ proberen.
Na een paar korte vriendelijke woordenwisselingen in het Duits met een bejaarde vrouw op leeftijd (pleonasme of tautologie, Gie?), wanneer ze haar rinkelende telefoon niet stil krijgt en wanneer in Amersfoort een omroep over zakkenrollers volgt, hoor ik haar nabij Baarn ineens in vloeiend Nederlands met een andere reiziger praten. Ik merk op dat ik niet doorhad dat zij Nederlands sprak, zij merkt op dat ze dacht dat ik Duits was en me daarom in het Duits had aangesproken

Randstedelijk geneuzel
Vanaf Amsterdam Centraal naar Delft stuurt de planner mij per metro naar Zuid om daar de 3730 naar Delft te pakken, maar die metro ga ik sowieso niet halen. Ik vraag me af waarom ik geen advies per trein van Centraal naar Schiphol krijg, en wat blijkt, het gat van 22 minuten komt doordat de IC Brussel uit de planner is gehaald voor reizen tot Rotterdam. Ik ben niet voor één gat te vangen, dus ik mik op die 9228 van 10:25. Helaas stokt onze voortgang bij Muiderpoort en komen we uiteindelijk om 10:22 langs het perron van Amsterdam Centraal. Tot overmaat van ramp zijn we gespoorwijzigd naar 10a, en ik zit nog steeds helemaal voorin, dus kom ik puntje perron uit (met pesterig pontificaal zicht op de ICd die ik moet hebben) en moet ik honderden meters terugrennen naar de eerstvolgende trap. Ik worstel me door de meute uitstappers heen en kom boven op 13a, waar ik net de deuren van de Beneluxtrein zie sluiten. Grmbl!
Dan maar de 2230 via Haarlem richting Vlissingen, om 10:35 van spoor 2a. Dat spoor is nu moeilijk te bereiken door de werkzaamheden aan de Westtunnel, dus moet ik een flink eind omlopen, trap op en af en weer op – mét dus een zware aktetas in een logge fietstas in de hand. Wanneer ik boven water kom op 2a, komt de VIRM-6 net voorrijden vanaf de oostzijde. Voorin is natuurlijk ruim voldoende plek omdat alle perrontoegangen aan de achterkant zitten, maar in Sloterdijk wordt het al drukker en in Leiden worden de vrije plekken in mijn vierzitter geclaimd. Deze rit verloopt verder voorspoedig en zo kom ik een uur later aan op Delft, voor het allereerst op het nieuwe perron! De mierneuker in mij klaagt dat ter verduidelijking van de nieuwe situatie in de traverse een aanduiding “spoor 1-2: Den Haag Centraal” is geplakt, terwijl de helft van de treinen op dat perron niet eens naar Centraal gaat; “Den Haag” had toch volstaan?
Tien minuutjes wachten op de bus is geen straf met het aangename zonnige weer, gebroederlijk naast de pauzerende buschauffeur met z’n mandarijntje maak ik mijn boterhammen soldaat. Het ontschepen bij campus gaat wat moeilijk omdat vier jongens de nieuwe felgele stickers met tweetalig in koeienletters “DRUK OP STOPKNOP OM DEUR TE OPENEN” collectief over het hoofd zien

Waar deden we het ook alweer voor?
Een uurtje nagelbijten later komt het verlossende woord en blijkt mijn slechte voorgevoel ongegrond: groen licht, ik mag over een maand eindelijk afstuderen!!!



Naar goed Delfts gebruik is bus 69 richting station te laat en bus 174 veel te vroeg, dus komen ze op hetzelfde moment voorrijden langs de campus. De 455 kruipt vervolgens voor dus wordt het niet al te druk in mijn 69 en rijden we met drie bussen in polonaise naar het station. Daar ben ik netjes op tijd voor de 1148 naar het Haagse, voor de afwisseling weer eens een Traxx met ICR. (Waar is de Goeie Ouwe Tijd™ dat ICNG nog de uitzondering was en niet de regel?) Het achterste rijtuig heb ik geheel voor mezelf tot Den Haag HS, waar één medereiziger instapt. Op Den Haag Centraal komen we wat bruusk tot stilstand en stinken de remmen(?) een uur in de wind. Hé, de perrons en de trappen aan de oostzijde hebben een nieuwe lik verf, mooi hoor!

Twee bekertjes water halen
Omdat het voorste stel van de 1759 nog niet is bijgeplaatst, en het nog tien minuten duurt tot vertrek, besluit ik nog een halve liter water te gaan wegtikken bij het tappunt. Dat betekent wel: de hele 9 bakken ICR aflopen en daarna de hele 12 bakken ICM. Het aandeel ongure figuren rondom het watertappunt (direct naast de uitgang) is voor de verandering miniem, vast mede dankzij de drie V&S’ers in hesjes bij de toegangsdeuren. Een stevige wandeling verder plof ik neer op de allervoorste stoelenrij van de voorste bak, maar al gauw bedenk ik me… oeps, ik was niet meer naar de wc geweest sinds vóór mijn scriptievergadering! Gezien eerdere ervaringen met trein-wc’s, en gezien mijn zware bepakking, heb ik weinig zin om die van mijn ICM met een bezoekje te gaan vereren, dus ga ik mijn blaas maar opkroppen tot thuiskomst.
De stiltecoupé is voor mij alleen tot Gouda, waar een paar reizigers de moeite hebben genomen om helemaal naar voren te lopen. Zoals verwacht wordt het pas in Utrecht serieus druk, met in mijn (nu achterste) bak 50% bezetting, en middenin ongetwijfeld veel meer. De eerste en enige kaartcontrole van de dag komt net terwijl we tot stilstand komen in Amersfoort; controle tijdens een stationnement maak ik ook niet vaak mee. Met volle blaas kom ik aan op Apeldoorn, waar mijn vader - mét fietssleutels - op me staat te wachten.